De Verenigde Naties en de Europese Unie publiceerden vorige week de Wereld Droogte Atlas, die vandaag in Saoedi-Arabië wordt voorgesteld tijdens de COP16. De atlas is een wake-up call voor wereldleiders en brengt de risico’s van droogte – en mogelijke oplossingen - mondiaal in kaart. ‘Het belangrijkste is het droogte-watervraagstuk echt in systemische samenhang te bekijken.’
De droogteatlas is samengesteld door een internationale onderzoeksgroep met daarin ook wetenschappers van het Instituut voor Milieuvraagstukken van de Vrije Universiteit Amsterdam, waaronder assistent professor Marthe Wens. “De atlas is bedoeld om de risico’s van droogte onder de aandacht te brengen en mogelijke oplossingen aan te dragen. We richten ons op beleidsmakers, maar ook op een bredere inzet, bijvoorbeeld op scholen.”
In 2050 zullen naar verwachting drie op de vier mensen wereldwijd getroffen worden door droogtes. “De risico’s zijn duidelijk”, zegt Wens. “Maar droogte hoeft niet op wereldwijde schaal een ramp te worden. De precieze gevolgen hangen af van de verschillende kwetsbaarheden in de systemen en de manieren waarop landen deze kwetsbaarheden negeren dan wel proactief weerbaarheid opbouwen.”
Wens benadrukt dat de risico’s verschillen per land en per sector. “Daarom is het belangrijk om echt per sector de watervraag te bestuderen en daarna uit te zoomen en de problematiek in zijn geheel te bekijken. Simpel gesteld: een oplossing voor de droogteproblematiek voor de landbouw, kan grote gevolgen hebben voor de energievoorziening of de biodiversiteit. Wij roepen daarom op tot een systemische manier van denken.”
Wens en haar collega’s pleiten ook voor een meer vooruitkijkende benadering van droogte. “De bewustwording rondom deze problematiek is al gegroeid. Je ziet een verschuiving van een reactieve naar een proactieve benadering, waarbij wordt geprobeerd om maatregelen te nemen als een droogteperiode wordt aangekondigd. Maar wat echt nodig is, is vooruitkijkend beleid dat nieuwe risico’s vermijdt, bijvoorbeelddoor het voeren van een goed watersysteem- en natuurbeheer. Het versterken van de veerkracht van onze systemen is de beste wijze om droogterisico’s te vermijden of in elk geval te beperken.”
In de atlas wordt er dan ook de nadruk op gelegd dat landen nationale droogteplannen moeten ontwikkelen. “En het gaat ook over internationale samenwerking. Menselijk handelen bepaalt uiteindelijk de impact van droogte. Door internationaal samen te werken, kunnen we gemeenschappen, economieën en ecosystemen ondersteunen en zo voorkomen dat droogte zorgt voor meer ongelijkheden en conflicten.”
Eerlijker voor de boeren en de maatschappij.
Het pleidooi voor meer overleg in het kader van grensoverschrijdend waterbeheer met Duitsland en België, maar ook met Luxemburg, Frankrijk en Zwitserland, is wel steekhoudend. Het stroomgebied van de Rijn beslaat naast Nederland immers Zwitserland, Duitsland en Frankrijk. Stroomgebied van de Maas beslaat naast Nederland ook Frankrijk, Luxemburg, België en Duitsland. Voor zover ik weet zijn er in waterschapverband slechts een aantal pilots hier momenteel concreet mee bezig o.a. via het ontwerpen en operationaliseren van grensoverschrijdend waterbeheer rondom de Overijsselse Vecht en ook voor delen van het Roer stroomgebied dat aansluit op de Maas. Ruimte voor de rivieren in Nederland gaat maar beperkte impact hebben als niet eenzelfde inhaalslag gaat plaatsvinden in de bovenstrooms genoemde landen.
Acht kennisinstituten uit Nederland, België, Duitsland en Luxemburg gaan daarom onder coördinatie van Deltares onderzoek doen naar beter beheer van grensoverschrijdende regionale stroomgebieden. De watersnood in juli 2021 heeft geleerd dat autoriteiten hier geen goed overzicht over hebben en dat kennis over de overstromings- en droogterisico’s langs de kleinere grensoverschrijdende zijrivieren van de Maas en Rijn nog heel versnipperd is.
Het artikel stelt terecht dat voor grensoverschrijdend waterbeheer nog te weinig urgentie is.