De zeespiegelstijging gaat niet alleen sneller dan tot nu toe werd aangenomen. Ze gaat ook door ná 2100. Daarom moet Nederland werken aan een plan B, een strategie in het geval de stijging van de zeespiegel extreme vormen gaat aannemen. Een ontwikkeling waar serieus rekening mee moet worden gehouden.
De roep om een ‘Plan B’, ook wel exitstrategie genoemd, viel tijdens de sessie over zeespiegelstijging op het Deltacongres, gisteren in Zwolle. Aanleiding vormden de nieuwe inzichten in het ijsverlies op Antarctica. Twee wetenschappers waren in Zwolle om die nieuwe inzichten toe te lichten: Michiel van den Broeke, hoogleraar polaire meteorologie aan de Universiteit Utrecht en wetenschappelijk directeur Jaap Kwadijk van kennisinstituut Deltares.
Studies
Beide wetenschappers waren dit jaar betrokken bij studies over de zeespiegelstijging die de nodige stof deden opwaaien. Van den Broeke was een van de vijf onderzoekleiders van een internationale studie naar het smeltende ijs op Antarctica die in juni in het wetenschappelijk tijdschrift Nature werd gepubliceerd. Uit het onderzoek bleek dat in de afgelopen 10 jaar het ijsverlies is verdrievoudigd, tot gemiddeld 219 miljard ton per jaar in de periode 2012-2017.
Deltares onderzocht vervolgens in opdracht van de Deltacommissaris de gevolgen van het steeds snellere ijsverlies op Antarctica voor de kust, waterveiligheid en zoetwatervoorziening en publiceerde die studie in september op Prinsjesdag.
Van den Broeke lichtte gisteren op het Deltacongres het onderzoek naar Antarctica toe. Het was een schets over ijsplaten die door oceaanwater op drift raken, als gevolg waarvan het landijs makkelijker richting zee schuift en smelt. Het jaarlijkse ijsverlies van zo’n 200 gigaton staat gelijk aan een zeespiegelstijging van een halve millimeter, aldus Van den Broeke.
De studie over het ijsverlies op Antarctica geeft voeding aan het idee dat de huidige scenario’s over zeespiegelstijging te conservatief zijn. Dat geldt ook de voorspellingen in de meest extreme berekeningen met een temperatuurstijging tot 4 graden aan het eind van deze eeuw met een zeespiegelstijging tot 3 meter.
58 meter
Als het ijsverlies op de zuidpool grote vormen aanneemt, gaat de wereld er heel anders uitzien. Van den Broeke: “Op Antarctica ligt een ijskap van gemiddeld twee kilometer dik. Als dit ijs smelt stijgt de zeespiegel met 58 meter.”
In de schets van Van den Broeke vielen de extremen op. “Als volgens de extreme scenario’s van nu de gemiddelde temperatuur in 2100 met 4 graden is gestegen, dan moet je 10 miljoen jaar teruggaan in de tijd voor zo’n temperatuurstijging.” Volgens de hoogleraar polaire meteorologie zit de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer nu meer dan 40 procent boven de natuurlijke waarde. “De huidige CO2-stijging gaat 100 x sneller dan de natuurlijke toenames in het verleden.”
Maar met welke stijging van de zeespiegel dan wel rekening gehouden moet worden, blijft onduidelijk. De onzekerheden zijn toegenomen, stelde Van den Broeke. “Er is geen consensus in de wetenschap. De modellen zijn niet robuust genoeg. We hebben nog wel tien jaar nodig om wetenschappelijke zekerheid te krijgen.”
'Je moet besluitvorming rondom je strategie continu aanpassen. En Nederland moet wereldwijd het voortouw nemen. Dat gebeurt nu niet. Ik begrijp dat eerlijk gezegd niet' - Michiel van den Broeke
Gamechanger
Kwadijk stelde ondanks de onzekerheden dat de zeespiegelstijging sneller gaat dan tot nu toe werd aangenomen. “En dat betekent dat we minder tijd hebben om maatregelen te nemen. Tot 2050 kunnen we met de adaptatie-aanpak van nu wel toe. Maar daarna hebben we nog 50 jaar om maatregelen te nemen, dat is weinig. En dat is de gamechanger.”
Van den Broeke betoogde dat er meer op mitigatie, maatregelen om de klimaatverandering te verzachten, moet worden ingezet. “Je moet besluitvorming rondom je strategie continu aanpassen. En Nederland moet wereldwijd het voortouw nemen. Dat gebeurt nu niet. Ik begrijp dat eerlijk gezegd niet”, zei hij. Kwadijk viel hem bij: “Mitigatie is belangrijk, daar moeten we enorm op inzetten, anders hebben we geen tijd voor aanpassingen.”
Kwadijk riep daarbij op verder te kijken dan 2100, het ‘zichtjaar’ dat als stip op de horizon geldt in de klimaatscenario’s en te nemen maatregelen. “Na 2100 gaat de zeespiegelstijging gewoon door”, zei de wetenschapper. Hij koppelde daar de oproep aan vast dat Nederland werk gaat maken van een plan B, een strategie in het geval de stijging zulke vormen aanneemt dat met aanpassingen aan de kustverdediging de zee niet meer kan worden tegengehouden. Kwadijk: “We moeten een plan B ontwikkelen en dat is een opdracht aan de bestuurders.”
De bestuurders in de zaal waren nog niet toe aan een plan B of exitstrategie. Dijkgraaf Hetty Klavers van Waterschap Zuiderzeeland zei: “We moeten inzetten op mitigatie en adaptatie. En we zullen alles uit de kast moeten trekken. Daarbij moeten we ons afvragen welk land we willen zijn."
Eilandenrijk
Kwadijk schetste dat tijdens een hackathon medewerkers van Deltares uitkwamen op drie mogelijke inrichtingen van Nederland in het geval de zeespiegelstijging extreme vormen aanneemt: 1. Fort Nederland met enorme dijkverhogingen, 2. Nederland als een estuarium met eb en vloed en 3. Nederland als eilandenrijk.
Op de vraag van Kwadijk aan het publiek op het Deltacongres bleek bij vingers opsteken dat optie 3 de voorkeur had van een meerderheid van zijn toehoorders.