secundair logo knw 1

Johan Remkes wordt de nieuwe voorzitter van de Raad van Toezicht van Deltares. Hij treedt 1 oktober aan.

Johan Remkes 180 vk Johan RemkesRemkes (VVD) volgt Karla Peijs op die sinds januari 2014 voorzitter was van de Raad van Toezicht van het kennisinstituut voor toegepast onderzoek op het gebied van water en ondergrond.

Remkes heeft een lange staat van dienst in het openbaar bestuur. Hij was onder meer gedeputeerde, staatssecretaris, minister, vice-premier en commissaris van de Koning. Hij was voorts voorzitter van het adviescollege dat vorig en dit jaar adviezen uitbracht over de stikstofproblematiek.

De watersector is hem niet onbekend, zo was hij onder meer voorzitter van de Landelijke Coördinatiecommissie Deltakeringen. Remkes ziet in Deltares een ‘internationaal gerenommeerd kennisinstituut een belangrijke publieke taak’.

Remkes: “Er liggen enorme kansen om met betrouwbare kennis op het gebied van water en ondergrond Nederland veilig, duurzaam en leefbaar te houden. Ik zie, ook internationaal, een grote behoefte aan kennisontwikkeling als een belangrijke ‘versneller’ van oplossingen voor een transitie naar een duurzame economie.”

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

Laatste reacties op onze artikelen

Prachtplan Jos ! Nog een argument voor: grondwater is minder kwetsbaar dan oppervlaktewater in tijden van oorlogsdreiging. 
Plan B ja de Haakse zeedijk voor de kust van Nederland maar zelfs ook Belgie en Denemarken!
De grootste veroorzaker van de kostenstijgingen op water, energie en brandstof is de Rijksoverheid. De aandacht kan beter daar op gevestigd worden. De verhoging door de investeringen voor de drinkwaterleidingen is marginaal. Wel een verdiept in de belasting op leidingwater (voor kleingebruikers tot 300m3) van 0,5 EURO per m3? 
Om het helemaal compleet te maken neem ik aan dat beide heren met een zeilboot uit 1624 naar Nederland zijn gekomen om de CO2 voetprint niet teveel te verhogen.