Steden hebben geen tijd te verliezen bij klimaatverandering, vertelde de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb bij de opening van de AIWW-conferentie. Zij moeten van elkaar leren en elkaar steunen. Daarom is het groeiende netwerk van steden zo belangrijk.
Hoe kan een veilige, schone en duurzame watertoekomst in dichtbevolkte gebieden worden verzekerd? Deze vraag stond centraal bij de plenaire sessie van het Leaders forum, waarmee de AIWW-conferentie Water... and 9 billion people vandaag werd geopend. Steden, publieke waterbedrijven en industrie hebben hierbij sleutelrollen. Vier sprekers van hoog niveau gingen vanuit deze verschillende perspectieven in op de watertoekomst.
Watermanagement speciale planning
In het verhaal van burgemeester Ahmed Aboutaleb van Rotterdam kwam aan bod hoe zijn stad zich wapent tegen klimaatverandering. Hij wees erop dat tachtig procent van Rotterdam onder zeeniveau ligt en haalde een uitspraak van koning Willem-Alexander aan. “Hij vertelde me: watermanagement is speciale planning. Daarin moet je stevig investeren. Dat houdt meer in dan een goede voorbereiding en een gevoel van urgentie, maar vereist ook het draaien aan het politieke wiel.” Het omgaan met water is een deel van de Nederlandse identiteit, aldus Aboutaleb. “Het vertrouwen van de burgers in watermaatregelen van de overheid is hoog. Hun houding is: val er me niet mee lastig, maar regel het.”
Volgens Aboutaleb zijn slimme, inclusieve oplossingen nodig. “De waterparken in onze stad zijn daarvan een mooi voorbeeld.” De Rotterdamse burgervader wees op het belang van samenwerking tussen steden. “Het gaat om de vraag: leren we voldoende van de ervaringen van andere steden? Zo zijn wij in Nederland zeer goed in preventie, maar kunnen we nog veel leren van buitenlandse steden als het gaat om evacuatie bij een waterramp. Daarom is het groeiende netwerk van steden zo belangrijk. Want klimaatverandering is meer dan een hobby van een burgemeester. Er is geen tijd te verliezen; steden zullen zich elke dag moeten bezighouden met klimaatverandering.”
Michael Beckereit, ceo van Hamburg Wasser, vertegenwoordigde de publieke watersector. Hij vertelde over hoe zijn bedrijf via de dochteronderneming Hamburg Energie steeds efficiënter met energie omgaat. Beckereit noemde als voorbeelden een speciale hittepomp en het opbergen van warmte in zout grondwater. “Bij zulke projecten combineren we economie en ecologie. Het doel is dat Hamburg Wasser verandert in een waterbedrijf dat de stad kan voorzien van schone energie. We verwachten na 2021 duidelijk meer energie te produceren dan te consumeren; alleen moet het stadsbestuur nog groen licht geven voor onze projecten.”
Nationaal bewustzijn sleutelingrediënt
Minister Zulkifli Masagos van Singapore die over milieu- en waterzaken gaat, presenteerde het beleid van zijn stadsstaat. Volgens hem heeft Singapore net als Nederland veel oog voor waterefficiëntie en duurzaamheid, maar wel vanuit een andere situatie. “Het nationale bewustzijn voor waterproblemen is in beide landen heel hoog. Dat is een sleutelingrediënt. Maar waar jullie juist een overvloed aan water hebben, is bij ons water schaars en hebben we weinig ruimte om water op te slaan.”
Singapore heeft een hele reeks van innovatieve maatregelen genomen, vertelde Masagos. Hij noemde onder meer de introductie rond 2002 van Newater, drinkwater dat uit afvalwater is gerecycled. “De technische kant is slechts de helft van het verhaal. We hebben op allerlei manieren campagne gevoerd om ervoor te zorgen dat mensen dit water willen drinken.” Volgens Masagos is water geen gewoon publiek goed. “De juiste prijs is essentieel. Het is daarom belangrijk dat het nationaal bewustzijn voor water overgaat op de volgende generaties.”
Het industriële perspectief werd vertolkt door projectdirecteur Snehal Desai van DOW Chemical Company, die wereldwijd verantwoordelijk is voor de duurzame strategie van de chemiereus. Volgens hem is het een sterke businesscase om zeer efficiënt met water om te gaan. “Waar dit vroeger een onderwerp voor het middenmanagement was, houdt nu vaak het bestuur zich ermee bezig. Het bedrijfsleven kan een belangrijke bijdrage leveren aan de circulaire economie. Neem onze fabriek in Terneuzen waar elke liter water drie keer wordt gebruikt. Bedrijven kunnen en moeten een voorhoederol hebben bij watermanagement.”