Op 14 december 2020 was het 30 jaar geleden dat het Genootschap van de Ouwe Jonkers voor de eerste maal bijeen kwam, in Boxtel bij het waterschap De Dommel. Nu is 30 jaar doorgaans niet een aantal dat noodt tot een grootse viering en in deze coronatijd bovendien geheel onmogelijk, maar de huidige secretaris, Frank Kouwe, heeft dit jubileum aangegrepen om een bijzonder leesbaar gedenkboek samen te stellen: “Ouwe Jonkers 1990-2020, over eeuwige passie voor het vak”.
door Maarten Gast
Het vak is de afvalwaterzuivering, het genootschap is een vereniging van de vakmensen, die inderdaad doorgaans met grote passie, na de Tweede Wereldoorlog de strijd tegen de zware vervuiling van het oppervlaktewater, het zwarte water in de stadsgrachten, de stinkende kanalen en rivieren, hebben aangebonden.
Roel Schutte
Initiatiefnemer was Roel Schutte, in 1967 mijn eerste baas bij DHV, de man van de bouw van oxydatiebedden, later hoofd Water bij het DG Milieuhygiëne van het ministerie van VROM. Eerste voorzitter werd Pieter Fohr, na zijn pionierswerk bij De Dommel, later bij de Vereniging Krachtwerktuigen in Amersfoort, de eerste hoogleraar Afvalwaterzuivering in Wageningen. De naam “Ouwe Jonkers” was een eerbetoon aan Ir. F. J. Ribbius van het RIZA, toen in 1990 al 92 jaar oud.
Frank Ribbius was een van de grondleggers van de WVO, de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater, die in 1970 de wettelijke basis voor de aanpak van de afvalwaterzuivering werd. Ribbius had een bijzondere manier van spreken en formuleren. “Ik zuiver afvalwater met mijn mond”, zijn manier om aan te geven hoe hij, voor de WVO er was, op overheden en industriëlen moest inpraten om ze tot actie te bewegen. Jonge vakbroeders sprak hij aan met “Jonker”, vandaar de naam.
Gideonsbende
De foto van de eerste bijeenkomst doet de oude garde, de Gideonsbende, zoals Fohr de pioniers noemde, herleven. Zo zie ik er ir. R. Vrijburg staan, de man van het RIZA, wiens goedkeuring het ontwerp van een nieuwe RWZI nodig had om in aanmerking te komen voor de 40 procent subsidie van de Korthals-regeling. Ook Ir. A. Pasveer van TNO, de grondlegger van de Pasveersloot, en Arie Poot, de landelijk bekende bedrijfsleider van de RWZI Breukelen, die de bedrijfsleiders een plaats binnen de NVA bezorgde. De enige op de foto, die nog in leven is, is Ben Vermeij, voor zijn pensionering werkzaam bij Uitwaterende Sluizen in Edam. Van hem is er een lied en een bijlage.
Het genootschap houdt één bijeenkomst per jaar, te gast bij een van de waterschappen, rijksdiensten of instituten op watergebied. Een reünie, waar velen naar uitzien, de ontmoeting met vroegere collega’s, vakbroeders, concurrenten soms. Het boek doet er verslag van. De foto’s verbeelden ook de verandering van de tijdgeest: van ernstig kijkende mannen in keurige pakken met stropdas naar vrolijk ogende mannen en vrouwen in vrije- tijdskleding. Na Pieter Fohr waren Wim Scholte Ubing. Jan Jansen en Klaas Slijkhuis voorzitter, nu is dat Arie van der Vlies.
Smeerpijp van de Dollard
Kees van Lohuizen, die 33 jaar in Ede en bij het Zuiveringsschap Veluwe werkzaam is geweest in dit vakgebied, haalt in een bijlage mooie herinneringen op, ook van hoe er in de begintijd gedacht werd en hoe het vroeger ging. Eén voorbeeld: toen hij als jongeman op een vergadering van de NVA voorstelde te protesteren tegen de aanleg van de smeerpijp naar de Dollard voor de afvoer van het afvalwater van de aardappelmeelfabrieken, kreeg hij van Ribbius, een van de bedenkers van dat plan, als repliek: “De Jonker ziet het verkeerd”.
Maar de pijp kwam er niet, afvalwater zuiveren evolueerde tot waterkwaliteitsbeheer en bij de jaarlijkse bezoeken horen we hoe anders er nu tegen afvalwater aangekeken wordt: vroeger een materie waar je vanaf moest, liefst zo goedkoop mogelijk, nu een bron van grondstoffen en energie. Het vak blijft een prachtige uitdaging.
Maarten Gast is lid van het Genootschap (met dank aan Peter Hoogweg)