Omgaan met onzekerheden is voor veel mensen lastig. We willen er liever niet aan denken. Toch zal het erkennen, sommigen zeggen zelfs 'omarmen', van onzekerheden helpen om meer grip te krijgen en betere beslissingen te nemen.
door Marjolijn Haasnoot
En worden er maatregelen genomen om dat in 2050 op orde te hebben. Een veel gebruikte aanpak in het waterbeheer is een risicoanalyse op basis van kansen: je identificeert wat de bedreigingen zijn, en maakt een inschatting van de kans dat dit werkelijk gebeurt en wat daarvan de consequenties zijn. Het risico is dan gelijk aan de kans maal gevolg. Met maatregelen als dijken, aangepast bouwen, waarschuwen en evacueren kan de kans of het gevolg en daarmee het risico verkleind worden. Zo stelt de nieuwe normering voor waterveiligheid dat voor iedere Nederlander een kans op overlijden ten gevolge van een overstroming niet groter mag zijn dan gemiddeld 1 keer in de 100.000 jaar.
Extreme gebeurtenissen
Maar wat als je die kans niet goed weet? We zijn immers geïnteresseerd in extreme gebeurtenissen en die zijn zeldzaam of zelfs nog nooit voorgekomen. Bovendien verschuiven de kansen op extremen hard in deze tijden van klimaatverandering, met een onduidelijk verloop. We wisten bijvoorbeeld dat klimaatverandering tot extreme neerslag kan leiden. Toch was een extreme grote en langdurige bui zoals in 2021 nog niet zo in beeld. Ook in deze situatie kun je nog steeds waardevolle risico-informatie verzamelen door de vraag te stellen: ‘Wat als … gebeurt?’
'Een verrijking van de risico-aanpak waarbij we onzekerheid omarmen kan ons helpen betere keuzes te maken'
Een stress-test voor een extreme situatie dus. Soms zijn deze gevolgen met een eenvoudige maatregel te verhelpen. Helaas is dat niet altijd zo en dan volgt een afweging: nemen we het risico? Wachten tot we meer weten? Als de gevolgen heel groot zijn, en het kost ook nog eens flink wat tijd om maatregelen te realiseren, kan het een reden zijn om toch voorbereidingen te treffen. Daarom wordt in het ‘Kennisprogramma Zeespiegelstijging’ gekeken naar de gevolgen en mogelijke maatregelen om aan te passen aan een zeer snelle zeespiegelstijging, en probeert een groot consortium financiering te krijgen voor een ‘Rethink’ van de Nederlandse delta.
Een systematische ‘wat-als’ studie voor verschillende toekomsten wordt ook wel een scenario-analyse genoemd. Ook dan kun je weer kijken naar de gevolgen. Maatregelen zijn bij voorkeur robuust en moeten effectief zijn voor alle of zoveel mogelijke uitkomsten. Ook moeten ze flexibel zijn voor verdere aanpassing in de toekomst.
Zwakke plekken
In plaats van de dreiging als startpunt te nemen, kun je ook bij het systeem beginnen en onderzoeken waar de zwakke plekken zitten. Wat er kan gebeuren waardoor het systeem daar faalt? Met welke voorbereidingen of maatregelen kan het systeem sterker gemaakt worden? Zo kan een bedrijf dat afhankelijk is van werkzaamheden in het buitenland, maatregelen gereed hebben om toch te kunnen blijven werken mocht buitenlandwerk uitvallen.
Door COVID19 gebeurde dit ook, terwijl de dreiging een tiental jaar geleden vrijwel niet voorzien was. Ook dit brengt dus aanvullende risico-informatie, vooral in het geval van grote onbekendheid over wat de dreiging eigenlijk kan zijn. Deze andere manier om om te gaan met onzekerheden, is eerder al bij ‘defensie’ ontwikkeld en later ook toegepast bij klimaatadaptatie.
Een ding is zeker: klimaatverandering zal ons nog meer verrassen. Een verrijking van de risico-aanpak waarbij we onzekerheid omarmen kan ons helpen betere keuzes te maken. Stresstesten, scenario-analyses en vinger aan de pols houden om tijdig de noodzaak tot verdere aanpassing te signaleren zijn daarbij essentiële tools.
Marjolijn Haasnoot is onderzoeker klimaatadaptatie bij Deltares en Universiteit Utrecht