Cor Huijgens plaatste vraagtekens bij het in januari door het Wereld Natuur Fonds (WWF) gelanceerde kustbeschermingsplan met dubbele dijken en waterkerende landschappen. De problemen die zich maatschappelijk en uitvoerend kunnen voordoen worden onderschat en andersom worden de effectiviteit, de duurzaamheid en de bijdragen aan de natuur overschat, schreef Huijgens. Delta-expert Bas Roels van WWF reageert: met dubbele dijken creëer je een win-win situatie.
door Bas Roels
Zeespiegelstijging stelt Nederland voor een grote uitdaging. Ik ben daar als delta expert bij het Wereld Natuur Fonds (WWF) intensief bij betrokken. Wij zoeken met beleid en wetenschap naar oplossingen die de balans tussen mens en natuur verbeteren en een perspectief beiden op een welvarend, gezond en natuurlijk Nederland in de toekomst.
Ook de heer Huijgens zoekt naar opties die ‘bijdragen aan een gezonde circulaire economie’ en in zijn bijdrage in H2O van 5 maart 2021 heeft hij de plannen voor dubbele dijken van WWF en NIOZ kritisch bekeken. Dat is goed, want diepgaande en kritische gesprekken hierover zijn zeer nodig. Een aantal zaken die wij hebben geprobeerd te verhelderen, met analytisch onderzoek, zijn gezien de reacties van de heer Huijgens toch nog niet overgekomen, ik loop ze langs.
Geen veiligheidsrisico's
Dubbele dijken met wisselpolders brengen geen veiligheidsrisico’s met zich mee. Want ze zullen in onze voorstellen uiteraard zo uitgevoerd en onderhouden worden dat ze hetzelfde veiligheidsniveau leveren als enkelvoudige dijken. De studie van het NIOZ laat zien dat dat technisch haalbaar is, mede door de positieve effecten die voorlanden en vegetatie, die zich bij dubbele dijken tussen de dijken bevinden, hebben op de golfoploop.
Iets wat inmiddels breed geaccepteerd is en ook in alle dijkbeoordelingen en ontwerp wordt meegenomen. Een bijzondere bijkomstigheid is nog dat de gevolgschade bij een eventuele doorbraak lager is met een dubbele dijk ten opzichte van een enkelvoudige dijk. De hoger liggende wisselpolder verkleint namelijk de bres en daarmee de hoeveelheid en snelheid waarmee water onze polders instroomt.
Dubbele dijken leiden niet tot meer maar tot minder kosten
Minder kosten
Dat dubbele dijken niet tot meer maar tot minder kosten leiden is ook een belangrijke uitkomst van het onderzoek. Dat komt onder andere doordat het opslibben van de wisselpolder vanzelf gaat en er zo een heel solide basis voor de waterkering wordt gelegd. Natuurlijk kan dat ook door actief met sediment in de weer te gaan. En dat onderzoeken we ook, bijvoorbeeld voor de Oosterschelde en Haringvliet. Want die wateren zijn veel armer aan slib vergeleken met de Westerschelde en bijvoorbeeld de Eems-Dollard, waardoor het opslibben langzaam gaat.
Met de Proeftuin Duurzaam Sedimentbeheer gaan de komende jaren experimenten doen hoe we met bijvoorbeeld baggerslib de natuurlijke opslibbing kunnen versnellen. Dat het opslibben in wisselpolders niet helemaal egaal en zonder geulvorming zal plaatsvinden, heeft de heer Huijgens gelijk in, maar dat is geen onoverkomelijk probleem en kun je bijsturen.
Dubbele dijken remmen op de lange termijn de verzilting
Verzilting
Er wordt nog een winstpunt over het hoofd gezien. Dubbele dijken remmen op de lange termijn de verzilting. Want de wisselpolders zullen ophogen en op termijn de beste landbouwpolders zijn met een goede bodemstructuur en grotere zoetwaterbel die ook in omliggende polders helpt de verzilting tegen te gaan. De landinwaartse verzilting neemt dus helemaal niet toe, hoogstens tijdelijk en heel plaatselijk. Vooral verzilting via diepe kwel vanuit de Noordzee is het probleem en dat los je met een stijgende zeespiegel niet op met het zoet maken van de Westerschelde of Waddenzee.
Ook de voorgestelde oplossingsrichting om voor de dijk verder uit te breiden met voorlanden lost het probleem van verzilting niet op. En op al die plekken waar zich voor de dijk diepe geulen bevinden kan het helemaal niet.
Voor de natuur is het evident dat we een open delta en waddengebied met getij nodig hebben om überhaupt slikken, zandplaten en gorzen te behouden. En in voldoende omvang om bijvoorbeeld de daar nu van afhankelijke trekvogelpopulaties een kans te geven er ook in de volgende eeuw nog te zijn. Niet alleen Nederland heeft zeespiegelstijging, dat speelt in alle delta’s en overal staat de deltanatuur onder druk en dreigt ons natuurlijk erfgoed te verdrinken. In onze respons op zeespiegelstijging moeten we daar rekenschap voor nemen en bijdragen aan versterking en uitbreiding van deze natuur. Iets wat zonder zeespiegelstijging overigens ook al noodzakelijk is vanwege de schade die we al hebben aangericht.
Door dubbele dijken voelt een landschap veilig en robuust, dat is goed voor de leefbaarheid, het vestigingsklimaat en banen in de recreatiebranche
Prettig landschap
Herstel en behoud van onze natuur is ook goed voor ons als mens, want het levert een prettig landschap op om in te leven en wonen, en met dubbele dijken ook een landschap wat veilig en robuust voelt. Leefbaarheid, vestigingsklimaat en banen in de recreatiebranche varen hier wel bij, zelfs kansen ook voor nieuwe voedsel- en grondstoffenproductie zoals zout tolerante gewassen, zilte groente, zeewier, schelpdierenkweek in wisselpolders, die passen in het onherroepelijke pad naar circulaire economie.
Met onze studie en inzet op dubbele dijken proberen we aan het maatschappelijk debat en de zoektocht naar oplossingen bij te dragen. De minister van Infrastructuur & Waterstaat heeft al aangegeven dat dit idee als één van de scenario’s in het Kennis-programma Zeespiegelstijging zal worden meegenomen. Wij hopen op veel verdiepende gesprekken en debat hierover, want er staat echt iets op het spel.
Bas Roels is zoetwateradviseur bij het Wereld Natuur Fonds (WWF)
MEER INFORMATIE
Opinie Cor Huijgens: WWF-plan dubbele dijken roept veel vragen op