De switch naar een andere bron dan zoet grondwater, maakt drinkwater wél duurder maar niet beter. Drinkwatervoorziening vraagt dan meer energie. En het leidt tot meer afval. Ook raken we de prikkel kwijt om onze bodem te beschermen. Het milieu zal er geen baat bij hebben. Bovendien valt te betwijfelen of het echt resulteert in minder verdroging. Voor aanpak daarvan staan waterschappen aan de lat, niet waterbedrijven.
door Jos Peters
Nederland tobt met grote omgevingsvraagstukken. Ik noem er een paar: verlies van biodiversiteit en natuur, vervuiling van lucht en water. Verdroging is ook al lang een thema. Nederland zou te maken hebben met waterschaarste. Dat is een frame, zorgwekkend en misplaatst. Want weliswaar krijgen we steeds vaker gortdroge dagen voor onze kiezen, maar ook steeds vaker kletsnatte waarop per dag meer water valt dan tien waterbedrijven in een heel jaar leveren. Nederland heeft heus water genoeg … als we er goed mee omgaan.
Waterbedrijven liggen onder vuur, vooral in de zomer: hun grondwaterwinningen zouden natuur, landbouwgewassen en gebouwen ernstig schaden. Tegelijk zijn ze verplicht om groeiend Nederland van drinkwater te voorzien. Dat wordt steeds moeizamer, ze zitten te krap in hun ruwwater bronnen. Nu al.
Tussen hoop en vrees
En de bevolking dijt rap uit. De wooncrisis schreeuwt om meer huizen die soms een tuin hebben maar in ieder geval een badkamer en toilet. Zo zweven de waterbedrijven tussen hoop en vrees. Enerzijds is er hoop dat hun oproep tot waterbesparing effect zal hebben. Anderzijds gegronde vrees dat de vraag naar drinkwater blijft stijgen. Daarom zoeken ze samen met de provincies naar extra bronnen en studeren ze op een switch naar andere.
Natuurlijk, van water uit rivieren, kanalen of uit het IJsselmeer valt prima drinkwater te maken. Zes van de tien waterbedrijven laten dat al lang zien. Vier van de tien liter Nederlands drinkwater heeft oppervlaktewater als bron, doorgaans via opslag in bekkens of in de bodem. Ook van zout zeewater kun je drinkwater maken of van brak grondwater. Van rioolwater zelfs. Maar in alle eerlijkheid, is dat slim als je de keus hebt, als een betere bron in voldoende mate voorhanden is?
De openbare drinkwatervoorziening startte precies 170 jaar geleden. Amsterdam beet het spits af. Voordat er grote streekwaterbedrijven waren, bemoeiden steeds meer gemeenten zich met het drinkwater voor hun burgers. In Oost en Zuid Nederland kozen steden, zelfs langs grote rivieren, niet rivierwater maar grondwater als bron. Dat had een zeer goede reden.
Uiterst simpel
Grondwater is regenwater dat ooit viel, tot duizenden jaren geleden. Het wordt continu aangevuld en is van nature beschermd in een wingebied dat ook als natuurgebied, als stadspark en voor natuurgerichte recreatie van onschatbare waarde is. Zoet grondwater heeft een constante kwaliteit. Vaak vergeten, grondwater heeft ook een zeer constante temperatuur. Het bevat geen ongewenste deeltjes, geen algen, geen wieren. Het is al microbiologisch veilig. Zuivering tot drinkwater is door dit alles uiterst simpel. Het is geen rocket science, er komt geen chemie bij kijken. Zuivering van zoet grondwater kost heel weinig energie en produceert nauwelijks reststoffen die bovendien prima bruikbaar zijn.
Grondwaterwinningen zijn weinig kwetsbaar voor verontreiniging. Ze liggen verspreid in ons land, ongeveer daar waar van oudsher vraag naar drinkwater is. Lange leidingen die veel schaarse ruimte vragen, zijn niet nodig. Zo is drinkwater uit grondwater een streekproduct, zoals kaas, waar een ieder terecht trots op mag zijn. Het komt uit de regio waar gemeente en provincie aandeelhouders zijn. Het past bij de publieke eigendom van het waterbedrijf en zorgt voor binding met de consument en met de aandeelhouders. En voor noodzaak om de leefomgeving te beschermen. Het is namelijk heel dom om je eigen nest te vervuilen. Drinkwater in Nederland is een uiterst duurzaam product. Zeker als geput is uit de bodem in de eigen regio.
Schatplichtig
Dus waterbedrijven, wees niet vatbaar voor frames die velen napraten maar onjuist zijn. Ga niet voor de politiek wenselijke oplossing maar kies op inhoudelijke gronden. Als we ‘oude schoenen weggooien’ en weg bewegen van de inzet van grondwater, dan raken we de genoemde voordelen kwijt. Zijn we dan goed rentmeester van wat voorgangers moeizaam realiseerden en ons nalieten en aan wie we schatplichtig zijn?
Bovendien, nieuwe schoenen zijn duur. Voor complexe zuiveringen en lange leidingen is het eveneens nodig om tijdrovende vergunningsprocedures te doorlopen zonder welke in ons tjokvolle land niets maar dan ook niets kan worden besloten. Laat staan gebouwd of aangelegd. Dat kost tientallen jaren. Er zullen altijd partijen en omwonenden zijn die ‘niet zo blij’ tegen zijn en schade claimen. Het is overigens nog de vraag of de nieuwe schoenen net zo lekker zullen lopen als de oude die je, zoals het gezegde luidt, niet mag weggooien en lang moet onderhouden tot de nieuwe zijn geleverd.
Niet persé ongewenst
Tuurlijk, sommige oude schoenen, als ze te klein zijn, vervuild of echt versleten, kun je beter aanbieden aan de Kringloop. Veel andere geef je een tweede leven: oppoetsen, van nieuwe veters voorzien en optimaal gebruiken. Elke grondwaterwinning verlaagt lokaal de grondwaterstand. Dat kan niet anders. Maar daling van de grondwaterstand is niet persé ongewenst en verdroging meestal tegen te gaan door sloten te dempen, het slootpeil te verhogen of desnoods door perfect voorgezuiverd, van elders aangevoerd rivierwater te infiltreren in de bodem. De ondergrond is namelijk ook een op te laden Wateraccu. Daar is in Nederland bijna 70 jaar ervaring mee, vooral in duingebieden maar ook elders.
Ook als drinkwaterconsument heb ik een grote voorkeur voor drinkwater met grondwater als bron. Ik zou dus zeker de oude schoenen koesteren en ben zelfs bereid daar wat meer voor te betalen. Dan nóg is drinkwater spotgoedkoop: mijn sportclub is twee keer duurder, mijn krant zelfs drie keer. Voor internet betalen mijn vrouw en ik vier keer meer dan voor drinkwater. Voor stroom en warmte maar liefst vijftien keer meer, zelfs met eigen zonnepanelen. Als natuur, milieu en leefomgeving baat hebben, mag mijn drinkwater best wat duurder zijn. Ik ben er voorstander van dat mijn waterbedrijf met de extra inkomsten en met grondwaterkennis mijn waterschap helpt verdroging te bestrijden. Die partij heeft daarvoor de sleutel in handen. Niet mijn waterbedrijf.
Jos Peters, Nieuwegein