Het ondergrondse Veluwemassief is bij uitstek geschikt om als grondwaterbron te voorzien in de stijgende vraag naar drinkwater, stelt Jos Peters in een opiniebijdrage. Is het een reële optie om de Veluwe als wateraccu te gebruiken? Herman van Dam plaatst kanttekeningen. “Er is alle reden om de ondergrondse waterschat van Veluwe niet te bezoedelen met van elders aangevoerd systeemvreemd water.”
Door Herman van Dam
In de Waterspiegel van maart van dit jaar en op de website van H2O vestigt Jos Peters de aandacht op het gebruik van het Veluwemassief als ‘wateraccu’. Zijn stelling dat het kappen van het naaldbos voldoende is om de daling van de grondwaterstanden te compenseren klopt in grote lijnen met de conclusies van Witte e.a. (2019). Zij analyseerden de invloed van veranderingen in het landgebruik en waterwinning op de grondwaterstanden van de Veluwe sinds 1850.
Kappen van al het naaldbos op de Veluwe zou voor de waterbalans en ecologie van de Veluwe een goede zaak zijn. In het huidige maatschappelijke bestel is dat helaas niet mogelijk, gezien de belangen van bijvoorbeeld faunabeheer, recreatie en vastlegging van CO2. Het omvormen van naald- naar loofbos, herstel van zandverstuivingen en fraaie heidevelden, zoals bepleit door Peters, is al een hele stap in de goede richting, die reeds leidt tot felle discussies (zie bijvoorbeeld Opten 2019).
Infiltratie van rivierwater
Peters heeft nog een optie: ‘In de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw, waren er plannen voor grootschalige infiltratie van rivierwater in het Veluwemassief. Laten we die nog eens afstoffen en schoeien op nieuwe leest: vergaand voorzuiveren en infiltreren in fraaie vennen hoog op de Veluwe. Met de kennis en inzichten van nu brengt dat biodiversiteit, water en natuur in vennen, beken en sprengen, en herstel van het historische watermolenlandschap. En, niet onbelangrijk, extra grondwaterbronnen voor drinkwater. Tot zover de baten. En de kosten? Stevig opladen met zeg 100 miljoen kuub per jaar kost een kwart cent per emmer, heel veel minder dan de huidige prijs van drinkwater.’
Het ingezonden stuk van Peters in De Volkskant (2019) geeft iets meer over de achtergronden van zijn optie. Hij ontwikkelde begin jaren negentig samen met medewerkers van waterbedrijf PWN een nieuwe aanpak voor infiltratie, met open plassen. De essentie: het realiseren van natuur binnen randvoorwaarden van drinkwaterproductie. Dit idee is daarna met succes ingevoerd in veel duingebieden. Door vergaande reductie van de nutriëntengehalten in het infiltratiewater werd de verruiging van de infiltratieplassen tot staan gebracht en door afvlakking van de oevers werd de biodiversiteit vergroot.
Kampina
Het vennenlandschap van de Kampina in Noord-Brabant, waar wat saaie dennenbossen plaats maken voor natte heide en loofbossen, ziet hij als model staan voor een gevarieerd vennengebied voor wateropslag op de Veluwe, die hij daarvoor bij uitstek geschikt acht. ‘Aanvoer van rivierwater uit IJssel of Nederrijn of bemalingswater uit Flevoland, zeer ver voorgezuiverd, kan de wateraccu van de Veluwe opladen’, aldus Peters.
In de jaren 70 was ik een van de ecologen die ten behoeve van de Commissie Infiltratie Veluwe onderzoek verrichte (Van Dam & Zwijnenburg-de Rijke 1975, CIV 1976). In de 40 volgende jaren ben ik herhaaldelijk betrokken geweest bij beleidsvoorbereidende studies voor de bevordering van de biodiversiteit van Veluwse vennen, onderzocht ik de verandering van de biologische en chemische waterkwaliteit door vermindering van atmosferische depositie van zwavel en stikstof in Veluwse en Brabantse vennen en de invloed van ‘zure regen’ op de kwaliteit van sprengen aan de rand van het Veluwemassief (zie bijvoorbeeld Van Dam e.a. 1993, Van Dam & Otte 1996, Van Kleef e.a. 2016, Van Dam & Mertens 2014, 2109). In opdracht van de Provincie Noord-Brabant onderzocht ik in teamverband uitvoerig de landschapsecologische ontwikkelingen in Kampina in de laatste honderd jaar (Van Dam e.a. 2018).
Uit al deze studies heb ik geleerd dat het toevoeren van kleine hoeveelheden gebufferd, maar voedselarm, oppervlaktewater kan bijdragen tot een verhoging van de biodiversiteit in vennen en het behouden of terugkeren van karakteristieke en zeldzame planten en dieren van zwakgebufferde wateren. Voor de vennen van Kampina hebben wij daarvoor goed onderbouwde plannen gemaakt (Van Dam e.a. 2018).
Schijngrondwaterspiegel
Op de Veluwe is, anders dan op de Kampina, bijna nooit sprake geweest van het toevoeren van (zwak) gebufferd grond- of oppervlaktewater. Dat kan ook niet, want verreweg de meeste Veluwse vennen hebben een schijngrondwaterspiegel. Door een (deels) ondoordringbare laag, liggen ze vaak (tientallen) meters boven de watervoerende pakketten.
Uitzonderingen zijn bijvoorbeeld de vennen in het Mosterdveen bij Vierhouten (Veen e.a. 2014). Toevoer van bufferstoffen vond bij sommige vennen slechts op zeer bescheiden schaal plaats door kleinschalige menselijke activiteiten als het wassen van schapen en bemergeling.
Het infiltreren van grote hoeveelheden nutriëntenarm, maar ionenrijk, voorgezuiverd rivierwater zal leiden tot een zeer korte verblijftijd (dagen tot weken) en een totale verandering van de ecosystemen in de van nature ionenarme vennen, met een lange verblijftijd (jaren). Het is zeer de vraag of hier waardevolle levensgemeenschappen kunnen ontstaan, omdat de infiltratie bij calamiteiten op de rivier moet worden onderbroken en de plassen zullen droogvallen, waardoor mineralisatie van bodemmateriaal en dus eutrofiëring optreedt. Zulke vijvers passen totaal niet in het Veluwse landschap van vroeger en nu.
Nog aan het begin van de vorige eeuw was het grootste deel van het Nederlandse pleistocene gebied nog voedselarm. Het Veluwemassief is het grootste relict daarvan. In de loop de eeuwen heeft zich onder de oppervlakte een enorm voedsel- en ionenarm grondwaterpakket ontwikkeld. Dat leverde door middel van beken en sprengen de drijfkracht voor talloze watermolens en zorgde voor het tot stand komen van gradiënten naar de voedsel- en ionenrijkere randgebieden. Daar ontwikkelden zich bijzondere ecosystemen, zoals het Renkumse beekdal en het Wisselse veen, waarvoor nog maar kortgeleden miljoenen euro’s zijn geïnvesteerd in herstelmaatregelen.
Geboorde putten
Door de Commissie Infiltratie Veluwe is ook het alternatief onderzocht om voorgezuiverd IJsselwater niet oppervlakkig, maar via geboorde putten te infiltreren. Ook hiermee wordt de ionensamenstelling van het grondwater op de Veluwe in ongunstige zin beïnvloed.
Meer nog dan bij oppervlakkige infiltratie zal de grondwaterstand bij calamiteiten sterk gaan fluctueren, wat de waterafvoer van beken en sprengen, en dus de ecologie daarvan, in gevaar kan brengen. We hebben juist in de droge zomers van de afgelopen jaren gezien hoe de waardevolle fauna door inspanningen van het Waterschap Vallei en Veluwe en vrijwilligers met kunst en vliegwerk is gered.
Het huidige drinkwaterverbruik bedraagt ongeveer 120 liter per persoon per dag (l.p.p.d.). Naar verwachting zal dit toenemen tot 140 l.p.p.d. in 2040. Inclusief bevolkingstoename en het zakelijk verbruik wordt een toename van de drinkwaterbehoefte van ongeveer 30% verwacht. In 2050 zou die toename zelfs 37% kunnen zijn (De Bel e.a. 2018). De infiltratie van de Veluwe is veertig jaar geleden niet doorgegaan.
Destijds werd een sterke toename van het drinkwaterverbruik verwacht. Dat was toen 190 l.p.p.p.d. Ondanks bevolkingstoename en economische groei is het verbruik gedaald, door het stimuleren van waterbesparing en technologische ontwikkelingen (CBS, PBL, RIVM, WUR 2019). Waarom zou die daling niet verder door kunnen gaan?
Nationale Grondwater Reserve
In de Structuurvisie Ondergrond (IW/IZ 2018) wordt voorgesteld de Veluwe aan te wijzen als Nationale Grondwater Reserve (NGR). De NGR’s hebben als doel om de nationale veiligheid te borgen in geval van grootschalige crisissituaties en maatschappelijke ontwrichting, zoals kernrampen, grootschalige overstromingen, zeer langdurige droogten en/of microbiële besmettingen.
Daarnaast vormen deze grondwatervoorraden reserves voor een mogelijk in de verre toekomst (2050 en verder) stijgende vraag naar of verminderd aanbod van schoon grondwater ten behoeve van de drinkwatervoorziening. Het diepere zoete grondwater onder de Veluwe met uitlopers onder Flevoland wordt daar als NGR genoemd.
Er is alle reden om de ondergrondse waterschat van Veluwe nog de NGR te laten en niet te bezoedelen met van elders aangevoerd systeemvreemd water.
Herman van Dam is Adviseur Water en Natuur
REFERENTIES
Bel, M. de, M. van der Aa & J. Beekman (2018): Vergelijking scenario's toekomstige drinkwatervraag. Deltares/RIVM.
CBS, PBL, RIVM, WUR (2019): Winning en gebruik van water in Nederland, 1976-2016 (indicator 0057, versie 13, 19 maart 2019). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek, Planbureau voor de Leefomgeving, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Wageningen University and Research.
CIV (1976): Rapport van de Commissie Infiltratie Veluwe, uitgebracht aan de Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne.
Dam, H. van & M. Zwijnenburg-de Rijke (1975): Ecologische aspecten van de Veluwe-infiltratie. H2O 8: 309-315.
Dam, H. van, A. Mertens & L.M. Janmaat (1993): De invloed van atmosferische depositie op diatomeeën en chemische samenstelling van het water in sprengen, beken en bronnen. DLO-Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek, Wageningen.
Dam, H. van & A.J. Otte (1996): Veluwse vennen en leemkuilen onder de loep: ontwikkeling van een beleidsvisie voor toekomstig onderzoek en beheer. AquaSense, Wageningen.
Dam, H. van & A. Mertens (2014): Vennen herstellen gedeeltelijk van verzuring: het gevaar van interne eutrofiëring. Landschap 31: 91-100.
Dam, H. van, E. Brouwer, P.J. van der Reest, B.F. van Tooren & I. Schimmel-ten Kate (red.) (2018): Themanummer vennen van Midden-Brabant. De Levende Natuur 119: 43-94.
Dam, H. van & A. Mertens (2019): Monitoring herstel verzuring en klimaatverandering vennen 1978-2018: temperatuur, hydrologie, chemie, kiezelwieren Herman van Dam, Adviseur Water en Natuur, Amsterdam.
IW/EZ (2018): Structuurvisie ondergrond. Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat/ Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Kleef, H. van, H. van Dam, J. Bouwman & J. van der Loop (2016): Venherstelprogramma Veluwse vennen. Stichting Bargerveen, Nijmegen.
Opten, N. (2019): Op de Veluwe worden nog steeds bomen gekapt: `Dit kan gewoon niet'. De Gelderlander 14 april.
Peters, J. (2019): Ruimte nodig voor wateropslag? Kijk eens naar de Veluwe. De Volkskrant 4 november.
Peters, J. (2020): Een kwart cent per emmer drinkwater. Waterspiegel 23(1): 5.
Veen, P.H., G. van Dijk & M.P. Karsemeijer (2014): Het Mosterdveen: een doorstroomveen op het Veluwemassief. De Levende Natuur 115: 177-183.
Witte, J.-P., B. Voortman, K. Nijhuis, M. van Huijgevoort, S. Rijpkema, & T. Spek (2019): Met het historische landschap verdween het water van de Veluwe. Stromingen 33: 91-107.
MEER INFORMATIE
Opiniebijdrage Jos Peters: Een kwart cent per emmer drinkwater
Dat was het begin van meerdere projecten in Dordrecht. Onlangs zijn nog populieren van zo,n 125 jaar oud gesnoeid om duurzaam te behouden die langs het riviertje het Wantij staan. De eerder voorgenomen kap van vele andere, 80 jaar oude bomen, werd voorkomen. Vorig jaar werd een artikel geplaatst in Trouw waarop reacties zijn gekomen uit meerdere steden.
Inmiddels zijn bewoners uit Den Haag, Rotterdam en Amsterdam zich in gaan zetten voor behoud populieren in hun omgeving. Op het blog https://blog.hetwantij.com/ vindt u meer via zoekfunctie "populieren".
Het blog wordt binnenkort geactualiseerd met de nieuwe informatie en rapporten. Graag zien we dat ook deze populieren langs de Maas een kans krijgen duurzaam oud te worden!
Secretaris Cor Goosen