OPINIE - De chemische waterkwaliteit is in 2018 weer een klein stukje ‘minder slecht’ geworden, met het laagste aantal aangetroffen bestrijdingsmiddelen sinds er door Delfland wordt gemeten. Maar gaat het nu echt beter?
Door Hans Middendorp
Delfland waarschuwt zelf dat het doel van een gezonde waterkwaliteit met veel verschillende planten en dieren ‘nog niet binnen handbereik is, daarvoor is nog een behoorlijke verbetering nodig’.
Het liefst wil je natuurlijk helemaal geen bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater. Feit is dat het aantal chemische gewasbeschermingsmiddelen dat boven de wettelijk toegelaten concentratie uitkomt, in Delfland is gezakt van 16 middelen in 2017 naar 12 middelen in 2018.
Echter, de totale concentratie van alle bestrijdingsmiddelen samen is weer licht gestegen. Dat komt dus neer op een hogere concentratie per overgebleven bestrijdingsmiddel. “Het is net als in het verkeer. Rijd je nou echt zoveel veiliger als je niet 16 maar 12 bekeuringen krijgt voor te hard rijden, terwijl je snelheid gemiddeld wel hoger was?”
De bestrijdingsmiddelen die op de meeste locaties de norm overschreden, zijn imidacloprid, pirimicarb en carbendazim (verboden sinds 2016).
Toxiciteitsanalyse
Een analyse van de toxische effecten van de aangetroffen bestrijdingsmiddelen ontbreekt helaas in de Delflandse waterkwaliteitsrapportage. Standaardbegrippen uit de toxicologie, zoals LC50 (lethal concentration voor 50% van de testorganismen zoals bijv. watervlooien) en EC50 (effective concentration waarbij 50% van de testorganismen een niet-dodelijk effect laten zien), worden nergens genoemd.
Imidacloprid (merknaam: Admire) en vergelijkbare stoffen (neonicotinoïden) zijn misschien relatief onschuldig voor mensen maar een sluipmoordenaar voor watervlooien, vlokreeftjes en ander klein waterleven. Die vormen wel de basis waarop de hele voedselketen steunt. Zulke systemische middelen veroorzaken niet alleen directe sterfte, maar de watervlooien etc. die het overleven krijgen ook minder nakomelingen waardoor hun aantallen uiteindelijk flink teruglopen. En er dus minder te eten is voor kleine visjes.
Imidacloprid
Zo is wetenschappelijk aangetoond dat imidacoprid in het slootwater niet alleen schadelijk is voor watervlooien en andere kleine waterbeestjes, maar dat het ook effect heeft buiten de sloot op de zangvogels in de omgeving!
Dan ligt het toch voor de hand om een inschatting te maken van de toxiciteit van de in Delfland waargenomen concentraties Imidacloprid? En dat moet je dus voor elk aangetroffen bestrijdingsmiddel doen.
En dan is er nog zoiets als het cumulatieve effect: een mengsel van bestrijdingsmiddelen is vaak giftiger dan verwacht op basis van toxiciteit per afzonderlijke stof. Daar moet Delfland als waterkwaliteitsbeheerder dus ook goed naar kijken, wil je de ecologische doelen van de KRW halen.
Hans Middendorp is consultant strategie, water en ruimte, klimaatadaptatie en circulaire economie