Het klinkt nogal tegenstrijdig: een natuurbeschermingsorganisatie die de paling, icoon voor het herstel van de ecologische waterkwaliteit, niet mag beschermen in haar eigen natuurgebieden.
Door Hans Middendorp
Deze zomer oordeelde de Raad van State dat de Natuurmonumenten als houder van de visrechten op de Wieden de verpachting niet zo maar mag beëindigen. De belangen van de palingvissers worden vergaand beschermd door de Visserijwet. Ook voor waterschappen en gemeenten in het westen van het land is deze uitspraak van belang. De aal is immers een icoon voor het herstel van de ecologische waterkwaliteit (KRW).
Rode lijst
Veel visrechten stammen nog uit de tijd van de graven van Holland en de bisschoppen van Utrecht. Naast beheerders van natuurgebieden zoals Natuurmonumenten, hebben ook waterschappen zoals Delfland en gemeenten zoals Den Haag nog steeds visrechten. Veel levert de verpachting trouwens niet op en er is maatschappelijke druk om het vangen van paling in het binnenwater te stoppen omdat de paling op de zogenoemde Rode Lijst staat. Sportvisserij Nederland verbiedt haar leden zelfs om paling mee naar huis te nemen op straffe van een fikse boete.
En wordt de paling met uitsterven bedreigd? De meningen zijn nogal verdeeld: palingvissers zeggen van niet, ecologen zeggen van wel. Zo zeldzaam als de reuzenpanda is de paling nog lang niet, ook al staan panda en paling op dezelfde Rode Lijst. Maar het is wel een feit dat de palingvangsten overal in Europa enorm zijn gedaald tot naar schatting gemiddeld 10% van wat er in de jaren ’50 werd gevangen. In Nederland was dat 3-4000 ton paling per jaar. De laatste jaren stijgt de hoeveelheid paling op de visafslag op Urk trouwens weer, tot ca. 160 ton paling in 2018.
Aalherstelplan
Er moest dus iets gebeuren. Kern van het nationale Aalherstelplan uit 2009 is dat minimaal 40% van de schieraal (de volwassen vrouwtjes) de Sargassozee bereikt, de overige 60% procent mogen de palingvissers vangen.
Maar aalherstel is ingewikkelder dan het op het eerste gezicht lijkt. Om te beginnen paait de paling niet in zijn eigen leefgebied maar 5.000 km hier vandaan in de Sargassozee, ten Oosten van de Bermuda-driehoek. De palinglarven drijven in 2 jaar met de warme golfstroom mee langs de hele Europese kust van Portugal tot aan Zweden. Waar een glasaaltje precies het binnenland inzwemt, hangt vooral af van de stroming, het getij en de wind. Het is dus niet zo dat glasaaltjes terugkeren naar het leefgebied van hun ouders. Sterker nog: hun palingouders kwamen waarschijnlijk uit twee heel verschillende leefgebieden elders in Europa.
Glasaal uitzetten
Voeg daar nog bij de menselijke barrières zoals dammen, sluizen en gemalen die een enorme hindernis zijn voor glasaaltjes. Veel gebieden die wel geschikt zijn als leefgebied voor paling, zijn voor glasaal moeilijk te bereiken. En glasaaltjes die niet op tijd in het zoete water terecht komen om te veranderen in jonge paling, gaan dood.
Beroepsvissers omzeilen dit probleem al sinds jaar-en-dag door grote hoeveelheden glasaal in te kopen uit Frankrijk, vaak zelfs met subsidie vanuit het Aalherstelplan. Die glasaaltjes groeien in ca. 7-10 jaar uit tot grote palingen, die de beroepsvissers ‘oogsten’ op het moment dat ze geslachtsrijp worden en naar zee trekken.
Raad van State
Natuurmonumenten beheert rond de zes duizend ha als natuurgebied in de Wieden. Drie beroepsvissers pachten samen ongeveer 2000 ha water voor de palingvangst op paling. "De palingvissers gebruiken het natuurgebied als kweekvijver", klaagde de woordvoerder van Natuurmonumenten in de Volkskrant, en niet geheel ten onrechte.
Ter bescherming van de beroepsvissers is in de Visserijwet bepaald dat in principe de pacht elke zes jaar moet worden verlengd en alleen op vrijwillige basis kan worden beëindigd. Daarom heeft Natuurmonumenten de casus over de palingvangst op de Wieden voorgelegd aan de raad van State.
- Natuurmonumenten beriep zich op het Europees vastgelegde recht op eigendom en dat zij als eigenaar van De Wieden niet gedwongen kunnen worden om mee te werken aan het verlengen van het aalvisrecht. De Raad van State vond de aantasting van het eigendom van Natuurmonumenten echter niet groot en daarom aanvaardbaar.
- Natuurmonumenten stelde ook dat de palingvisserij in De Wieden bijdraagt aan de slechte situatie voor palingen wereldwijd, want bij de import van glasaal uit Bretagne zouden veel glasaaltjes sterven. Volgens de Raad van State is die hoge sterfte door Natuurmonumenten niet aannemelijk gemaakt.
- De Kamer voor de Binnenvisserij stelde dat de visstand in de Wieden in de afgelopen jaren niet slechter is geworden. De Raad van State is daarin meegegaan – en dus moet het aalvisrecht gewoon worden verlengd.
Wat de Raad van State niet heeft gedaan, is een uitspraak doen over de wereldwijde bedreigde status van de aal of over de vraag of sportvissers weer paling mee naar huis mogen nemen. Die discussie zal nog wel even voortduren.
Samenwerking enige optie
Zolang de Visserijwet niet wordt aangepast, zit er voor eigenaren van viswater weinig anders op dan om samen te werken met de palingvissers. Zo is het in Delfland gelukt om de enig overgebleven palingvisser vrijwillig te doen afzien van palingvangst in het viswater van Delfland (niet van zijn visrechten!) door hem te betrekken bij het monitoren van paling en glasaal.
En zo lang glasaaltjes niet op eigen kracht geschikte binnenwateren kunnen bereiken, blijft het nodig om glasaaltjes uit Bretagne te halen - anders zou de paling lokaal uitsterven. Waterschappen en Rijswaterstaat hebben hier ook nog een grote opgave: want sinds 2000 is pas één-derde van de ca. 2700 aalknelpunten in Nederland opgelost.
Ook de smokkel van glasaal moet worden gestopt. Interpol schat de smokkel naar Azië op 100 ton glasaal met een waarde van 3 miljard euro! Volgens de Sustainable Eel Group betreft die illegale 100 ton een kwart van alle glasaaltjes die de kusten van Europa bereiken.
Tot die tijd is echter het uitzetten van glasaaltjes en later terug vangen zoals in De Wieden, waarschijnlijk toch vooral een – klein! – steuntje in de rug voor de paling. Tenminste, als ook wordt voldaan aan de regel in het Aalherstelplan dat 40% van de schieraal naar zee ontsnapt. Daar kunnen waterschappen en beheerders van natuurterreinen de beroepsvissers natuurlijk wèl op aanspreken bij de Raad van State.
Hans Middendorp is visbioloog