Waterschap Amstel, Gooi en Vecht beschermt mensen tegen overstromingen en zorgt voor genoeg schoon water voor iedereen. Met iedereen wordt bedoeld alle 1,4 miljoen inwoners van het beheergebied, dat 17 gemeenten omspant. Als bestuursorgaan staat AGV ook midden in de samenleving en opent het zijn archieven.
door Joyce Sylvester
Net als vele andere waterschappen in Nederland, heeft ook AGV te maken met het slavernijverleden, waar we vandaag stil bij staan met de Nationale Herdenking Nederlands Slavernijverleden en het Keti Koti Festival.
Denk alleen al aan het watermanagement dat op de koloniale plantages werd toegepast. Een typisch product van de Lage Landen, dat, zo blijkt uit de historische archieven, in Suriname en de Caraïbische eilanden werd aangewend om bijvoorbeeld kleiige, drassige grond in cultuur brengen. Dat was iets waar de Nederlanders goed in waren. Tot op de dag van vandaag treft men eeuwenoude gemalen en sluizen op die voormalige plantages.
Waterschappen beschikken over eeuwenoude kennis en ervaring op het gebied van watermanagement, en deze kennis en ervaring is ingezet in de voormalige koloniën. De vraag is gerechtvaardigd of de plantage-economie überhaupt wel tot stand had kunnen komen zonder deze kennis en ervaring in de overzeese rijksdelen toe te passen? Had de slavernij überhaupt kunnen ontstaan?
Familienamen
Hoe dan ook, vanuit zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft AGV twee onderzoekers van de Nederlandse slavernijgeschiedenis, Dineke Stam en Dienke Hondius, uitgenodigd om het historisch archief van het waterschap te onderzoeken op associaties met het slavernijverleden. Zij doken in de archieven. Dat heeft een drietal namen opgeleverd. Namen van lokale notabelen van wie bekend is dat ze gelieerd waren aan koloniale ondernemingen. Rijke kooplieden, invloedrijke families. En, ja, zij waren soms ook bestuurder van een polder of hoogheemraadschap.
Een van hen is Jan Elias Huydecoper, die huizen had aan de Amsterdamse Keizersgracht en een statige buitenplaats aan de Vecht. Behalve burgemeester van de hoofdstad was hij hoofdparticipant van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) én verbonden aan de hoogheemraden Zeeburg en Diemerdijk.
Een andere naam die opduikt is Abraham d’Arrest, eveneens een hoogheemraad en ook burgemeester (van Weesp), die investeringen had in de West-Indische Compagnie (WIC). Gerard Aernout Hasselaer, ten slotte, was behalve burgemeester van Amsterdam ook bewindhebber van de VOC. Zijn dochter was een van de beste vriendinnen van Belle van Zuylen.
Families als deze hebben veel geld verdiend. Ze investeerden in schepen en plantages, en raakten zo betrokken bij een verwerpelijk stelsel zonder echter direct geconfronteerd te worden met wat er overzee gebeurde. Die ellende bleef hier relatief onzichtbaar. Dat gold voor tal van Nederlanders in die tijd: wie ook maar een paar aandelen koffie had, was letterlijk aandeelhouder in de slavernij.
Herdenkingsjaar slavernijverleden
1 juli 2024 markeert de afsluiting van het Herdenkingsjaar Slavernijverleden, waarin Koninkrijk-breed extra aandacht is besteed aan dit pijnlijke, en tot voor kort onderbelichte onderdeel van onze gedeelde geschiedenis.
Als ieder ander Nederlands bestuursorgaan behoren ook waterschappen zich in te spannen om hun verleden onder ogen te zien. En Amstel, Gooi en Vecht is niet uniek: ook alle andere 20 waterschappen hebben historische archieven die kunnen worden ontsloten en die waardevolle informatie bevatten voor onderzoekers. Ik zou zeggen: kijk daar eens in.
Joyce Sylvester is dijkgraaf van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht