De waterschappen voelden zich bij de verkiezingen in maart dit jaar een beetje tweederangs ten opzichte van de provincies. In een evaluatie noemden ze daarvoor vooral praktische punten zoals het telproces, de communicatie met de Kiesraad en verouderde software. Valt er ook meer inhoudelijk wat te zeggen over de waterschapsverkiezingen? Manita Koop, werkzaam voor Delfland, en Hans Vollaard, politicoloog aan de Universiteit Utrecht, signaleren beiden de rol van gebrek aan kennis en interesse bij kiezers. Hoe dat op te lossen?
door Mirjam Jochemsen
Manita Koop: ‘Aparte verkiezingen mooiste manier om te werken aan bewustzijn'
“In september tweette ik naar aanleiding van de evaluatie van de verkiezingen in maart: ‘Gewoon weer aparte verkiezingen. Dan is tenminste duidelijk waar het om gaat, en is het niet een soort afgeleide van een enquête over het kabinet.’ Ik weet dat er verschillend over wordt gedacht, maar persoonlijk ben ik overtuigd voorstander van aparte waterschapsverkiezingen."
"Door de getrapte verkiezingen werd de campagne in maart volstrekt ‘overschreeuwd’ door landelijke kopstukken met landelijke onderwerpen. Terwijl we natuurlijk graag willen dat inwoners zich uitspreken over de belangrijke regionale onderwerpen. De provincies stonden in de schaduw van de landelijke politiek, en de waterschappen weer in die van de provincies. Daarmee doe je zowel de provincies als de waterschappen tekort.”
“Dit terwijl ik het – en dat is mijn tweede punt – heel belangrijk vind dat mensen een bewuste keuze maken als het gaat over waterschapswerk. De meeste mensen weten eigenlijk amper wie we zijn en wat we doen. De OESO waarschuwde ons 10 jaar geleden al dat we werk moesten maken van bewustwording. Nou, aparte waterschapsverkiezingen vind ik de mooiste manier om te werken aan bewustzijn. Verkiezingen zijn belangrijke momenten in een democratie. Daar moet je tijd, geld en aandacht aan besteden. Ik ben ook erg voor de gang naar het stembureau. Het is een sociaal moment, een soort hoogtijdag.”
Onverdeelde aandacht
“Met aparte verkiezingen krijgen we de onverdeelde aandacht van de kiezer en kan het echt over de inhoud gaan. Onze taken raken aan steeds bredere opgaven, met ‘water en bodem sturend’ gaan onze besluiten meer en meer over de inrichting van de ruimte. Daarmee wordt de lange termijn steeds belangrijker. Na 2027 komen 2030, 2050 en 2100. Waterschappen en provincies moeten steeds meer met elkaar samendoen. Maar dat geldt juist niet voor de verkiezingen. Juist als je samenwerkt is een eigenstandige, gelijkwaardige positie essentieel, en zelfstandige verkiezingen dragen daaraan bij.”
Hans Vollaard: ‘Met een lagere opkomst blijft het mandaat zwak'
“Politiek is keuzes maken, door prioriteiten te stellen, belangen en waarden tegen elkaar af te wegen – en daarvoor medestanders vinden en tegenstanders bestrijden. En of het nu gaat om de hoogte van het waterpeil, het verzilten van landbouwgebieden, de verdeling van de lasten, de keuze tussen meer geld voor biodiversiteit of een waterzuiveringsinstallatie – daarover maakt het waterschapsbestuur politieke keuzes. En een verkozen bestuur met een mandaat van de inwoners ligt voor de hand om keuzes met draagvlak te kunnen maken.”
“Juridisch gezien krijgt het waterschapsbestuur een mandaat via verkiezingen. Van een goed inhoudelijk mandaat is nu echter geen sprake. Bijna de helft van de kiesgerechtigden komt immers niet op. Terwijl het kiezersonderzoek over waterschappen aantoont dat niet-stemmers gemiddeld genomen andere standpunten hebben dan stemmers. De inwoners die wél stemmen, willen deels (ook) een boodschap aan de nationale politiek afgeven. Ondertussen weet 70 procent van de inwoners niet wat het belangrijkste probleem is in hun waterschap. Dat maakt de inhoudelijke boodschap die kiezers meegeven via de waterschapsverkiezingen ronduit mager.”
Mandaat versterken
“Ná de verkiezingen moeten algemene besturen dus nog achterhalen wat alle inwoners willen met hun waterschap. Met problemen zoals hittestress, funderingsschade, droogte, extreme stortbuien en overstromingen zijn er genoeg onderwerpen die het leven van mensen direct raken. Door samen met hen actief in beeld te krijgen wat zij daarbij nodig hebben, kunnen algemene bestuursleden optreden als ambassadeurs van de inwoners – en dus niet als ambassadeurs van het waterschap, die de inwoners zouden moeten overtuigen hoe belangrijk het waterschap is.”
“Tja, wat kan verder helpen om het mandaat van waterschapsbesturen te versterken? Opkomstbevorderende maatregelen zoals digitaal stemmen, meer dagen stemmen of meer stembureaus doen niks aan het gebrek aan interesse en kennis. De opkomst zal daarom maar weinig omhoog gaan, zeker onder groepen die structureel minder gaan stemmen, zoals jongeren en praktisch opgeleiden. Daarnaast kan met bovengenoemde maatregelen het idee makkelijker postvatten dat er gerommeld is met de verkiezingsuitslag. Dat kan het vertrouwen in het waterschapsbestuur juist schaden.”
Aparte waterschapsverkiezingen
“Immers, niet onterecht klinkt de klacht dat waterschapsverkiezingen nu worden overschaduwd door de Provinciale Statenverkiezingen en de daaraan verbonden Eerste Kamerverkiezingen. Naar verwachting zal bij aparte waterschapsverkiezingen echter de opkomst stevig dalen, want een deel van de waterschapskiezers stemt alleen omdat ze toch opkomen om provinciaal te stemmen. En met een lagere opkomst blijft het mandaat zwak.”
“Om een steviger inhoudelijk mandaat te krijgen, valt er wel wat te zeggen voor het samenvoegen van waterschappen met provincies. Zeker als het gaat om de fysieke omgeving spelen daar immers soortgelijke afwegingen van waarden en belangen. Het zou daarnaast voor de vrijwilligers op het stembureau heel wat schelen als ze maar van één verkiezing tegelijk de stemmen hoeven te tellen. En nog belangrijker: provincies zijn net iets minder onbekend dan waterschappen. Zodoende kunnen besluiten over waterschapstaken door de (uitgebreide) provincies net wat beter verankerd zijn in de belangen en keuzes van de inwoners.”
Dit artikel is verschenen in de printuigave van H2O november