secundair logo knw 1

D66 en GroenLinks hebben een initiatiefwetsvoorstel ingediend om in het waterschapsbestuur de geborgde zetels af te schaffen. Het waterschapsbestuur (vergelijkbaar met de gemeenteraad) bestaat uit zetels voor ingezetenen (hier stemmen we elke vier jaar voor), bedrijven, natuurterreinen en agrariërs. De drie laatstgenoemden hebben een gereserveerde of ‘geborgde zetel’ in het bestuur waarvoor mensen worden benoemd door belangenorganisaties. De initiatiefnemers van het wetsvoorstel vinden dat ondemocratisch en willen daarom af van dit systeem. De fractie CU/SGP van Hoogheemraadschap van Delfland zou graag zien dat hier genuanceerder en meer integraal naar gekeken wordt.

door Pieter-Jan Hofman
Pieter Jan Hofman 180 vk Pieter Jan Hofman

De hoofdtaken van het waterschap zijn zorgen voor droge voeten en peilbeheer enerzijds en de zuivering van afvalwater anderzijds. Zoals de initiatiefnemers aangeven komen er steeds meer taken bij zoals het stimuleren van biodiversiteit, het beheren van zwemwater, het stimuleren van duurzaamheid en het adviseren over de ruimte voor water richting gemeenten.

De huidige wettelijke taken zijn eigenlijk te smal voor wat het waterschap allemaal zou moeten en kunnen doen; zeker nu de effecten van klimaatverandering meer en meer voelbaar worden. Gezien deze ontwikkelingen moet het bestuur van het waterschap volgens de initiatiefnemers alleen bestaan uit partijen waarvan de leden door vrije verkiezingen worden verkozen. Er is geen plaats meer voor de geborgde leden die indirect worden verkozen door belangengroeperingen.

Te kort door de bocht
De fractie CU/SGP Delfland denkt dat het zeker goed is om de huidige samenstelling van het bestuur tegen het licht te houden, maar het zonder meer afschaffen van de geborgde leden is te kort door de bocht.

CU/SGP Delfland is kritisch: de geborgde leden maken een (te) groot deel uit van het algemeen bestuur. In Delfland zijn van de dertig zetels negen zetels toegewezen aan geborgde leden. Bovendien is het onnodig dat – zoals wettelijk is voorgeschreven - er altijd iemand van de geborgde zetels in het dagelijks bestuur zit (zeg maar wethouder mag zijn).

De discussie over de geborgde zetels kan echter niet los worden gezien van het feit dat de maatschappelijk betekenis van het waterschap in de laatste decennia is toegenomen. Het enkel afschaffen van de geborgde zetels maakt niet dat de positie van het waterschap beter tot zijn recht komt en een meer democratisch karakter zal krijgen. Daarvoor zou je ook het belastingstelsel, de bevoegdheden en het takenpakket van het waterschap moeten moderniseren.

We hebben allemaal belang bij droge voeten, en daarbij is het goed als in het bestuur sommige geluiden 'geborgd' zijn

Eigen geld
In de discussie rond de geborgde zetels speelt nog een ander aspect. Het grote succes van het waterschap is dat het alleen bezig is met watertaken en daarvoor ook eigen geld heeft. We hebben allemaal belang bij droge voeten, en daarbij is het goed als in het bestuur sommige geluiden 'geborgd' zijn. Agrariërs vormen bijvoorbeeld een erg kleine groep, terwijl als het gaat om peil en waterberging er voor hen stevige belangen spelen.

Ook beheerders van natuurterreinen helpen mee in het realiseren van het bergen van water of juist het vasthouden van water. De waterschapsbelasting werkt zo dat de kosten worden verdeeld over deze categorieën en ook elk van deze categorieën een eigen tarief heeft als het gaat om de kosten voor het watersysteem. Het lijkt ons logisch dat - bij het afschaffen van geborgde zetels – naar deze zaken wordt gekeken.

Tot slot speelt mee dat particuliere terreinen worden ingezet om waterbeheersmaatregelen te realiseren; zowel voor stedelijk als landelijk gebied. Landelijk ligt het accent op waterbergingsgebieden en/of spaarbekkens (klimaatbuffers), onderwater drainage, opzet van het peil en het vasthouden van water door afvoer te vertragen. Voor het stedelijk gebied gaat het vooral om de opvang van regenwater, het vergroten van de opvang van de bodem en handhaving van het grondwaterpeil, aanleg van waterkelders, verwijdering van verharding en aanbreng van beplanting.

Instrumenteel
Om dit soort maatregelen te realiseren is het belangrijk dat alle betrokkenen de noodzaak zien en hun medewerking verlenen. Belangengroepen in het bestuur zijn hiervoor instrumenteel. Ze nemen hun kennis mee en kunnen meedenken en expertise inbrengen bij de watertaken. Daarnaast wordt de inspraak en participatie van deze belangengroepen zeker gesteld. In het kader van de komende Omgevingswet een niet onbelangrijk gegeven.

Het zou goed zijn als de initiatiefnemers zich verdiepen in die context van het waterschapsbestuur. Het huidige voorstel is te kort door de bocht doordat slechts één aspect wordt belicht. Door een meer integrale benadering te kiezen, wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de modernisering van het waterschapsbestuur. En dat is iets waar alle betrokkenen baat bij hebben.

Pieter-Jan Hofman is fractievoorzitter CU/SGP Delfland

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

h2ologoprimair    PODIUM

Podium is een platform voor opinies, blogs en door waterprofessionals geschreven artikelen (Uitgelicht). H2O draagt geen verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze bijdragen, maar bepaalt wel of een bijdrage in aanmerking komt voor plaatsing. De artikelen mogen geen commerciële grondslag hebben.

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Prachtplan Jos ! Nog een argument voor: grondwater is minder kwetsbaar dan oppervlaktewater in tijden van oorlogsdreiging. 
Plan B ja de Haakse zeedijk voor de kust van Nederland maar zelfs ook Belgie en Denemarken!
De grootste veroorzaker van de kostenstijgingen op water, energie en brandstof is de Rijksoverheid. De aandacht kan beter daar op gevestigd worden. De verhoging door de investeringen voor de drinkwaterleidingen is marginaal. Wel een verdiept in de belasting op leidingwater (voor kleingebruikers tot 300m3) van 0,5 EURO per m3? 
Om het helemaal compleet te maken neem ik aan dat beide heren met een zeilboot uit 1624 naar Nederland zijn gekomen om de CO2 voetprint niet teveel te verhogen.