Het programma Kennisimpuls Waterkwaliteit loopt op zijn einde. Op 1 juli is er een ‘slotevenement’. Dan wordt stilgestaan bij de oogst van het vier jaar durende project dat gericht was op betere ontsluiting van bestaande informatie over ecologische processen en over bronnen, emissies en effecten van stoffen. Dat is gelukt. De oogst omvat vele rapporten, factsheets en diverse door STOWA verzorgde kennisdossiers (Deltafacts), leest u in H2O mei.
door Bert Westenbrink
In verschillende projecten is nieuw digitaal gereedschap ontwikkeld en beproefd. Maar er zijn ook nieuwe vragen gerezen. “Het is toch raar”, zegt Christa Groshart van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, “dat hoewel er vooruitgang wordt geboekt in de reductie van nutriënten in het oppervlaktewater, dit zich niet vertaalt in een evenredige verbetering van de ecologische kwaliteit.”
Het programma mag dan ‘latente en deels versnipperde kennis’ in verband hebben gezet, de kennisimpuls heeft ook het inzicht versterkt dat er nog veel schort aan de waterkwaliteit. En dan gaat het niet alleen over het groeiende besef dat de verbetering niet snel genoeg gaat (met de huidige maatregelen wordt verwacht dat slechts 35 tot 65 procent van de regionale wateren in 2027 voldoet aan de Kaderrichtlijn Water), maar ook dat er nieuwe problemen ontstaan.
Zo leest u in deze H2O: vergrijzing van het grondwater is het probleem van de toekomst. “We vinden steeds meer stoffen in het grondwater terug, in almaar grotere hoeveelheden.” Gezien de ernst, het belang en het ontluikende besef, lijkt een adequate bestuurlijke reactie een abc’tje. Maar nee: “Vergrijzing is nu geen onderwerp van beleid.”
Het is het frame van de goede intenties en de (vele) deelnemers, maar de vraag is wel: wat levert het programma nu feitelijk op?
Gaan we naar het oppervlaktewater. Met het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) heeft de agrarische sector een project opgetuigd om de belasting van het water te verminderen. Het project begon in 2013, inmiddels doen 15.000 agrarische bedrijven mee. Regelmatig verwijst de agrarische sector naar het programma om te onderstrepen dat boeren er werk van maken om nitraatuitspoeling en nutriëntenbelasting terug te dringen.
Het is het frame van de goede intenties en de (vele) deelnemers, maar de vraag is wel: wat levert het programma nu feitelijk op? Het antwoord: we weten het niet. Pas dit jaar is er een traject opgestart om de DAW-effecten te monitoren, schrijven onderzoekers van het KIWK-project Nutriënten in deze H2O: “Er is niet ingezet op specifieke monitoring en dat is een belangrijk gemis.”
‘Geen onderwerp van beleid’, ‘een belangrijk gemis’, het zijn enkele observaties uit een omvangrijk programma (budget 13 miljoen euro) dat veel heeft opgeleverd, maar ook onderstreept dat er nog een hoop werk aan de winkel is om de kwaliteit van het water echt te verbéteren.
Bert Westenbrink is hoofdredacteur van H2O media en schrijft het redactioneel in het vakblad