secundair logo knw 1

Nederlandse gemeenten barsten van de kennis over klimaatadaptatie, en er zijn talloze kennisproducten beschikbaar. Maar: wat al lang en breed toegepast wordt binnen de ene gemeente, is niet altijd vanzelfsprekend, laat staan bekend, bij de andere. STOWA verkent sinds 2020 daarom samen met Stichting RIONEDi en het Platform Samen Klimaatbestendigii wat er nodig is om bestaande hulmiddelen, kennisproducten en tools in verschillende werkregio’siii op maat in te kunnen zetten. Op die manier kan praktische klimaatkennis beter landen en worden ingezet binnen en bij samenwerkende waterschappen en gemeenten.

Tekst Carleen Mesters (Stroom en Onderstroom, namens STOWA en Stichting RIONED)

Klimaatadaptatie is een van de grote opgaven waar waterschappen, provincies en gemeenten voor staan. Om de klimaatambities te halen, werken zij in de eigen regio nauw samen met private en maatschappelijke partners. Zij worden daarbij ondersteund met allerhande kennisproducten: reken(tools), beslisschema’s en dergelijke. De ontwikkeling, actualisering en verdere verbetering van deze kennisproducten vindt plaats vanuit verschillende programma’s en initiatieven zijn daarvoor. Ze zijn vaak samen met koplopers ontwikkeld, en beschikbaar voor alle regio’s, via diverse platforms.

De zorg groeit dat een deel van de ontwikkelde kennis(producten) niet of te weinig zijn weg naar de praktijk vindt, door o.a. een mismatch tussen vragers en aanbieders van tools, te geringe toepassingsmogelijkheden in de werkprocessen in de regio’s en de ontoereikende vindbaarheid van de hulpmiddelen. Het gevolg is dat wielen opnieuw moeten worden uitgevonden; dat kost tijd en geld terwijl de tijd dringt, want klimaatverandering zorgt voor steeds grotere problemen in het bebouwd en het landelijk gebied.

Uitgelicht Klimaatkennis 900b

Vandaar dat STOWA sinds 2020 samen met Stichting RIONED en het Platform Samen Klimaatbestendig onderzoeken wat nodig is om bestaande hulmiddelen, kennisproducten en tools in verschillende werkregio’s op maat in te kunnen zetten.

De beste stuurlui … zijn al aan boord
De in 2020 uitgevoerde verkenning van de behoefte aan praktische kennis(producten) voor het halen van hun klimaatopgaven, laat zien dat de opgaven, kansen, zorgen en wensen bij gemeenten en waterschappen die we spraken, niet op zichzelf staan maar breed gedeeld worden in veel andere regio’s (onderzoek VNG, eindadvies DPRA door Platform SamenKlimaatbestendig, Veluweberaad, projectteam Kennisaanpak). Ze zijn samen te vatten als drie behoeften:

Afb 2 Uitgelicht Klimaatkennis

1. Oerwoud aan hulpmiddelen: de beschikbare kennis, hulpmiddelen en (reken)tools zijn veelal onbekend en het blijkt lastig om een weg te vinden in het ‘oerwoud van kennisproducten’.
2. Agenderend netwerkgesprek: er is binnen regio’s behoefte aan netwerkbijeenkomsten waarbij STOWA, Stichting RIONED en Platform Samen Klimaatbestendig samen met gemeenten en waterschappen in de regio verkennen welke vragen er leven en welke kennis nodig is om toekomstige opgaven het hoofd te bieden.
3. Gluren bij de buren: er is behoefte aan uitwisseling tussen vergelijkbare regio’s (bijvoorbeeld regio’s op kleigrond, of juist op de hogere zandgronden), vooral om van elkaar te horen welke oplossingen al zijn gevonden voor vergelijkbare vragen.

Gezien de opmaat naar de uitvoeringsagenda’s in de regio’s na de stresstesten en de risicodialogen, hebben de regio’s juist nu adequate kennis en hulpmiddelen nodig om die uitvoeringsagenda’s op maat te maken. Bijvoorbeeld om daarmee succesvolle aanvragen te kunnen doen bij de Impulsregeling Klimaatadaptatie, bedoeld om adaptatiemaatregelen versneld uit te voeren, geplande ruimtelijke maatregelen uit te breiden of nieuwe maatregelen in te passen.

Met bovenstaande behoefte in het achterhoofd, zijn in 2021 verschillende bijeenkomsten gehouden waar mensen via mini-lezingen (‘proeverijen’) aan de hand van hun specifieke regionale situatie en behoefte toelichting kregen op de vraag hoe en waarvoor je uiteenlopende hulpmiddelen, kennis en (reken)tools effectief kunt inzetten. Daarnaast wisselden gemeenten, waterschappen en provincie in gesprekken inzichten en ervaringen uit over wat er op hen afkomt en hoe je klimaatadaptatie in de eigen organisatie kunt inpassen, al dan niet gekoppeld aan andere opgaven. Tijdens het online kennisfestival ‘Do Facts Matter’ dat STOWA samen met Waterschap Drents Overijsselse Delta begin 2021 organiseerde, wisselden regio’s vragen, wensen en ervaringen uit tijdens de workshop ‘De beste stuurlui … zijn al aan boord’. 

Deze bijeenkomsten werden gedomineerd door een breed ervaren gevoel van urgentie vanwege het snel veranderende klimaat in samenhang met andere ruimtelijke opgaven (energietransitie, woningbouw, water- en bodemkwaliteit, biodiversiteit). Daarin domineerden drie vragen:

  • hoe integreren we klimaatadaptatie in de werkprocessen binnen de eigen organisatie? zorgen we voor voldoende menskracht, participatie en middelen en bouwen we kennis op
  • hoe krijgen we binnen de regio/keten helder wat we nu precies onder klimaatadaptatie verstaan en hoe werken we slim samen om onze gezamenlijke kennis en ervaringen te delen en te benutten
  • hoe gaan we om met de toenemende onzekerheid, welke beschikbare hulpmiddelen, kennis en (reken)tools zijn er, en kunnen we die het best inzetten?

De urgentie: de eigen organisatie, de keten en de onzekerheid
Deze vragen hebben we verder verkend in een aantal regiobijeenkomsten en geclusterd in drie thema’s: de eigen organisatie, de regio/keten en de balans tussen zekerheid en onzekerheid. Hieronder vatten we de inzichten erover samen:

1. De eigen organisatie: het belang van gedeelde urgentie, voldoende menskracht, tijd en middelen, concrete doelen en regiospecifieke data.

- Klimaatadaptatie moeten we integreren in onze werkprocessen en met andere opgaven (zoals RES, nieuwbouw). We moeten zorgen dat we het niet meer als ingewikkeld ervaren, dat er voldoende menskracht, participatie en middelen binnen de organisatie zijn om stappen te zetten en (intern) hierover communiceren;

- Klimaatadaptatie integraal beleggen bij zowel water en riolering als bij Ruimtelijke Ordening, zorg en sociaal domein zodat er tot in de haarvaten van de organisatie bewustwording komt;

- Waterprofessionals trekken het probleem te veel naar zichzelf toe, het is nodig dat we het terugleggen bij onze bestuurders, duidelijk maken wat het echte probleem is. We moeten niet méér op onze schouders nemen dan dat we aankunnen!

2. In de regio/de keten: een soepele samenwerking met partners, vanuit gezamenlijke doelen en lenig omgaan met verschillende waarden, geïntegreerd werken en de bakens durven verzetten.

- We hebben een gezamenlijk beeld nodig wanneer je klimaatbestendig bent. We moeten van elkaar leren om niet opnieuw wielen uit te hoeven vinden en we moeten koppelkansen vinden met landbouw, gezondheid, ruimtelijke kwaliteit en mobiliteit, en die benutten;
- We moeten meer sparren en delen van goede voorbeelden met collega’s van andere gemeenten en kansen benoemen in het landelijk gebied. Laten we binnen onze regio’s zorgen dat we elkaar weten te vinden, meer geïntegreerd werken en klimaatadaptatie opnemen in omgevingsvisie(s);

- We moeten gebruikmaken van de ontstaansgeschiedenis van een stad, dorp of gebied in relatie tot het natuurlijk systeem van landschap, bodem en water, als gidsprincipe voor ruimtelijke ontwikkelingen en klimaatadaptatie in de Omgevingsvisie; ook de 3-30-300 vuistregel (minimaal 3 bomen vanuit elk huis te zien, 30 % bladhoudend groen in de wijk en maximaal 300 m afstand tot groene ruimte) zou in de Omgevingsvisie moeten staan;

- Met inwoners en woningcorporaties het gesprek aangaan over afkoppelen, bijv. aan de hand van hittestress- en wateroverlastkaarten hiervoor, alsmede prestatieafspraken maken met woningcorporaties over het klimaatbestendig maken van woningen.

3. De balans tussen zekerheid en onzekerheid; laat controle meer los en durf te handelen, schuif problemen niet vooruit vanuit de zorg voor, en waarden van het systeem.

- Klimaatadaptatie tegen hittestress begint bij kleding, huis, gedrag;

- Zorg voor betere ontsluiting van de beschikbare hulpmiddelen, kennisproducten en rekentools, investeer tijd om aan de slag te kunnen met een bruikbare tool. Vertrouw tegelijkertijd op gezond verstand. Sluit aan bij tips en ervaringen van anderen en begin klein;

- Er moet meer aandacht komen voor communicatie en PR (bijvoorbeeld zoals dat gaat met Samen waterklaar! in Limburg en Arnhem Klimaatbestendig), zodat de bewustwording groeit dat er actie nodig is;

- Met de Toolbox Klimaatbestendige Stad kan je bij inbreidingsplannen onder andere direct zien wat het effect van een aantal bomen meer of minder op de gevoelstemperatuur is. Dit maakt ontwerpers bewust in het effect van keuzes;
- Organiseer een roadshow over de risicodialoog voor projectmanagers, beleidsmakers en bestuurders - een bus die een week lang op dezelfde plek staat;

- Zorg voor een landelijke SIRE campagne, denk aan die in 2003 met Peter Timofeeff.

Sneller, samen, slimmer!
Als we de uitkomsten van Kennis in de Regio in breder perspectief plaatsen, dient zich een aantal kansen aan. Daarbij is het goed om de verbinding te zoeken met dat wat er al is, met name de verschillende initiatieven die parallel aan dit traject lopen vanuit o.a. DPRA, Platform31, VNG, Unie van Waterschappen en Initiatiefgroep Veluweberaad.

Kennispartners VNG, de Unie van Waterschappen, het Ministerie van IenW, Rijkswaterstaat, Platform Samen Klimaatbestendig, Platform 31, STOWA en Stichting RIONED verkenden begin 2021 gezamenlijk hoe de beschikbare kennis, leerlijnen, ontwikkelingen en opgaven in de regio met elkaar samenhingen, en of meer samenwerking wenselijk en mogelijk is. Op grond van de huidige ontwikkelingen in de kennisaanpak en de urgentie om snel toe te werken naar een aanpak die aansluit bij de behoeften van de regio’s, zien we een kans om de omwenteling van kennis naar leren een prominente plaats te geven in de Kennisaanpak Klimaat 2022-2024. Hierbij sluiten we aan bij VNG rapport 2021, het Advies Kennisaanpak van Samen Klimaatbestendig (nov 2020) en de voortgangsrapportage DPRA (mei 2021).

In de voortgangsrapportage DPRA van mei 2021 wordt gesteld dat klimaatadaptatie voor veel regio’s momenteel op een belangrijk kantelpunt staat: Waar we het eerder nog als klus zagen en voornamelijk projectmatig oppakten, zien we nu een groeiende behoefte bij de decentrale overheden om meer naar een procesmatige aanpak te gaan.’ Dit vraagt om andere mensen en competenties, interdisciplinair samenwerken tussen het fysieke en sociale domein en strategische langetermijn visie en slagkracht.

Urgentie
De ontwikkelingen laten zien dat we in de kennisaanpak meer aandacht moeten krijgen voor het implementeren en toepassen van kennis. En we moeten beter aansluiten bij de behoeften in de praktijk door van elkaar te leren op inhoud, proces, instrumentarium, borging en implementatie in de praktijk. Deze conclusie zien wij bevestigd door mensen uit de praktijk van gemeenten en waterschappen.

Wenkend perspectief
Indien we er met elkaar in slagen van elkaar te leren en kennis te implementeren, dan voorzien we dat gemeenten en waterschappen meer en sneller de juiste klimaatadaptieve maatregelen kunnen realiseren in de praktijk. Die versnelling kan komen als we aansluiten bij de leerbehoeften vanuit de praktijk, door te zorgen dat toegepaste kennis beter wordt gedeeld en door betrokken partijen te laten leren van elkaar. Maar ook door effectiever en efficiënter samen te werken. Op die manier dragen we met dit project bij aan de ondersteuning van de werkregio’s en aan het samen halen van de doelen voor een klimaatbestendige leefomgeving.


i) STOWA en Stichting RIONED ontwikkelen, standaardiseren en verspreiden hulpmiddelen, kennisproducten en (reken)tools voor waterschappen en gemeenten o.a. op het gebied van stedelijk waterbeheer en klimaatadaptatie. Kennis die (stedelijk) waterbeheerders nodig hebben om de opgaven waar zij in hun werk voor staan, goed uit te voeren. Daarnaast hebben STOWA en Stichting RIONED hun eigen programmering, die zij kunnen uitbreiden met:
- kennisproducten en (reken)tools presenteren, promoten en toelichten, bijvoorbeeld via een kennisdag of een tour langs de regio’s en tegelijkertijd te horen wat er (verder) speelt;
- investeren in leertrajecten, via specifieke trainingen op aanvraag en naar behoefte en goed voorbereid (PerceelTool, Toolbox Klimaatbestendige stad, etc.);
- ophalen van vragen, knelpunten en dilemma’s in de regio’s, bij voorkeur in fysieke bijeenkomsten
- aansluiten bij de vier leermodules zoals boven beschreven
- online trainingen op aanvraag van specifieke hulpmiddelen waaronder PerceelTool, Toolbox Klimaatbestendige Stad, Raintools.

ii) Platform Samen Klimaatbestendig verbindt vragen van overheden en andere partijen met mensen, kennis en praktijkervaring. Zij bouwde in 2020 in samenwerking met ingenieursbureaus en kennisinstellingen aan vier leermodules die voorzien in combinatie van aanbod van tools en het ophalen van wensen en behoeften voor regio, nieuwbouw, bestaande bouw en gemeenten:
- Instrumenten voor gebiedsontwikkeling (klimaatbestendige nieuwbouw)
- Governance & Strategie (regionaal)
- Participatie en co-creatie (gemeenten)
- Best practices (bestaande bouw)
De modules zijn begin 2021 in de vorm van pilots via Platform31 aangeboden aan Nederlandse gemeenten en waterschappen.

iii) In het kader van het Delta Programma Klimaat Adaptatie (DPRA) zijn werkregio’s gevormd. Betrokken provincie, gemeenten en waterschap(pen) van iedere werkregio maken gezamenlijk de kwetsbaarheden voor weersextremen via een stresstest inzichtelijk, stellen de eigen ambities en het beleid vast en formuleren de benodigde maatregelen. Met als doel ervoor te zorgen dat Nederland klimaatbestendig en waterrobuust wordt ingericht.


De bijdragen aan de rubriek UITGELICHT zijn voor rekening van de auteurs. H2O heeft geen bemoeienis met de inhoud, behoudens de beoordeling of de bijdrage in aanmerking komt voor plaatsing in deze rubriek. De artikelen hebben geen commerciële grondslag.

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

h2ologoprimair    PODIUM

Podium is een platform voor opinies, blogs en door waterprofessionals geschreven artikelen (Uitgelicht). H2O draagt geen verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze bijdragen, maar bepaalt wel of een bijdrage in aanmerking komt voor plaatsing. De artikelen mogen geen commerciële grondslag hebben.

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest. 
De heer Revis is afkomstig uit een openlijk natuurvijandige partij als de VVD. Ook als wethouder RO in Den Haag is van hem geen enkel, ik herhaal, geen enkel groen feit bekend, tenzij ik iets heb gemist. SBB heeft zware klappen opgelopen door de Bleker-bezuinigingen. Zo is in de provincie Zuid-Holland de subsidie voor onderhoud en beheer gedaald van 45% naar 25%. SBB staat op het punt om natuur- en recreatiegebieden af te sluiten. Om in kabinetstermen te spreken een natuurcrisis. Ondanks dat we van de heer  Revis qua achtergrond niets mogen verwachten, zou hij, je weet het maar nooit, juist vanwege zijn achtergrond, SBB goede diensten kunnen bewijzen. Ik wens hem uiteraard veel succes en waar wij als KNNV-afdelingen Zuid-Holland kunnen steunen, zullen we dat beslist doen.
Huub van 't Hart, secretaris Natuurbescherming KNNV Natuurlijk Zuid-Holland