secundair logo knw 1

De zogeheten bezemacties in de afgelopen jaren lieten zien dat er onder agrariërs een duidelijke behoefte is aan een gestructureerd afvoersysteem voor restanten van bestrijdingsmiddelen. Er is goed nieuws: dit jaar is er een landelijk inzamelsysteem voor restanten van gewasbeschermingsmiddelen, schrijven medewerkers van het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM).


door Peter Leendertse, Stijn van Gils, Margot Veenenbos (CLM Onderzoek en Advies)


In de middelenkast van een agrariër staan, naast volle verpakkingen, ook aangebroken verpakkingen met bestrijdingsmiddelen. Wat moet de agrariër met deze restanten, als hij/zij ze niet langer gebruikt en ze ook niet meer toegepast mogen worden? Lange tijd bestond er geen structurele afvoermogelijkheid.

CLM Onderzoek en Advies organiseerde, met hulp van waterschappen, provincies, leveranciers en STORL, verschillende losstaande ‘bezemacties’ om een verantwoorde afvoer te faciliteren. Tegelijkertijd maakten CLM, provincie Drenthe en drinkwaterbedrijf WMD-Water zich hard voor een structureel inzamelingssysteem. Vanaf 2024 is dit gerealiseerd via een landelijke inzamelingssysteem van STORL. Een belangrijke mijlpaal om te zorgen dat bestrijdingsmiddelen verantwoord worden afgevoerd en geen risico meer vormen voor de waterkwaliteit.

Hoge nood
Agrariërs kunnen om meerdere redenen restanten van bestrijdingsmiddelen in hun middelenkast hebben staan. Wanneer de ondernemer overstapt op een andere teelt, kan het middel in zijn kast voor de nieuwe teelt niet toegelaten zijn. Daarnaast vervallen er soms toelatingen voor middelen en mogen deze na een opgebruiktermijn niet meer gebruikt worden.

Een derde reden kan zijn dat de ondernemer de werking van het middel niet meer vertrouwt, bijvoorbeeld als de temperatuur in de middelenkast onder het vriespunt is geweest. Tot slot wordt er bij een bedrijfsovername vaak een bestaande middelenkast overgenomen (al dan niet bewust). In al die gevallen moeten de restanten verantwoord afgevoerd worden. Gemeentelijke milieustraten nemen de restanten vaak niet aan omdat het om bedrijfsafval gaat. Al met al is de drempel om middelen in te leveren daarom vaak hoog.

Resten kast 900

De bezem door de middelenkast
Vanaf 2008 hebben verschillende waterschappen, drinkwaterbedrijven en provincies zogeheten ‘bezemacties’ laten uitvoeren door CLM Onderzoek en Advies.

Anton Dries, beleidsadviseur Water, Bodem & Milieu bij de provincie Drenthe, licht toe waarom de provincie in 2008 de opdracht gaf tot de allereerste bezemactie: “Wanneer restanten van verouderde gewasbeschermingsmiddelen lange tijd op het bedrijf blijven staan, is er een risico dat zij naar oppervlakte- of grondwater lekken, bijvoorbeeld tijdens een calamiteit. Daarom is het belangrijk om de agrariërs een laagdrempelige en verantwoorde afvoermogelijkheid te bieden.”

Vanuit de landbouwstudiegroepen in de Drentse grondwaterbeschermingsgebieden kwam het signaal dat het voor telers lastig was om hun ‘oude’ middelen af te voeren, waarbij gemeenten verschillend omgingen met de inzameling hiervan en dat in een aantal gevallen een dure afvalverwerker moest worden ingehuurd. Daarbij maken de Drentse waterbeheerders zich al lange tijd zorgen over de kwaliteit van de bronnen voor de drinkwatervoorziening.

Win-win
Met deze laagdrempelige en verantwoorde afvoermogelijkheid voor agrariërs beperken we emissies naar grond -en oppervlaktewater. Je kunt hierbij dus spreken van een ‘win-win’ situatie: goed voor de boer, en het milieu.

Tijdens de bezemacties werd samengewerkt met lokale leveranciers. De vaste adviseur van de agrariër bekeek samen met de agrariër de middelenkast om te besluiten welke restanten opgeruimd moesten worden. Vervolgens werden deze verpakkingen doorgegeven aan CLM en kwam een erkend afvalinzamelaar de restanten ophalen. Deelname aan de actie was voor agrariërs kosteloos; de kosten werden vergoed door de betrokken waterschappen, drinkwaterbedrijven en provincies, aangevuld met een vergoeding van de Stichting Opruiming Resten en Lege Verpakkingen in de Landbouw (STORL).

De noodzaak in cijfers
De bezemacties lieten zien dat er een duidelijke vraag naar een afvoerroute voor restanten is. Sinds de eerste actie in 2008 zijn er maar liefst 21 van deze acties georganiseerd, verspreid over Nederland. Aan de acties deden een kleine 7.500 agrariërs mee en samen leverden zij grofweg 210.000 kg restanten in. 

Van veel van de ingeleverde middelen verliep de toelating in het jaar van inleveren. Daarnaast werden er ook producten ingeleverd waarvan de toelating al voor het jaar 2000 was vervallen. Zo leverden enkele agrariërs DDT in; deze insecticide is sinds 1973 niet meer toegelaten in Nederland. 

Landelijke afvoercampagne 2024
Met de ervaringen vanuit de bezemacties hebben CLM, provincie Drenthe en drinkwaterbedrijf WMD bij STORL aangedrongen op een landelijk inzamelsysteem voor restanten. Hierover is veelvuldig overleg geweest onder meer met verschillende ministeries en vertegenwoordigers van STORL. Afgelopen jaren heeft de STORL onderzocht of en hoe dit op te zetten is. In 2023 is er begonnen met een inzameling van lege gespoelde plastic cans van gewasbeschermingsmiddelen. 

Eind vorig jaar kwam goed nieuws: in 2024 kunnen niet alleen de verpakkingen, maar ook de restanten van gewasbeschermingsmiddelen via een landelijke inzamelingscampagne worden ingeleverd. Telers en loonwerkers kunnen tot maximaal 50 kg restant kosteloos laten inzamelen tijdens deze campagne. 

Roep agrariërs op deel te nemen!
Margot Veenenbos, vanuit CLM betrokken bij meerdere bezemacties, is blij met de campagne: “Het is een hele mooie ontwikkeling dat er nu een laagdrempelige, landelijke afvoermogelijkheid beschikbaar is. Hier hebben zowel agrariër, waterschap, provincie als leverancier baat bij”. 

Via een verantwoorde afvoer borgen we samen een goede waterkwaliteit. Daarom is het belangrijk dat zoveel mogelijk agrariërs op tijd op de hoogte zijn van de campagne dit jaar. Verspreid de boodschap dus in uw (agrarisch) netwerk. Agrariërs kunnen zich van 1 februari tot eind maart aanmelden voor de inzameling op de site van STORL. Tussen 1 april en 31 december worden dan alle restanten afgevoerd.

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

h2ologoprimair    PODIUM

Podium is een platform voor opinies, blogs en door waterprofessionals geschreven artikelen (Uitgelicht). H2O draagt geen verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze bijdragen, maar bepaalt wel of een bijdrage in aanmerking komt voor plaatsing. De artikelen mogen geen commerciële grondslag hebben.

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest. 
De heer Revis is afkomstig uit een openlijk natuurvijandige partij als de VVD. Ook als wethouder RO in Den Haag is van hem geen enkel, ik herhaal, geen enkel groen feit bekend, tenzij ik iets heb gemist. SBB heeft zware klappen opgelopen door de Bleker-bezuinigingen. Zo is in de provincie Zuid-Holland de subsidie voor onderhoud en beheer gedaald van 45% naar 25%. SBB staat op het punt om natuur- en recreatiegebieden af te sluiten. Om in kabinetstermen te spreken een natuurcrisis. Ondanks dat we van de heer  Revis qua achtergrond niets mogen verwachten, zou hij, je weet het maar nooit, juist vanwege zijn achtergrond, SBB goede diensten kunnen bewijzen. Ik wens hem uiteraard veel succes en waar wij als KNNV-afdelingen Zuid-Holland kunnen steunen, zullen we dat beslist doen.
Huub van 't Hart, secretaris Natuurbescherming KNNV Natuurlijk Zuid-Holland