Waterschap Amstel, Gooi en Vecht heeft de knoop doorgehakt: in 2023 wordt op de rioolwaterzuivering Horstermeer begonnen met de bouw van een extra zuiveringsstap om medicijnresten uit het afvalwater te verwijderen. Het betreft een nieuwe zuiveringstechniek, de combinatie van ozonbehandeling en granulair actiefkoolfiltratie.
De bouw van de full-scale installatie volgt op de succesvolle proef met de nieuwe techniek op rwzi Horstermeer, als onderdeel van het ‘Innovatieprogramma Microverontreinigingen uit afvalwater’ van kenniscentrum Stowa en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Op de rwzi in Nederhorst den Berg wordt granulair actief koolfilter al toegepast, wat de zuivering geschikt maakte als proeflocatie. Het bestuur van het waterschap AGV trok een kleine 2 miljoen euro uit voor de proef.
De ozon breekt de medicijnresten af of zet deze stoffen om naar stoffen die makkelijker biologisch afbreekbaar zijn. Het koolfilter absorbeert de medicijnresten in de afgebroken vorm beter dan zonder ozon.
De pilot toonde aan dat 80 procent van de medicijnresten in het afvalwater wordt verwijderd. Ook bleef bromaatvorming beperkt, zodat aan de in 2022 van kracht geworden bromaatnorm kan worden voldaan. Het waterschap besloot daarop de fullscale O3-STEP installatie toe te voegen aan het zuiveringsproces op de rioolwaterzuivering Horstermeer. Door de extra zuiveringsstap komen de medicijnresten in het afvalwater niet meer in de rivier de Vecht terecht.
De bouw van de ozoninstallatie vergt een investering van 10 miljoen euro. Vanuit het ministerie van IenW ontvangt AGV een financiële bijdrage van 3,4 miljoen euro. Per jaar is er 450.000 euro extra exploitatiebudget nodig voor het bedrijven en onderhouden van de ozoninstallatie.
Bij het ontwerp van de ozoninstallatie is rekening gehouden met duurzaamheid, klimaatbestendigheid en is gekeken naar energiezuinige onderdelen, zodat de rwzi Horstermeer energieneutraal blijft.
Waterschap AGV wil uiterlijk in 2035 op alle rwzi's een aanvullende zuiveringsstap realiseren, zegt Sander Mager, lid van het dagelijks bestuur. “Tegelijkertijd blijven we bij andere betrokkenen aandringen op bronmaatregelen voor microverontreinigingen.”