Sommige migranten zijn wél welkom. In het noorden gaat de poort wijd open voor vissen die migreren tussen de Waddenzee en de binnenwateren. Van zalm, paling en houting tot de ‘iconische’ zeeforel. Binnenlaten alleen is echter niet genoeg. Herstel van de vismigratie vraagt om maatregelen tot ver in Drenthe en Overijssel.
Tekst Hans Oerlemans
Een zeeforel van 65 cm en bijna vier kilo. De opwinding was groot onder de sportvissers aan de Vecht. Voor een onderzoek naar vismigratie zetten zij najaar 2018 bij Dalfsen fuiken voor een stuw. Honderden vissen zwommen zich vast, maar deze ene zeeforel was toch wel de hoofdprijs. Hij ging in quarantaine in afwachting van een chirurgische ingreep. In totaal kregen dat jaar zeventig trekvissen een zendertje ingeplant: 69 windes en één zeeforel. De operatie werd in 2019 herhaald met nu vier zeeforellen. Uiteindelijk moeten er tweehonderd trekvissen met een zender rondzwemmen.
Het project Swimway Vecht (2018-2021) combineert onderzoek naar vismigratie met maatregelen om de habitat voor trekvissen te verbeteren. Het werkterrein is de Overijsselse Vecht tot aan de bovenstroom in Duitsland. Sportvisserij Nederland, waterschap Vechtstromen, Waterschap Drents Overijsselse Delta (WDOD), Rijkswaterstaat en enkele Duitse partners werken samen. Het arbeidsintensieve vangen, opereren en ‘zenderen’ gebeurt door vrijwilligers uit de hengelsportwereld. Daarvoor moest een reeks ontheffingen worden aangevraagd onder meer bij de Dieren Experimenten Commissie. Swimway Vecht valt onder het nationale programma LIFE IP Deltanatuur.