Na haar aanstelling als minister van Infrastructuur en Waterstaat belandde Cora van Nieuwenhuizen in een jaar van weersextremen. Wateroverlast in het voorjaar, hitte en droogte in zomer en uitblijvende neerslag in het najaar; 2018 zette het waterbeheer op scherp en toonde dat Nederland kwetsbaar is. Verziltingsperikelen, lage waterstanden, grondwatermalheur - werk aan de winkel voor de minister van Waterstaat.
Tekst Bert Westenbrink
Ze voelt zich als minister op het departement van Infrastructuur en Waterstaat als een vis in het water, zegt Cora van Nieuwenhuizen. Ze is beland in ‘een wereld van doeners op een mooi beleidsterrein’. Die doeners zoekt ze veelvuldig op in de praktijk, de bewindsvrouw duikt overal in het land op. Ze legt uit: “Ik vind het heel fijn dat je beleid in concrete zaken terugziet. Ik heb in het begin tijdens het hoge water met een inspectievlucht mee mogen vliegen boven de rivieren. Die zie je in de praktijk de ruimte voor de rivieren. Dat is fantastisch om te zien.”