secundair logo knw 1

Bij het opzetten van een succesvol citizen science-project komt veel kijken. In Delft is het WaterLab ontwikkeld om organisaties en individuen met interesse in wateronderzoek te ondersteunen en faciliteren in het opstarten van CS-projecten.

Download hier de pdf van dit artikel

Geschreven door Sandra de Vries (TU Delft, PULSAQUA), Tanja Klop, Marit Bogert (TU Delft), Bas van den Hurk, Sarita Mateboer (Hoogheemraadschap van Delfland), Kim Anema, Onno Giller (IHE Delft)

Citizen science (CS) is een in de watersector een nog niet veel gebruikte onderzoeksmethode, omdat het veel kennis en toewijding van zowel de betrokken organisaties als betrokken onderzoekers vraagt. Het WaterLab, opgezet door Science Centre Delft, VPdelta (TU Delft), Hoogheemraadschap Delfland en IHE Delft, wordt gedragen door een kernteam van medewerkers uit dit consortium. Dankzij de nauwe samenwerking tussen betrokken stakeholders wordt fundamentele kennis en ervaring gecombineerd. Het uiteindelijke doel: een platform bieden waar aan wateronderzoek gerelateerde CS-projecten ondersteund en gefaciliteerd worden.

Het WaterLab zet haar middelen en advieskracht in voor iedereen die van zijn/haar onderzoeksvraag of probleemstelling een CS-project wil maken. Dat kan uiteenlopen van een bezoeker in het Science Centre die een geniaal idee of prangende vraag heeft, tot een onderzoeker die extra handen nodig heeft voor dataverzameling of een organisatie die gewoon met Citizen Science wil experimenteren. Het WaterLab voorziet in al deze vragen met het leveren van advies, middelen (zoals bijvoorbeeld datavisualisatie, doelgroepanalyse en educatieve middelen als handleidingen, onderzoek pakketjes of workshops), en communicatie. Communicatie en educatie worden onder andere gestimuleerd door middel van het platform www.onderzoekwater.nl, Facebook en een fysiek WaterLab in Science Centre Delft. Daar kunnen bezoekers wetenschap en techniek in de watersector ontdekken en uitproberen.

Wat is citizen science eigenlijk en waarom is het een waardevolle onderzoeksmethode?
Bij citizen science worden inwoners of geïnteresseerden gevraagd om actief mee te denken en te helpen aan onderzoek, door bijvoorbeeld observaties of metingen te doen, te helpen met analyses en het bieden van nieuwe invalshoeken. Deze vrijwilligers hoeven geen expert te zijn in het onderwerp, maar kunnen door hun inzet en moeite wel een grote bijdrage leveren aan voor hen interessante onderwerpen of vraagstukken. Vanuit een onderzoeksperspectief is het interessant om citizen science-methodieken toe te passen, omdat het een enorme hoeveelheid data kan opleveren die een onderzoeker normaal gesproken niet zomaar zelf kan verzamelen. Tegenwoordig worden citizen science-methodieken in Nederland ook op waarde geschat om hun sociale effecten [1]. Bij een goed citizen science project wordt de vrijwilliger die meedoet (1) waterbewuster, (2) betrokken bij onderwerp en probleem en hun eigen rol daarbij en (3) krijgt hij of zij meer kennis op gebied van watermanagement en technologie. Interesse in citizen science in de Nederlandse watersector is om bovenstaande redenen enorm aan het groeien. 

 

Het opzetten van een CS-project
In theorie is het niet zo ingewikkeld om CS-projecten op te zetten. Goedkopere sensoren en het internet maken het bijvoorbeeld makkelijker om via apps data digitaal door te geven en de terugkoppeling van de resultaten te versnellen. In de praktijk blijkt en blijft het opzetten van een CS-onderzoeksproject een grotere uitdaging. Zo is het niet gemakkelijk om de juiste burgerwetenschappers te vinden, te betrekken en ze vervolgens gemotiveerd te houden. Ook het goed instrueren en naderhand op een aansprekende manier te informeren over de resultaten vraagt de nodige inspanning en creativiteit. CS-projecten vragen een heel andere – meer responsieve – houding van betrokken partijen. Vaak hebben waterpartijen hier nog weinig ervaring mee.

Daarnaast blijft bij veel wetenschappers en beleidsmakers twijfel bestaan over de kwaliteit van de op deze manier verzamelde data. Vaak wordt gedacht dat de deelnemers niet genoeg kennis of ervaring hebben, waardoor er fouten worden gemaakt. Wanneer er echter genoeg tijd wordt genomen om de handleidingen en protocollen duidelijk op te stellen en te testen, de projecten iteratief worden ontwikkeld, vrijwilligers worden getraind, experts de resultaten valideren, en fouten statistisch of systematisch worden geïdentificeerd, dan is de opgeleverde data even legitiem als wanneer deze verzameld is door experts [2]. In een onderzoek van KWR Water geeft maar liefst 70 procent van de deelnemers aan dat hun waterbewustzijn door deelname aan het CS-project is toegenomen [3]. Hierbij komt nog dat deelnemers niet alleen bewuster zijn geworden, maar ook direct een handelingsperspectief hebben meegekregen waardoor een gedragsverandering richting duurzamer watergedrag een stapje dichterbij is gekomen.

Ondersteunde projecten
In de afgelopen drie jaar heeft het WaterLab zes verschillende projecten ondersteund, bouwend op literatuuronderzoek [4] en continu voortbouwend op eigen ervaringen van voorgaande projecten. CS-projecten over water zijn zeer divers en de onderzoeksvragen komen vaak vanuit onderzoeksinstellingen of bedrijven. Bij het project Waterkwaliteit in Europa [5] hebben kinderen van 8 tot 12 jaar op hun vakantielocatie monsters genomen, die door de TU Delft zijn geanalyseerd op antibioticaresistentie-genen. Voor Check de Stadsvergroening [6] heeft het WaterLab samen met drie studenten van de Hogeschool Rotterdam een onderzoeksmethode ontwikkeld voor iedereen die wil onderzoeken of zijn/haar tuin of gebied direct geschikt is voor vergroening. De vraagstelling kwam van Witteveen+Bos, die geconstateerd hadden dat de huidige datasets niet toereikend zijn. Door het project te focussen op deelnemers met een leeftijd van 10 tot 12 jaar kan het ook op scholen worden ingezet, bijvoorbeeld bij het vergroenen van schoolpleinen en om wetenschap en techniek in de les te integreren. Speciaal daarvoor is er ook een lespakket ontworpen.

Er komen ook vragen uit de samenleving. Het WaterLab ondersteunt twee projecten die door inwoners in hun eigen tijd zijn opgezet: Zet ‘m op 70 (een bewonersvereniging die onderzoek doet naar duurzame verwarming van hun huizen) [7] en Drinkable Rivers (een initiatief over waterkwaliteit van rivieren en de relatie tot het land en de mensen daaromheen) [8]. Bij deze projecten heeft het WaterLab niet samen met instanties maar direct met inwoners zelf samengewerkt om van hun vraagstelling een CS-onderzoek te maken. Opvallend genoeg was de rol van het WaterLab hier kleiner dan in de projecten vanuit wetenschappers of grote organisaties. Het verschil met grotere organisaties is dat deze individuen al sterk gemotiveerd zijn en zelf de connectie met de deelnemers al hebben en/of creëren. Er werd hoofdzakelijk advies gevraagd hoe het project wetenschappelijk op kan worden gezet.

Geleerde lessen
Uit al deze projecten is een aantal belangrijke lessen getrokken. Omdat elk project zijn eigen uitdagingen heeft en geen enkel CS-project hetzelfde is, vereist het toewijding en budget van organisaties. Samenwerking is de sleutelfactor bij het realiseren en draaiende houden van CS-projecten. Dit besef speelde ook bij de organisaties die samen het WaterLab hebben opgezet. Daarom onderhandelen de partijen in het WaterLab met elkaar en ook met andere stakeholders die betrokkenen zijn bij een waterprobleem om kennis te verzamelen en oplossingen te vinden en te coördineren.

Daarbij blijkt het van grote waarde om een vast onderzoeksprotocol te volgen. Met elk project wordt dit protocol door het WaterLab verder geoptimaliseerd. Elk project dat het WaterLab ondersteunt begint met een aantal op het eerste gezicht voor de hand liggende vragen, die in de praktijk essentieel en vaak lastig te beantwoorden blijken te zijn. In afbeelding 1 is een pamflet te zien dat ontwikkeld is ter ondersteuning.

CSafb1

Afbeelding 1. Eerste stappen voor het opzetten van een CS-project

Samenwerking is essentieel
Een goede en toepasselijke uitvoering van deze aspecten vereist de juiste hulpmiddelen, organisatorische inzet, kennis en natuurlijk een budget. Maar welke organisatie heeft dat allemaal klaarstaan om een citizen science-project te creëren?
Door de handen ineen te slaan hebben de bij het Waterlab betrokken organisaties expertise en middelen beschikbaar gesteld om te helpen het stappenplan te doorlopen:

- Het wetenschapsmuseum Science Centre Delft is het centrum van het WaterLab. Het Science Center heeft ruime ervaring in de communicatie met een gevarieerd publiek. Vanuit die ervaring verzorgen zij dan ook een groot deel van de communicatieve en educatieve kant van de CS-projecten, zoals de communicatie via verschillende media-kanalen en overzichtelijke meetprotocollen.
- Het onderzoeks- en educatie-instituut IHE Delft heeft met haar vele projecten in het buitenland veel ervaring opgedaan op het gebied van doelgroepanalyse en het creëren en behouden van betrokkenheid [9]. Deze ervaring wordt ingezet om voor ieder project een bijpassende doelgroep te vinden en een passende communicatiestrategie op te zetten.
- VPdelta is het innovatieplatform van de TU Delft en heeft ruime ervaring met het opzetten van proeftuinen. Zij leverden de ervaring om het WaterLab vorm te geven, innovatieve meetmethodieken om tijdens de projecten in te zetten, en had als onderdeel van de TU Delft de mogelijkheid om studenten te betrekken. Momenteel is ook de startup PULSAQUA, ontsprongen aan het WaterLab en VPdelta, actief met ondersteuning op het gebied van projectontwikkeling en dataverzamelingsmethodieken.
- Het Hoogheemraadschap van Delfland brengt kennis in over water in Delft en omstreken. Daarnaast zijn zij de eigenaar van de dataformulieren en bijbehorende interactieve datakaart, gebaseerd op hun uitgebreide werkzaamheden met geo-informatiesysteem ArcGIS. Deze spelen een belangrijke rol in de visualisatie van de data. Tot slot komen er ook projectopdrachten bij het Hoogheemraadschap vandaan, zoals het slootjesproject ‘Oeverwatch’.

In de literatuur worden verschillende sleutelfactoren genoemd voor succesvolle Citizen Science-projecten [4]. In het onderstaande cirkeldiagram is te zien hoe deze sleutelfactoren uitgevoerd kunnen worden met behulp van verschillende vaardigheden, kennis en middelen en welke partner(s) deze inbrengen in het WaterLab-consortium en welke vorm dit kan aannemen.

circeldiagram succesfactoren2 

Afbeelding 2. Benodigde kennis, vaardigheden en middelen om de succesfactoren van Citizen Science te kunnen uitvoeren, en welke partner uit het WaterLab dit levert

 

 REFERENTIES

  1. Minkman, E., Rutten, M. (2016). ‘Practitioners’ viewpoints on citizen science in water management: a case study in Dutch regional water resource management’. Hydrol. Earth Syst. Sci. Discuss., doi:10.5194/hess-2016-463, 2016
  2. Kosmala, M., Wiggins, A., Swanson, A., Simmons, B. (2016). ‘Assessing data quality in citizen science’. Frontiers in Ecology and the Environment. https://doi.org/10.1002/fee.1436
  3. Brouwer, S., Hessels, L., Kors, L., Berlo, H. van, Nieuwenhuijze, R. van (2019). ‘De verbreding van citizen science in de watersector’. H2O Online, 1 april 2019. https://www.h2owaternetwerk.nl/vakartikelen/de-verbreding-van-citizen-science-in-de-watersector
  4. Rutten, M., Minkman, E., van der Sanden, M. (2017). How to get and keep citizens involved in mobile crowd sensing for water management? A review of key success factors and motivational aspects. WIREs Water 2017, e1218. doi: 10.1002/wat2.1218
  5. https://www.tudelft.nl/scd/waterlab/doe-mee-aan-onderzoek/project-1-waterkwaliteit-in-europa/
  6. https://www.tudelft.nl/scd/waterlab/doe-mee-aan-onderzoek/project-4-oeverwatch/
  7. https://www.tudelft.nl/scd/waterlab/doe-mee-aan-onderzoek/project-5-zet-m-op-70/
  8. https://www.tudelft.nl/scd/waterlab/doe-mee-aan-onderzoek/project-3-drinkable-rivers/
  9. https://gt20.eu/knowledge-base/, geraadpleegd op 29-10-2019.

 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.