secundair logo knw 1

Machinerichtlijn is geen richtlijn maar wet
De Europese Machinerichtlijn uit 1995 is conform de werkwijze van de EU door de lidstaten opgenomen in hun nationale wetgeving. In Nederland is de Machinerichtlijn opgenomen in de Warenwet. Daarmee is de MRL dus geen richtlijn in de zin van een aanbeveling, waar je wel of niet gevolg aan kunt geven. De Machinerichtlijn heeft gewoon kracht van wet. En overheidsorganisaties moeten voldoen aan de wet- en regelgeving.

 

Collega’s binnen de waterschappen willen nog weleens reageren in de trant van: “wij voldoen toch al aan de ARBO-veiligheidseisen en bovendien gebeuren hier nooit ongelukken”. En inderdaad gebeuren er weinig ongelukken bij waterschappen, maar juridisch gezien is dit echter geen graadmeter voor het voldoen aan de wet- en regelgeving uit de MRL. Met de recente explosie bij de rwzi van waterschap Groot Salland bij Raalte is de MRL plots weer actueel. Gelukkig vond de explosie in het weekend plaats, en waren er geen slachtoffers. Zo als het er nu naar uitziet, was het een explosie van biogas en waarschijnlijk een Atex gerelateerd ongeval. Toch is het ook een ‘waarschuwing’ om de Technische Dossiers voor de MRL op orde te brengen.

Machinerichtlijn en CE-verklaring
De MRL betreft alle bedrijfsmiddelen met bewegende delen. Bijvoorbeeld computers op de werkplekken en verlichting van kantoren valt dus niet onder de MRL. Wél onder de MRL vallen de polder- en rioolgemalen, en de rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi). De MRL eist dat de fabrikant van een machine met een zogenoemde CE-verklaring aangeeft dat, naar beste weten, de machine voldoet aan de Europese wet- en regelgeving. Elke fabrikant moet dus een uitgebreid Technisch Dossier (TD) aanleggen van de machine.

Naast een actueel TD moet er ook een MRL-risicoanalyse worden gedaan om een CE-verklaring te kunnen afgeven. Waterschappen doen nu al periodiek een Risico Inventarisatie & Evaluatie (RIE) op de bedieningsveiligheid van hun machines. Maar een MRL-risicoevaluatie is veel uitgebreider dan een RIE onder de Arbowetgeving. Waar de RIE vooral een checklist is om na te gaan of er veilig kan worden gewerkt, is de MRL een Productierichtlijn waarbij de risico-evaluatie moet worden onderbouwd met een uitgebreid Technisch Dossier (TD).

Installaties gebouwd vóór 1995 zijn niet MRL-plichtig, behalve als er ‘substantiële aanpassingen’ hebben plaatsgevonden. Recente publicaties geven aan hoe de Inspectie SZW (Arbeidsinspectie) substantiële aanpassingen ziet: het vernieuwen van de besturing en uitbreiding met beheer op afstand zijn al snel redenen om de CE-verklaring te herzien. Niet onbegrijpelijk want er kunnen nieuwe gevaren geïntroduceerd worden, die een verhoogd risico met zich meebrengen. En omdat er vrijwel geen enkele rwzi is die nog werkt zoals in 1995, en aangezien ook de meeste gemalen sinds 1995 al wel een keer zijn gereviseerd en aangepast aan de huidige tijd, betekent dit in de praktijk dat vrijwel alle installaties van een waterschap moeten voldoen aan de MRL.

Waterschappen moeten nu zelf de Technische Dossiers bijhouden
In eerste instantie lijkt het nog eenvoudig, want je kunt natuurlijk in de offerte meenemen dat de leverancier voor bijvoorbeeld een nieuwe pomp ook de CE-verklaring aanlevert.

Echter, zodra je twee of meer machines ‘aan elkaar knoopt’, zoals in een gemaal of in een rwzi, dan ben je volgens de MRL een ‘system integrator’. En dat betekent dat je als waterschap aan jezelf een CE-verklaring moet afgeven voor elk gemaal en voor elke rwzi. Het TD vormt de feitelijke bewijslast waarmee aangetoond, dat een geïntegreerde machine voldoet aan de veiligheidseisen uit de MRL. Zonder TD kan er geen CE-verklaring worden afgegeven.

Hoe ziet het TD er nu uit? In elk TD moet bijvoorbeeld een actuele gebruiksaanwijzing worden opgenomen, en de actuele tekeningen. In totaal bevat een compleet TD tientallen elementen. Het betreft informatie die al vaak is verdeel is opgeslagen in verschillende ICT-systemen, en of zelfs nog in dikke boekwerken. Gebruiksaanwijzingen ontbreken nog wel eens, of zijn verouderd. Een compleet TD van een rwzi beslaat al gauw meerdere meters aan mappen met gegevens.

MRL dwingt tot heldere verantwoordelijkheid
De MRL dwingt ook tot een heldere visie van elk waterschap op de formele verantwoordelijkheid voor elke machine. Zo is vaak niet precies vastgelegd aan welke medewerker met welke functie de verantwoordelijkheid als beheerder van een installatie is toegewezen. De MRL gaat echter wel uit van één formele beheerder, die periodiek moet bevestigen dat het TD op orde is. Het maakt ook niet uit of er nog veel meer handtekeningen op het TD staan, want de handtekening van de formele beheerder is uiteindelijk de enige die telt. Wel is er een helder protocol nodig voor de kwaliteitsborging, waarin duidelijke criteria zijn opgenomen voor het goedkeuren van het TD.

Want als er onverhoopt een ongeval plaatsvindt, waarbij één of meerdere dagen letselverlies optreedt, dan moet de Arbodienst een onderzoek uitvoeren. Als onderdeel van dat onderzoek wordt ook gekeken of de CE-verklaring toereikend is, m.a.w. of het onderliggende TD op orde is en of alle recente aanpassingen aan de installatie ook zijn verwerkt in het TD. Daarom is het van belang dat het TD goed up-to-date wordt gehouden.

Als de CE-verklaring ontbreekt of het TD ontoereikend is, dan is automatisch de dijkgraaf als hoogste baas persoonlijk aansprakelijk voor de ontstane letselschade. Tenzij met een duidelijk mandaatbesluit is vastgesteld, welke medewerker in welke functie is aangewezen als formele beheerder van een installatie, en welke bevoegdheden daarbij horen. In de praktijk treedt vaak het afdelingshoofd Beheer en Onderhoud op als de beheerder van alle installaties. En hoewel deze persoon onmogelijk van alle ins- en outs van elk gemaal en elke rwzi op de hoogte kan zijn, is hij/zij wél persoonlijk verantwoordelijk bij eventuele ongelukken!

Kansen?
De auteurs weten uit eigen ervaring dat het opzetten en uitrollen van al die TDs flink veel werk is. Enerzijds moet je natuurlijk beginnen met kleine stappen en ervaring opdoen, anderzijds moet je wel in een paar jaar kunnen uitrollen naar alle installaties, anders wordt het een ‘gebed zonder eind’. Informatie moet bij elkaar worden gebracht, ontbrekende documenten moeten worden toegevoegd en verouderde documenten moeten een update krijgen. Maar dan heb je ook een TD dat je kunt gebruiken als opstapje naar het veel bredere ‘integrated system management’, dat staat of valt met een goede-, actuele- en gedetailleerde omschrijving van alle installaties.

Ook ontkom je er niet aan als waterschap om de Machinerichtlijn te incorporeren in de bedrijfsvoering en om de mandaatregeling voor de verantwoordelijkheid van installaties aan te passen. Want was er vroeger nog een vaste beheerder met een vast team op elke rwzi, die van elk stuk leidingwerk nog wel de historie wist, in deze tijd waarin installaties steeds meer op afstand worden bestuurd en het onderhoud wordt gedaan in projecten met wisselende teams, is het meer-en-meer van belang dat de digitale werkelijkheid ook 1:1 aansluit bij de werkelijkheid buiten. Zeker nu de onderhoudsteams hun tablets bij zich hebben en op locatie het digitale TD kunnen raadplegen, moet die informatie natuurlijk wel kloppen.

 

 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Prachtplan Jos ! Nog een argument voor: grondwater is minder kwetsbaar dan oppervlaktewater in tijden van oorlogsdreiging. 
Plan B ja de Haakse zeedijk voor de kust van Nederland maar zelfs ook Belgie en Denemarken!
De grootste veroorzaker van de kostenstijgingen op water, energie en brandstof is de Rijksoverheid. De aandacht kan beter daar op gevestigd worden. De verhoging door de investeringen voor de drinkwaterleidingen is marginaal. Wel een verdiept in de belasting op leidingwater (voor kleingebruikers tot 300m3) van 0,5 EURO per m3? 
Om het helemaal compleet te maken neem ik aan dat beide heren met een zeilboot uit 1624 naar Nederland zijn gekomen om de CO2 voetprint niet teveel te verhogen.