secundair logo knw 1

Als later dit jaar de Haringvlietsluizen op een kier worden gezet, dan zal in het beheer vooral de aandacht uitgaan naar het zout dat zich in de putten van Haringvliet gaat verzamelen. Ook is een belangrijke vraag of het gaat lukken om het zout uit het Haringvliet te spoelen, voordat de sluizen worden gesloten als er te weinig waterafvoer is in de rivieren. Derde aandachtspunt: hoe ver komt het zout?

Pieter BeeldmanPieter BeeldmanDat zei Pieter Beeldman, projectmanager kierbesluit van Rijkswaterstaat, vorige week op een symposium over slim waterbeheer van onderzoeks- en adviesbureau Hydrologic. “We nemen geen risico’s”, benadrukte de projectmanager. 

Het besluit om de Haringvlietsluizen op een kier te zetten betekent dat de strikte scheiding tussen zout en zoet wordt opgeheven; het westelijk deel van het Haringvliet wordt zouter. 

Op een kier zetten van Haringvlietsluizen bevordert vismigratie en die maatregel past bij de internationale afspraken in het kader van het Rijn Actieprogramma uit 1987 om de rivier weer aantrekkelijk te maken voor bedreigde trekvissen. 

Denkbeeldige lijn
Voor het herstel van de vismigratie is er alleen voldoende draagvlak als de gevolgen van de verzilting van het westelijk deel van het Haringvliet beperkt blijven. De sluizen worden zo beheerd dat zoet water ten oosten van de denkbeeldige lijn Middelharnis - monding Spui gegarandeerd blijft. Daarachter liggen de naar het oosten verlegde innamepunten van waterbedrijf Evides en waterschap Hollandse Delta. Waterbedrijf en waterschap hebben de afgelopen vier jaar naast verplaatsing van de innamepunten ook pijpleidingen, sloten en kanalen aangelegd om de zoetwaterinname veilig te stellen.

Mocht het zoute water te vaak de innamepunten bereiken, dan valt het draagvalk weg, zei Beeldman. "Uit 2010 weten we dat het dan snel einde project is." Hetzelfde geldt als de boeren zouden moeten overstappen op zoute landbouw als gevolg van de verzilting.

Om het niet zover te laten komen start Rijkswaterstaat met relatief kleine openingen, waarna onder de noemer van ‘lerend implementeren’ de effecten van de verzilting worden gemeten, zoals de continue monitoring van het chloridegehalte en bewaking van de zoutgrens. Naast de monitoring van het oppervlaktewater zal het waterschap de effecten op het grondwater meten. 

Onzekerheden
De metingen en toetsing zijn cruciaal om te bepalen of de werkelijke situatie overeenkomt met de verwachtingen op basis van modellen. Er zijn onzekerheden. Beeldman schetste dat bij de monitoring van het Haringvliet met name de aandacht uitgaat naar het zout dat zich in putten in het Haringvliet gaat verzamelen. Daar is weinig ervaring mee.

Beeldman: “Wat gebeurt er als dat zout omhoog komt? Daar moet nog wel onderzoek naar worden gedaan.” Ook moet in de praktijk blijken in hoeverre het lukt om het Haringvliet ‘zoet te spoelen’ voordat de sluizen worden gesloten als de waterafvoer in de rivieren afneemt. 

Beeldman: “Ik weet zeker dat we nog te maken krijgen met vragen over verzilting. Ik zie nog wel wat uitdagingen om dat goed te meten. En ook in het meten van de effecten op visstand hebben we wel een paar stappen te zetten.” 

De projectmanager schetste dat er in overleg met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit naar maatregelen gezocht zal worden als mocht blijken dat de visserij negatieve invloed heeft op de vismigratie.

Opening
Het is nog niet duidelijk wanneer de Haringvlietsluizen op een kier worden gezet, nadat de ‘opening’ begin september is uitgesteld. Vanwege de droogte met flinke problemen in het waterbeheer en oprukkende verzilting in het westen, werd een officiële ‘opening’ niet passend geacht. “Het was niet het moment om een feestje te vieren”, zei Beeldman. 

 

MEER INFORMATIE
Opening van Haringvlietsluizen uitgesteld 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.