Het definitieve besluit over een nieuw belastingstelsel voor de waterschappen valt pas eind volgend jaar. Op een aantal onderdelen is nadere studie nodig, concludeert de Unie van Waterschappen.
Daarom worden twee commissies aangesteld die zich over respectievelijk de BBP-systematiek en de bijdrage van natuur aan de watersysteemheffing zullen buigen. ''Dat kost tijd, maar het belang van een toekomstbestendig belastingstelsel is zo groot dat we daar de tijd voor nemen die nodig is’’, verklaart directeur Cathelijn Peters van de Unie.
Het was de bedoeling dat de ledenvergadering op 12 oktober een besluit zou nemen over het nieuwe stelsel, maar dat werd al uitgesteld tot 14 december. De Unie beloofde met een aangepast voorstel komen waarin zij de kritiek van de waterschappen zou verwerken.
Dat aangepaste voorstel is gisteren naar de leden verstuurd, aangevuld met het voorstel om twee commissies aan het werk te zetten. Op de vergadering in december wordt de waterschappen gevraagd alvast een voorlopig besluit te nemen over die onderdelen van het plan waarover brede consensus bestaat en groen licht te geven voor de twee nadere studies.
Die moeten uiterlijk in juni volgend jaar klaar zijn, waarna de vergadering van 13 december een definitief oordeel velt.
Maatwerk
Dit voorjaar presenteerde de Unie een voorstel voor een nieuw stelsel dat de kosten voor waterbeheer ‘eerlijker, duidelijker en duurzamer’ moet verdelen. Het zou bovendien ruimte bieden voor maatwerk, zodat recht wordt gedaan aan regionale verschillen.
Al snel barstte de kritiek los op zowel op de inhoud van de plannen als op het proces. Agrariërs en natuurbeheerders waren boos omdat zij fors meer belasting moeten gaan betalen. Waterschappen drongen aan op meer tijd om de plannen te kunnen beoordelen.
''Voor de uitgangspunten van het nieuwe stelsel en voor de voorstellen voor de zuiveringsheffing en de verontreinigingsheffing bestaat gelukkig wel draagvlak’’, benadrukt Peters. ''Alleen over twee elementen binnen de watersysteemheffing zijn zorgen. Daar willen we in overleg met de waterschappen en belangrijke stakeholders beter naar kijken.’’
Commissie van wijzen
Een bestuurlijke commissie zal zich buigen over de zogeheten BBP-systematiek voor de uitwerking van het profijtbeginsel binnen de watersysteemheffing. Opdracht is om de kostentoedeling aan gebouwd (eigenaren gebouwen) en ongebouwd (grondeigenaren) door te ontwikkelen, te verbeteren en te concretiseren, waarbij rekening wordt gehouden met de verschillen tussen waterschappen.
Een externe ‘commissie van wijzen’ moet advies uitbrengen over een reële en vanuit het oogpunt van profijt te motiveren bijdrage van natuur aan de kosten van het watersysteembeheer, waarbij rekening wordt gehouden met het collectieve belang van natuur en de aard van lokale belasting vanuit de waterschappen.
In een uitgebreid document beschrijft de Unie of en waarom de voorlopige standpunten van de 21 waterschappen al dan niet tot aanpassing van het voorstel hebben geleid. In de begeleidende ledenbrief somt scheidend voorzitter Hans Oosters de wijzigingen kort op. ''Wij doen ons uiterste best het hierover met elkaar eens te worden’’, belooft hij.
Meer informatie: