Sinds de drooglegging van Flevoland in de vorige eeuw is de bodem behoorlijk gedaald. Op sommige plaatsen zelfs ruim een meter. Voor het eerst sinds 2012 liet Waterschap Zuiderzeeland, samen met de provincie, een bodemdalingsprognose opstellen.
De bodemdalingskaart, opgesteld door kennisinstituut Deltares, onderzoeksorganisatie TNO en de Wageningen Unviversity & Research, geeft prognoses voor de bodemdaling in Flevoland op korte, middellange en lange termijn. De makers bekeken de invloed van de oxidatie van veen en het inklinken van klei op de te verwachten bodemdaling.
“De algemene conclusie is dat te verwachten bodemdaling in grote lijnen overeenkomt met de prognose die in 2012 is opgesteld”, laat een woordvoerder van Waterschap Zuiderzeeland weten.
Volgens het meest waarschijnlijk geachte scenario gaat de daling verder op de plekken waar de gevolgen van bodemdaling al goed te merken zijn. “Met name daar waar relatief ondiep veen in de ondergrond aanwezig is in de Noordoostpolder is de te verwachten bodemdaling aanzienlijk: 40-75 cm tot het eind van deze eeuw. In het jongste deel van Flevoland (Zuidelijk Flevoland) vindt ook op meerdere plekken verdere daling plaats. Hier wordt de daling vooral veroorzaakt door een combinatie van (rest)rijping van klei en oxidatie van het daaronder liggend veen.”
De bodemdaling in Flevoland beïnvloedt het werk van het waterschap op een aantal manieren. “Door bodemdaling kan minder water worden opgenomen en neemt de bergingscapaciteit af. Door de combinatie van een afnemende bergingscapaciteit met een toename in extremere neerslagintensiteit en -duur, krijgen we vaker te maken met verhoogde waterstanden.”
“Omdat de gebieden met bodemdaling vaak al de laagste plekken zijn in het gebied en deze ook vaak door verdergaande bodemdaling nog verder dalen, inunderen deze gebieden sneller bij verhoogde waterstanden,” meent het waterschap. “In die gebieden treedt een overschrijding van de inundatienormen op, waardoor de wateropgave gaat toenemen.”
Bij een toename van de bodemdaling met een verandering van het klimaat, zullen overschrijding van de inundatienormen vaker voorkomen. Daarnaast zal een afname van de gewenste ontwateringsdiepte optreden, evenals drooglegging, en tot vernatting leiden. “Als waterschap moet je casus-specifiek belangen afwegen tot op welke hoogte de negatieve gevolgen van de bodemdaling kunnen worden beperkt. Dat vraagt om zorgvuldige en grondige inhoudelijke toetsing en bestuurlijke afweging. Daarbij is van groot belang om de inwoners van het gebied vanaf het begin te betrekken in het proces en ook provincie en gemeenten daarbij te betrekken.
De auteurs van het onderzoek wijzen er in het begeleidende rapport op dat nog veel informatie onbekend is. Ze schrijven dat de uitgevoerde studie laat zien dat de onzekerheid van de prognose in grote delen van de provincie groot is. “Om de bodemdalingsprognose voor Flevoland verder te kunnen verbeteren, wordt sterk aanbevolen om op meerdere plaatsen in de provincie bodemdalingsmeetsites te realiseren.”