secundair logo knw 1

Een Brabantse klepstuw. Foto De Dommel

Waterschap Aa en Maas is tevreden over de rijplaatstuwen die afgelopen zomer in kleine slootjes zijn geplaatst. Nu het veel regent, blijkt dat die het regenwater goed vasthouden, aldus Aa en Maas. Buurwaterschap De Dommel wil voor het volgende winterseizoen 52 stuwen automatiseren.

In de derde kurkdroge zomer op rij plaatste Waterschap Aa en Maas eind juni, begin juli de eerste tijdelijke stuwen, gemaakt uit stalen rijplaten, in een aantal kleine slootjes in het gebied. Deze zogeheten rijplaatstuwen moesten het water tegenhouden, zodat het de grond in zou zakken.

Maar omdat er toen nog nauwelijks water in de slootjes stond, was het volgens het waterschap lastig te beoordelen of de rijplaten effectief zijn. Inmiddels is dat wel duidelijk geworden. "De rijplaten doen deze natte winterdagen precies waar ze voor bedoeld zijn: ze houden regenwater vast in kleine slootjes, de haarvaten van ons watersysteem", meldt Aa en Maas op zijn website.

Zo staat het water in de sloot bij de Beemdenweg in Uden, waar in juli rijplaatstuwen zijn geplaatst, nu behoorlijk hoog. Het gebied op en rond de Maashorst heeft nog meer last van de droogte dan de andere gebieden die Aa en Maas beheert en de grondwaterstanden zijn hier nog altijd zeer laag.

Hoosbuien
Ook in het gebied van De Dommel zijn tussen de stuwen rijplaten in sloten geplaatst, evenals tijdelijke dammen van folie en zand. Dat gebeurde in het kader van de gezamenlijke Brabantse campagne ‘Elke druppel telt’.

Daarnaast wil De Dommel vanaf februari volgend jaar 52 stuwen automatiseren om droogte, maar ook wateroverlast beter aan te kunnen pakken.

Marjolein Lemmens 180 vk Marjolein LemmensBij hoosbuien worden de stuwkleppen of schotbalken nu handmatig omlaag gezet om natschade op aanliggende grond te voorkomen, verklaart assistent-projectleider Marjolein Lemmens van De Dommel.

"We willen natuurlijk zoveel mogelijk water vasthouden. Maar we hebben ook steeds vaker te maken met hoosbuien en piekafvoeren, dus de stuwen gaan niet maximaal omhoog. Automatische stuwen reguleren zichzelf en reageren op de situatie van dat moment. Dat gebeurt met sensoren die de waterstand boven- en benedenstrooms van de stuw meten. Er wordt dus gestuurd op peil."

Omgebouwd
Lemmens verwijst naar de ronde langs de velden die de Brabantse waterschappen na de zeer natte zomer van 2016 maakten, de zogenaamde Waterateliers. We vroegen de boeren ook wat zij wilden. Veel boeren gaven aan dat zij het water graag vast willen houden.

Uit die Waterateliers ontstond uiteindelijk het programma Leven-De-Dommel, waarin de automatisering van de stuwen een van de maatregelen is. De projectplannen hiervoor zijn sinds deze week in te zien op de website van De Dommel.

Het gaat in eerste instantie om 52 van de in totaal 80 stuwen die belangrijk zijn voor het watersysteem in zowel natte als droge tijden. Daarvan worden 9 klepstuwen geautomatiseerd; 37 schotbalkstuwen, 5 schuifstuwen en 1 klepstuw worden eerst omgebouwd naar kantelstuwen en dan geautomatiseerd.

Mochten de sensoren falen, dan is bediening op afstand mogelijk of, als laatste terugvaloptie, handbediening.

 

MEER INFORMATIE
Nieuwsbericht Aa en Maas
Nieuwsbericht De Dommel
Programmapagina Leven-De-Dommel

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Prachtplan Jos ! Nog een argument voor: grondwater is minder kwetsbaar dan oppervlaktewater in tijden van oorlogsdreiging. 
Plan B ja de Haakse zeedijk voor de kust van Nederland maar zelfs ook Belgie en Denemarken!
De grootste veroorzaker van de kostenstijgingen op water, energie en brandstof is de Rijksoverheid. De aandacht kan beter daar op gevestigd worden. De verhoging door de investeringen voor de drinkwaterleidingen is marginaal. Wel een verdiept in de belasting op leidingwater (voor kleingebruikers tot 300m3) van 0,5 EURO per m3? 
Om het helemaal compleet te maken neem ik aan dat beide heren met een zeilboot uit 1624 naar Nederland zijn gekomen om de CO2 voetprint niet teveel te verhogen.