secundair logo knw 1

De veengraslanden | Foto: Joachim Deru

“We moeten het veenweidegebied op het landschapsniveau bekijken. De biodiversiteit en de waterregulatie in het veenweidegebied zijn gebaat bij een landschap met landbouw- en natuurgraslanden.” Dat stelt Joachim Deru, van het Louis Bolk Instituut, die onlangs promoveerde op een onderzoek naar bodemkwaliteit en ecosystemen in het veenweidegebied.

In opdracht van meerdere provincies, ministeries en wetenschappelijke instituten startte het Louis Bolk Instituut in 2009 een onderzoek naar de bodemkwaliteit in het westelijk, laaggelegen veenweidegebied in het Groene Hart. Ook deel van het onderzoek was de vraag hoe agrariërs en natuurorganisaties hun bodembeheer vorm konden geven om de bodemkwaliteit te verbeteren.

Joachim Deru 180 vk Joachim DeruBinnen dit grotere project deed Joachim Deru promotieonderzoek. Deru is onderzoeker duurzame veehouderij en agrobiodiversiteit bij het instituut. “Ik wilde inzicht krijgen in de bodemkwaliteit en bezien hoe verschillende bodems presteren als het gaat om biodiversiteit, klimaatregulatie, waterregulatie en grasproductie. Vanuit dit integrale perspectief heb ik bekeken wat de effecten zijn van de verschillende manieren waarop het landschap wordt beheerd.”

Op veertig percelen in het Groene hart, twintig landbouwgraslanden en twintig natuurgraslanden, onderzocht Deru het bodemleven. “Landbouwgraslanden bleken op perceelniveau in en boven de grond meer dier- en plantensoorten te bevatten dan de graslanden in natuurgebieden.

Maar in de verschillende percelen zag je wel veel dezelfde soorten. Dat is ook belangrijk, want op landbouwpercelen vindt je grotere aantallen regenwormen. Die zijn ontzettend belangrijk als voedsel voor weidevogels. De natuurgraslanden bleken op perceelniveau weliswaar minder soorten te bevatten, maar door de grote variatie tussen percelen was over de twintig graslanden bezien juist een hogere biodiversiteit dan in de twintig landbouwgraslanden.”

Ook stelde Deru vast dat de landbouwgraslanden in het veenweidegebied regenwater beter kunnen opnemen dan natuurgraslanden. “Regenwormen en wortels zorgen voor een grotere sponswerking in de landbouwpercelen. Vooral bij pieken in de regenval is dat interessant, want landbouwgraslanden vangen het water tot wel vijf keer sneller op.”

Deru trekt daaruit de conclusie dat het veenweidegebied gebaat is bij een combinatie van natuur- en landbouwpercelen. “De biodiversiteit is hoger en het landschap kan dan meer regenwater verwerken. Natuur en landbouw vullen elkaar aan. Het is daarom belangrijk dat niet iedereen alleen naar zijn eigen perceel of deelbelang kijkt, maar dat agrariërs, gebiedsbeheerders en beleidsmakers op landschapsniveau als partners samenwerken in een gebied als de veenweiden.”

 

MEER INFORMATIE
Het proefschrift ‘Soil quality and ecosystem services of peat grasslands’

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.