Inzicht in de benodigde ruimte voor de maatregelen van het programma Integraal Riviermanagement (IRM) is urgent en cruciaal. Dat stelt de Commissie voor de milieueffectrapportage in een advies. Volgens de commissie moet er snel duidelijkheid komen over buiten- en binnendijkse maatregelen, omdat ook voor andere programma’s veel ruimte nodig is.
De Commissie mer heeft het advies opgesteld op aanvraag van minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat. Binnen het programma Integraal Riviermanagement werken Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten de komende decennia samen aan toekomstbestendige riviersystemen van Maas en Rijn. Uitdagingen en kansen voor waterveiligheid, bevaarbaarheid, zoetwatervoorziening, natuur en ruimtelijke kwaliteit worden in samenhang opgepakt. Het kabinet heeft in in december 2023 ingestemd met het ontwerp voor het programma IRM.
In verband met de problemen bij laag- en hoogwater zijn er maatregelen nodig voor de bodemligging en afvoer- en bergingscapaciteit van de rivieren. Hierover zijn strategische keuzes vastgelegd in een richtinggevend voorkeursalternatief (VKA), maar er zijn nog geen concrete maatregelen bepaald. Dat vraagt om meer kennis over de gevolgen van de klimaatverandering en de haalbaarheid van grootschalige maatregelen, geeft de commissie aan.
Milieubelang volwaardig meegewogen
Vanwege het besluit dat de ministers van Infrastructuur en Waterstaat, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gaan nemen over het vervolg van het programma IRM, is een plan-milieueffectrapport (MER) gemaakt. De commissie heeft op hoofdlijnen de milieueffecten en de ambities beoordeeld.
Volgens de commissie wordt een helder samenvattend beeld van de functies en opgaven in het riviergebied geschetst. Het MER geeft een waardevolle indicatie van de omvang van mogelijke gevolgen. De commissie vindt dat het MER de essentiële informatie bevat om een besluit te kunnen nemen over het programma IRM op het huidige abstractieniveau, waarin het milieubelang volwaardig wordt meegewogen.
Veel ruimte nodig
In het MER wordt aangegeven dat voor het VKA grootschalige ingrepen nodig zijn. Dat vraagt om heel veel ruimte, aldus de Commissie voor de milieueffectrapportage. Deze conclusie wordt cruciaal genoemd voor de besluitvorming en uitwerking van het programma IRM en voor andere programma’s en plannen. Want er zijn ook forse claims te verwachten uit onder meer het Nationaal Programma Landelijk Gebied, het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie en het Programma Energiehoofdstructuur.
Er zal volgens de commissie een integrale afweging moeten plaatsvinden in de Nota Ruimte, waarbij ook wordt gekeken naar de woningbouwopgave. Soms zullen functiecombinaties mogelijk zijn, maar ook zullen er conflicterende ruimteclaims worden gelegd op locaties.
Snel vervolgstap
In het MER staat dat de stap naar maatregelenpakketten per riviersysteem wordt doorgeschoven naar de uitvoeringsstrategieën. Dit is naar de mening van de commissie te laat. Het risico bestaat dat andere programma’s dan al ruimte hebben ingenomen die voor Integraal Riviermanagement nodig is.
De Commissie mer vindt het essentieel dat er tijdens de besluitvorming over de Nota Ruimte al duidelijkheid bestaat over hoeveel ruimte er nodig is voor waterveiligheid, zoetwatervoorziening en natuur en wat hiervan de consequenties zijn. Dat geldt voor zowel buitendijkse als binnendijkse ingrepen.
Het advies is om deze vervolgstap zo spoedig mogelijk te zetten en binnen de beschikbare tijd zo grondig mogelijk uit te voeren. Het ligt voor de hand om dan ook een ‘MER fase 2’ op te stellen.
Vijf aanbevelingen
De Commissie mer komt met deze aanbevelingen voor de volgende fase van het programma Integraal Riviermanagement:
- Ga uit van de nieuwe deltascenario’s die sinds kort (24 april) beschikbaar zijn.
- Vertaal het richtinggevende voorkeursalternatief zo concreet mogelijk naar ruimteclaims buitendijks en binnendijks. Vooral de ruimte binnendijks is van belang, aangezien deze over het algemeen nog geen deel uitmaakt van bestaande reserveringen.
- Beoordeel de effecten hiervan en voer ‘botsproeven’ met andere ruimteclaims uit, om te bepalen in hoeverre er sprake is van synergie en/of conflicten.
- Onderzoek wat lopende programma’s (vooral het Hoogwaterbeschermingsprogramma en de Programmatische Aanpak Grote Wateren) kunnen bijdragen aan het programma IRM en welke aanpassingen daarin nog mogelijk zijn.
- Kijk naar andere alternatieven als het richtinggevende VKA niet haalbaar blijkt te zijn. Denk daarbij aan aanpassing van de afvoerverdeling en/of bijstelling van (een deel van) de doelen.