secundair logo knw 1

30 tot 60 procent van de regionale wateren voldoet in 2027 aan de KRW-normen voor de biologische kwaliteit, voor de zoete rijkswateren is dit bijna 100 procent. Dat schrijft het Planbureau voor de Leefomgeving in het rapport Nationale analyse waterkwaliteit. Volgens de analyse zijn onder meer verdergaande structurele maatregelen en integraal beleid nodig om de KRW-doelen te halen.

Het bureau stelt dat de waterkwaliteit de komende jaren zal verbeteren, maar die verbetering is niet genoeg om 'alle doelen' van de Kaderrichtlijn Water (KRW) te halen. Dat is ook geen noodzaak, het is voor de KRW voldoende als in 2027 alle benodigde maatregelen zijn getroffen om op termijn de doelen wel te kunnen bereiken, staat in het rapport van PBL dat afgelopen week verscheen.

Voor het bereiken van de doelen is een integrale aanpak nodig, aldus de analyse. Samenhang is nodig omdat de waterkwaliteit wordt beïnvloed door uiteenlopende sectoren, zoals landbouw, industrie en huishoudens. Soms ontbreken gemeenschappelijke doelenkaders, staat in het rapport. “Dat vraagt om meer coördinatie, afstemming en integratie van het waterbeleid in ander beleid en om een duidelijke verdeling van verantwoordelijkheden tussen Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten.”

Drinkwater
Het hoofddoel van de KRW is om een ‘goede biologische toestand’ te bereiken van de wateren, maar in het rapport wordt ook gekeken naar ander aspecten van de waterkwaliteit. Zo wordt vastgesteld dat de bronnen van drinkwater onder toenemende druk staan. Het grondwater wordt tot steeds grotere diepten verontreinigd met veel verschillende stoffen. Die vervuiling wordt pas laat vastgesteld, wat een reden is om preventief beleid te voeren, bijvoorbeeld met een early warning-meetnet in het bovenste grondwater, staat in de analyse.

Deze is gebaseerd op bestaande en voorgenomen maatregelen die waterbeheerders in de komende planperiode van KRW (2022-2027) willen gaan doorvoeren. Ook de plannen in de landbouw om het nutriëntengebruik te verminderen, in het kader van het vrijwillige Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW), zijn verwerkt. De nationale analyse vormt de kennisbasis voor het opstellen van de pakketten aan maatregelen voor de volgende ronde van de zogeheten stroomgebiedbeheerplannen (zie kader).

Uit de analyse blijkt dat de KRW-normen voor nutriëntengehalten (stikstof en fosfaat), een maat voor de biologische kwaliteit, in het water niet zullen worden gehaald. Dat gebeurt ook niet met de maatregelen waar waterbeheerders maximaal op inzetten en als agrarische bedrijven voor 100 procent meedoen aan het vrijwillige Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW).

Structurele maatregelen
Om de doelen wel te kunnen halen, zijn voor een deel van de wateren, waaronder delen van het Maasstroomgebied, verdergaande structurele maatregelen nodig, aldus het rapport. “Voor deze gebieden kunnen beleidstrajecten zoals voor de ontwikkeling van kringlooplandbouw en de herbezinning op het mestbeleid de gewenste structurele oplossingen bieden.”

Andere ingrepen zijn hydrologisch herstel en het ‘hermeanderen’ van beken, het verbeteren van de oeverinrichting, en het extensiever beheren van oevers en sloten. “Waterbeheerders moeten dan wel afwegen wat er mogelijk is zonder afbreuk te doen aan het gebruik van deze wateren voor bijvoorbeeld waterafvoer of scheepvaart.”

Andere stoffen als gewasbeschermingsmiddelen, overschrijden nog altijd de oppervlaktewaternorm, aldus de PBL-analyse. “Het aantal gemeten normoverschrijdingen van gewasbeschermingsmiddelen is afgenomen, maar het aantal locaties met normoverschrijdingen blijft gelijk.” Om voor de bestrijdingsmiddelen de normen te kunnen halen, is ‘een afgewogen mix van beleidsinstrumenten’ nodig.

Andere verontreinigende stoffen
Voor andere verontreinigende stoffen in het oppervlaktewater, zoals PAK’s (poly-aromatische koolwaterstoffen, bijproducten van verbranding), metalen en ammonium, geldt dat er onvoldoende zicht is op de bronnen waar ze vandaan komen, aldus het PBL. “Deze kennis is wel nodig om maatregelen te kunnen nemen.”

De aanpak van medicijnresten, microplastics en opkomende stoffen verschilt per stofgroep. Het beleid rond deze stoffen kan baat hebben bij een meer integrale aanpak 'over verschillende stofgroepen en compartimenten (oppervlaktewater, grondwater, bodem) heen'. 

 

ANALYSE BASIS VOOR STROOMGEBIEDBEHEERPLANNEN
De nationale analyse van het PBL vormt de kennisbasis voor het opstellen van de pakketten aan maatregelen voor de volgende ronde van de zogeheten stroomgebiedbeheerplannen (2022-2027) voor de Kaderrichtlijn Water. Deze plannen moeten eind volgend jaar bij de Europese Commissie liggen, samen met het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn, het programma dat het stikstofgebruik in de landbouw reguleert om watervervuiling van oppervlaktewater en grondwater te voorkomen.
De analyse beschouwt de waterwaterkwaliteit 'in brede zin' met de focus op de KRW en prioriteiten in de Delta-aanpak Waterkwaliteit en is met name gebaseerd op lopende en recent afgeronde onderzoeksprojecten van onder andere het RIVM, Rijkswaterstaat, Deltares en het PBL zelf. De effecten van de voorgenomen maatregelen zijn door Wageningen Environmental Research en Deltares berekend met het Nationaal Watermodel.
Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.