Morgen wordt in Groningen een dijk opgeblazen. Niet omdat het water al gevaarlijk hoog langs de dijken staat, maar om een noodmaatregel te testen. Bij de proef wordt met explosieven een gat gemaakt in een proefdijk op het oefenterrein van het ministerie van Defensie in Marnewaard, Groningen.
De proef is onderdeel van het internationale Polder2C’s project, met daarin veertien Nederlandse, Engelse, Franse en Belgische organisaties die zich bezighouden met waterveiligheid. Ook intensief betrokken bij de proef is Waterschap Noorderzijlvest, want de proef zal in het beheersgebied van dit waterschap plaatsvinden. Ook wordt pompmaterieel van Noorderzijlvest ingezet voor het doen slagen van deze proef.
Jan Willem Nieuwenhuis, beleidsadviseur waterveiligheid bij Noorderzijlvest, is betrokken bij de demolitieproef. “Om te beginnen is belangrijk dat we het hebben over een noodmaatregel die pas zal worden ingezet als de andere alternatieven, bijvoorbeeld preventief pompen of het benutten van een noodberging niet voldoen.”
In 2011 is in de Amerikaanse staat Missouri een keer gebruik gemaakt van explosieven om een benedenstrooms gelegen dijksysteem te ontlasten. “Dat is toen succesvol verlopen. Andere voorbeelden van het gebruik van explosieven voor dit doel ken ik niet. Maar het principe is natuurlijk vergelijkbaar met het afgraven van het bovenste stukje dijk om het water in een bepaalde richting te sturen. Die keuze kan nodig zijn om controle te houden als een overstroming dreigt.”
Voor de proef is een dijkinstallatie gebouwd op het oefenterrein van het ministerie van Defensie in het Groningse Marnewaard. “In eerste instantie was gekozen voor een andere locatie, maar in Marnewaard is het mogelijk om het water constant tegen de dijk aan te houden. Dat is nodig, want zo is het in de realiteit natuurlijk ook.”
Noorderzijlvest ondersteunt defensie bij de voorbereiding en analyse achteraf van de proef. “Mocht er ooit een situatie ontstaan waarin dit soort interventies nodig zijn, zullen de beslissingen genomen worden door de veiligheidsregio. Als beheerder van de waterkeringen zijn de waterschappen natuurlijk wel de aangewezen partij om te bekijken waar een dijkdoorbraak geforceerd zou moeten worden.”
En dankzij de demolitieproef kan Defensie volgens Nieuwenhuis een soort stappenplan opstellen waar veiligheidsregio’s en waterschappen in noodsituaties hun voordeel mee kunnen doen. “Het doel van de proef is het vergroten van de kennis over zulke noodmaatregelen. We willen bijvoorbeeld graag weten hoe het gat in de dijk, de bres, zich ontwikkelt. Ook de mate van scheurvorming en andere eventuele schade aan de kering die ontstaat ten gevolge van de explosie zijn interessant en we willen ook kijken naar de erosie die er plaatsvindt in het achterliggende gebied.”