Tot nu toe wordt bij locatiekeuzes voor woningbouw nog nauwelijks rekening gehouden met het bodem- en watersysteem en de gevolgen van klimaatverandering, vooral die op de lange termijn. Naar schatting 820.000 van de circa 1 miljoen woningen die tot 2030 moeten worden gerealiseerd, worden in de nu voorliggende plannen gebouwd in overstroombaar, slap, zettingsgevoelig en nat gebied, schrijft Deltacommissaris Peter Glas in zijn advies woningbouw en klimaatadaptatie. Hij roept het Rijk op de verstedelijking op de lange termijn in overleg met regionale overheden anders te verdelen over het land.
zorgen dat de opgave voor klimaatadaptatie door de toenemende verstedelijking niet toeneemt In zijn tweede adviesbrief (de eerste verscheen op 1 september) schrijft Glas dat we moeten. Dat kan door nu al rekening te houden met de - steeds extremere - effecten van de klimaatverandering. Water- en bodemsysteem moeten daarom meer leidend zijn bij 'locatiekeuzen, inrichting en bouwwijzen', aldus de Deltacommissaris die hiermee spreekt over twee principes die moeten gelden bij de woningbouwopgave.
Die bestaat tot 2030 uit de bouw van circa 1 miljoen woningen. De investering hiervoor bedraagt ruim € 320 miljard, met een ruimteclaim van ca. 26.000 ha, aldus de Deltacommissaris, die zijn advies baseert op inzichten uit het Kennisprogramma Zeespiegelstijging, de dit jaar verschenen publicatie ‘Op Waterbasis’ en uit aanvullende rapporten (‘bouwstenen’) die door adviesbureaus Sweco, Defacto en Ecorys en onderzoeksinstituut Deltares zijn gemaakt op verzoek van de Deltacommissaris.
Hogere pieken
Glas waarschuwt in zijn advies dat de klimaatverandering zal leiden tot hogere pieken in rivierafvoeren en een stijging van de zeespiegel. “Wat ook weer zal leiden tot hogere waterstanden op rivieren en meren door opstuwing en belemmering in de vrije afvoer van rivierwater naar zee. Dit verhoogt onherroepelijk de potentiële kwetsbaarheid van ons land, met tevens een verhoogd risico op overstromingen.”
Ook stelt Glas dat we nu al te maken hebben met weersextremen die extremer zijn dan waarmee wordt gerekend in de modellen voor toekomstige effecten van de klimaatverandering. Daarbij verwijst hij naar de extreme neerslag afgelopen zomer in Duitsland, België en Limburg. Een ander effect van de klimaatverandering, de droogte, kan leiden tot uitzakking van waterpeilen en grondwaterstanden, met aanzienlijke schade aan funderingen, stabiliteitsproblemen voor kades en een versnelde bodemdaling. Problemen die zich niet alleen in de nattere klei- en veengebieden voordoen, maar ook op de doorgaans droge zandgronden.
2 meter
De Deltacommissaris gaat er in zijn advies vanuit dat de zeespiegelstijging 2 meter stijgt. “De vraag is niet óf maar wanneer dat gebeurt.” Dat maakt dat het ‘zeer urgent’ is om in de planontwikkeling vanaf nu rekening te houden met een zeespiegelstijging van die omvang. Dat betekent dat er bij plannen voor de inrichting van Nederland meer ruimte vrij moet worden gehouden voor nieuwe maatregelen ten behoeve van de waterveiligheid, zoals de noodzaak om primaire waterkeringen (opnieuw) te versterken. Dat kan betekenen dat voor toekomstige dijkversterkingen extra ruimte nodig is die kan variëren van 20 tot 50 meter. Andere optie is rivieren (nog) meer ruimte te geven of brede waterkerende (kust)landschappen aan te leggen.
“Voorkomen moet worden dat buitendijkse investeringen het waterbergend en stroomvoerend vermogen van de rivier gaan inperken, nu en in de toekomst”, schrijft Glas. “Mijn advies is om, met het oog op de klimaatverandering, te onderzoeken in hoeverre de Beleidsregels grote rivieren en/of andere regelgeving aanscherping behoeven.”
De Deltacommissaris loopt daarbij al vooruit op dat onderzoek: “Ik denk hier aan nadere inperking of uitsluiting van buitendijkse woningbouw en andere niet-riviergebonden bouwactiviteiten.” En nog een stapje verder: “Dit kan tevens gevolgen hebben voor bestaande objecten in buitendijks gebied; deze zullen - indien kan worden onderbouwd dat ze belemmerend zijn voor de afvoer en waterberging - (klimaatadaptief) moeten worden aangepast, of eventueel geleidelijk opgeruimd dan wel verplaatst moeten worden.”
Extra waterberging
In zijn advies stelt Glas dat er extra waterberging moet komen, bijvoorbeeld in het IJsselmeer, waarvan het peil verder moet kunnen worden verhoogd om te voorzien in voldoende zoetwater als er waterschaarste ontstaat in tijden van droogte. Naast zijn lange termijnadvies om verdere verstedelijking te verschuiven van de Randstad naar andere delen van het land, adviseert de Deltacommissaris ook om niet meer te bouwen op plaatsen waar het water zich verzamelt bij extreme neerslag of wanneer het tijdelijk niet kan worden afgevoerd, met name in beekdalen en diepe delen van polders.
Als het om klimaatrobuust bouwen gaat, adviseert Glas ook rekening te houden met verdere toename van extreme neerslag, droogte en hittestress ná 2050. “Zowel in de openbare ruimte als in en rondom woningen.” En ook hier geldt: maak in de planontwikkeling extra ruimte voor water en groen voor het opvangen van effecten na 2050.
Om langetermijneffecten van verdroging, verzilting en bodemdaling te voorkomen is het noodzakelijk om verdere (grond)waterpeilverlaging, onder andere als gevolg van woningbouw, te voorkomen, schrijft Glas. “Dit kan door grondwaterneutraal bouwen als eis te hanteren.”
MEER INFORMATIE
Adviesbrief Deltacommissaris
H2O artikel over 1e advies van de Deltacommissaris
H2O premium: Klimaat vraagt om harde keuzes inrichting Nederland
H2O opinie: Herverdeling verstedelijking: het begin van het einde?