De provincies moeten bij het opstellen van gebiedsprogramma’s meer aandacht hebben voor waterkwaliteit. Dat stelt de Ecologische Autoriteit. De belangrijkste maatregelen om tot verbetering van de waterkwaliteit te komen worden ‘mogelijk niet, of niet op tijd genomen’, schrijft de autoriteit in de beoordeling van de Handreiking voor provinciale gebiedsprogramma’s.
De handreiking geldt als leidraad voor provincies bij het opstellen van hun provinciale gebiedsprogramma's (PPLG’s). Inzet van deze programma's is om te komen tot blijvende oplossingen voor natuurherstel (inclusief stikstofproblematiek), verbetering van de waterkwaliteit en beheersen van de gevolgen van klimaatverandering. De Europese Vogel- en Habitatrichtlijn en Kaderrichtlijn Water en de Europese Klimaatwet zijn daarbij verplichte uitgangspunten en doelen.
De nieuwe handreiking vervangt de eerdere conceptversie en de autoriteit vindt de uitwerking veel beter. “Wel moeten de waterdoelen concreter”, stelt ze. Zo is de handreiking niet duidelijk en incompleet als het gaat over de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) die in 2027 moeten zijn gehaald is, schrijft de autoriteit.
“Voor de KRW zijn voor elke regio goede analyses beschikbaar die laten zien wat de grootste problemen zijn. De Ecologische Autoriteit adviseert om deze analyses toe te voegen aan de Handreiking”, schrijft ze.
Concreet doelt ze op de stroomgebiedbeheerplannen (‘het belangrijkste instrument voor de KRW’) die naar het oordeel van de autoriteit integraal opgenomen moeten worden in de provinciale gebiedsprogramma's. “Daar waar de doelen met de stroomgebiedbeheerplannen nog niet worden gehaald, moeten de provinciale programma’s een compleet pakket aan maatregelen bevatten voor de KRW-restopgave oftewel het ‘doelgat’, voor zover deze het landelijk gebied en de landbouw betreffen.”
Het valt de autoriteit op dat de handreiking hier beperkt invulling aan geeft, ‘terwijl in veel regio’s een grote resterende opgave bij uitspoeling en afspoeling vanuit de landbouw ligt’. De autoriteit adviseert de opgave en de benodigde extra maatregelen voor het halen van de KRW-doelen ‘meer handen en voeten te geven’. Daarbij doelt ze op de structurerende keuzes uit de beleidsbrief ‘Water en bodem sturend’ en de sleutelfactoren voor stilstaande en stromende wateren van kenniscentrum STOWA.
In een persverklaring zegt Marja van der Tas, voorzitter van de werkgroep van de Ecologische Autoriteit: "Waterschappen weten voor hun gebieden precies hoe het ervoor staat. Gebruik die kennis, dan wordt ook duidelijk welke maatregelen nu nodig zijn. Dat is belangrijk voor ons water én voor de natuur, voor een gezonde leefomgeving, veilig en betaalbaar drinkwater en de toekomst van onze landbouw en levensmiddelenindustrie.”
De Ecologische Autoriteit zal te zijner tijd ook de provinciale programma’s zelf toetsen. Ze zal dan bepalen of de genomen maatregelen genoeg zijn om doelen voor natuur, water en klimaat te halen of dat er meer nodig is.