secundair logo knw 1

De waterhuishouding op de zandgronden is slecht geregeld. Laat de waterschappen zich bewijzen en als de wiedeweerga de grote drooglegging en grondwaterplundering stoppen. De eigenzinnige kijk van ecoloog Patrick Jansen op de droogte in Nederland.

door Dorine van Kesteren

Patrick Jansen, ecoloog en universitair hoofddocent aan de Universiteit Wageningen, veroorzaakte begin juni een hoop opschudding met zijn column in dagblad Trouw. Zijn boodschap: de droogte op de zandgronden in Nederland komt niet alleen door een gebrek aan neerslag, maar ook door slecht beleid van de waterschappen.

Hij ontving een stortvloed van reacties, uit twee kampen. “Waterschappers vonden de column te kort door de bocht, maar ik kreeg ook veel steun – en niet alleen van natuurliefhebbers.” Jansen benadrukt wel dat hij op persoonlijke titel spreekt. “Ik zeg dit alles niet als wetenschapper, maar als natuurliefhebber en -beschermer die er toevallig ook nog wat van afweet.”

Waarop baseert u uw scherpe kritiek?
Patrick Jansen 200 vk Patrick Jansen“Op wat ik om me heen zie in het buitengebied. Overal zijn absurd diepe sloten en greppels gegraven en liggen drainagebuizen. Ons watersysteem is er eenzijdig op gericht het overtollige water zo snel mogelijk af te voeren en het waterpeil flink onder het maaiveld te houden. In februari heeft het behoorlijk geregend, maar al het water was in maart al goeddeels afgevoerd, in plaats van dat men probeerde het met enig geduld in de bodem te laten zakken en aan het grondwater toe te voegen.

En ik ben niet de enige die dit zegt, hè. Ook watergraaf Erik de Ridder van waterschap De Dommel vindt het tijd voor een een nieuw beregenings- en grondwaterbeleid. Hij zei onlangs: ‘Bij een flinke hoosbui is in 80 tot 85 procent van de gevallen het water via de Maas uit het gebied verdwenen. Dat moet anders: we moeten allemaal het water zo lang als mogelijk vasthouden.’ En volgens Wolter van der Kooij, lector Agrarisch Waterbeheer aan Aeres Hogeschool, is een paradigmawisseling nodig bij de waterschappen, omdat het mantra daar al honderden jaren is dat water altijd weg moet kunnen.”

'De agrarische sector is nog steeds zwaar vertegenwoordigd in de waterschapsbesturen en de waterschappen zijn bang voor schadeclaims van boeren als landbouwgrond blank komt te staan'

Waar komt dat mantra vandaan?
“Nederland was altijd een waterrijk land, de angst voor natte voeten en de overtuiging dat we vooral moeten vechten tegen wateroverlast, zijn diep ingesleten. Daar komt bij dat boeren ontwaterde grond nodig hebben. Als zij maximale productie willen draaien, moeten ze zo vroeg mogelijk in het groeiseizoen op het land kunnen met hun machines. Oók in periodes dat het land van nature eigenlijk onder water zou staan. En het waterbeheerbeleid is er van oudsher op gericht om dat te faciliteren. De agrarische sector is nog steeds zwaar vertegenwoordigd in de waterschapsbesturen en de waterschappen zijn bang voor schadeclaims van boeren als landbouwgrond blank komt te staan.”

Gaat u niet te gemakkelijk voorbij aan de inspanningen van de waterschappen om de droogte het hoofd te bieden? Ze hameren voortdurend op de noodzaak om water vast te houden en maken bijvoorbeeld rivieren en beken ondieper om de stroomsnelheid te verminderen.
“Woorden zijn iets anders dan daden. Veel waterschappen doen ook wel goede dingen, maar het is niet genoeg. De praktijk is en blijft dat het landelijk gebied op grote schaal wordt gedraineerd. Droogtebestrijding staat een stuk lager op de prioriteitenlijst dan wateroverlastbestrijding. Dat kan ook omdat er bij droogte een uitweg is: boeren pompen ’s zomers grote hoeveelheden diep grondwater op voor hun beregening. Maar dat is geen duurzame oplossing.

Grondwater wordt schaars en hoe meer er wordt opgepompt, hoe sneller de voorraad slinkt. Tegelijk wordt de voorraad niet voldoende aangevuld omdat te veel regenwater wordt afgevoerd en niet de bodem inzijgt. Dit betekent dat het grondwater rap verdwijnt uit waardevolle natuurgebieden die dat water hard nodig hebben. Met alle gevolgen van dien, en de natuur heeft het al zo moeilijk door de droogte.

De waterschappen praten ook mooi over biodiversiteit, maar in het landelijk gebied zijn bijna alle oevers kaalgemaaid en de waterbodems leeggeschraapt. Al het leven van flora en fauna is eruit. Bij de traditionele schouw, waarbij twee keer per jaar het onderhoud van sloten en beken wordt gecontroleerd, draait het om kaal en schoon. Ook dit weer vanuit het idee dat een vlotte doorstroming nodig is en begroeiing dat belemmert. Perceeleigenaren die iets laten staan, riskeren een boete.”

'Zolang men het grondwater kan aanspreken als een soort eindeloze, free for all-bron, is er geen enkele prikkel om enige wateroverlast in de winter te accepteren'

Hoe moet het wel?
“Natuurlijk pleit ik niet voor terugkeer naar de situatie van een eeuw geleden, toen Nederland één grote kleddernatte spons was. Kootwijkerbroek hoeft niet in een moeras te liggen en Veenhuizen niet in het veen. Maar er kan wel een betere balans komen tussen de bestrijding van wateroverlast én die van droogte. Een gezonde, integrale waterhuishouding ontstaat door te accepteren dat machines in bepaalde gebieden later het land op kunnen.

Verder moeten we het oppompen van grondwater beperken. Zolang men het grondwater kan aanspreken als een soort eindeloze, free for all-bron, is er geen enkele prikkel om enige wateroverlast in de winter te accepteren. Ongebreideld grondwatergebruik maakt teelten mogelijk op plaatsen waar deze logischerwijs helemaal niet thuishoren. Denk bijvoorbeeld aan bollenteelt in gortdroge zandgrond – dat kost ongelooflijk veel water, omdat het zand continu vochtig moet worden gehouden.”

'Het lijkt mij verstandig om de hoogte van de rioolheffing afhankelijk te maken van de inzijgcapaciteit van een perceel'

Ook drinkwaterbedrijven pompen steeds meer grondwater op om aan de toenemende vraag naar water te kunnen voldoen.
“Als ik aan collega’s in het buitenland vertel dat er bij ons Chaudfontaine of Spa blauw uit de kraan komt, zijn ze zeer verbaasd. Ze slaan steil achterover als ik erbij zeg dat we dat bronwater ook gebruiken om het toilet door te spoelen, de tuin te sproeien en de auto te wassen. De drinkwaterbedrijven kunnen waterverspilling tegengaan door het gebruik anders te beprijzen. Maak het vanaf een bepaald aantal kuub maar flink duurder voor burgers en bedrijven.

Consumenten kunnen overigens ook zelf bijdragen aan een oplossing voor het droogteprobleem. Op dit moment betegelen zij hun tuinen straffeloos. Dat betekent dat al het regenwater via het rioolstelsel en de sloten, hup, wordt afgevoerd naar de zee. Het lijkt mij verstandig om de hoogte van de rioolheffing afhankelijk te maken van de inzijgcapaciteit van een perceel. Mensen met borders, gras of een ondergronds regenwateropvangsysteem hoeven dan minder te betalen.”

U bent niet bang om een flink deel van de Nederlandse waterwereld tegen u in het harnas te jagen.
“Sommige waterschappen doen het beter dan andere, maar over het algemeen zijn de prestaties onder de maat. En zolang er geen einde komt aan die obsessieve ontwatering, de plundering van grondwater en het maaien van sloten, zolang de waterschappen zich niet op een goede manier kwijten van hun wettelijke taak om te zorgen voor een goede waterhuishouding, blijf ik mopperen.”

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Prachtplan Jos ! Nog een argument voor: grondwater is minder kwetsbaar dan oppervlaktewater in tijden van oorlogsdreiging. 
Plan B ja de Haakse zeedijk voor de kust van Nederland maar zelfs ook Belgie en Denemarken!
De grootste veroorzaker van de kostenstijgingen op water, energie en brandstof is de Rijksoverheid. De aandacht kan beter daar op gevestigd worden. De verhoging door de investeringen voor de drinkwaterleidingen is marginaal. Wel een verdiept in de belasting op leidingwater (voor kleingebruikers tot 300m3) van 0,5 EURO per m3? 
Om het helemaal compleet te maken neem ik aan dat beide heren met een zeilboot uit 1624 naar Nederland zijn gekomen om de CO2 voetprint niet teveel te verhogen.