In en rond Den Bosch zal volgens de huidige klimaatscenario’s in 2050 behoefte zijn aan ruimte om 36 miljoen kubieke meter water op te vangen. De waterschappen Aa en Maas en De Dommel verkennen nu 11 maatregelen om water vast te houden, te bergen of af te voeren.
De beken de Aa en de Dommel komen in Den Bosch bij elkaar en monden vervolgens uit in de Maas. Bij hoogwater – als de Maas vol zit –kan het beekwater niet meer uitstromen in de Maas. Dit probleem was al langer bekend, maar de overstroming in Limburg in 2021 was voor waterschappen Aa en Maas en de Dommel een bevestiging: het kan ook morgen gebeuren. .
Op zoek naar structurelere maatregelen heeft Aa en Maas, samen met De Dommel, de betrokken gemeenten en andere overheidspartners, elf mogelijke oplossingen gevonden en werken die op dit moment verder uit. Tot de mogelijke maatregelen behoren het vergroten van kanalen, de aanleg van een nieuw gemaal en het inrichten van waterbergingsgebieden.
“We werken eraan om Den Bosch en omgeving klaar te maken voor extreme klimaatscenario’s. Zo’n situatie kan in 2050 optreden, maar dat kan ook morgen al”, zegt projectmanager Ingrid Rijkers van Waterschap Aa en Maas. “Tegelijkertijd kijken we verder de toekomst in en zien dat er dan waarschijnlijk nog meer water opgevangen moet kunnen worden. Daar moeten we nu al rekening mee houden, want anders zouden we niet de juiste investeringen doen.”
Het is volgens Rijkers niet zeker dat de elf geselecteerde oplossingen allemaal volledig worden uitgevoerd. “Sowieso wordt op dit moment, en we hopen dat over twee jaar te hebben afgerond, bekeken of deze maatregelen allemaal haalbaar en uitvoerbaar zijn. Dat onderzoek wachten we af. Daarnaast moet je deze oplossingen in samenhang zien. Het zijn verschillende type oplossingen, die naast elkaar moeten worden ingezet om het doel te bereiken.”
Omdat het om maatregelen gaat die verspreid over een groter gebied ingevuld moeten worden met als doel de toekomstige bescherming van het laagst gelegen gebied, is volgens Rijkers solidariteit nodig om de volgende stappen te zetten. “De urgentie wordt absoluut gevoeld. De gemeenten, maar ook de provincie en Rijkswaterstaat, zijn er van overtuigd dat er stappen gezet moeten worden en dat iedereen daaraan moet bij dragen.”
Na het afronden van de verkennende onderzoeken is het de bedoeling dat de uitvoering van de maatregelen van start kan gaan. Rijkers verwacht dat de oplossingen gefaseerd uitgevoerd zullen worden. “Bij de planning kijken we ook naar de ontwikkelingen in het gebied. Er gebeurt natuurlijk sowieso al van alles in de regio. Maar voor het zover is zullen we maatschappelijke organisaties en inwoners bij de plannen betrekken, want het spreekt voor zich dat zulke ingrepen een breed draagvlak nodig hebben.”