Tot 2010 nam de biodiversiteit in Europese riviersystemen significant toe, maar sindsdien is het herstel gestagneerd. Dat blijkt uit een onderzoek naar de biodiversiteit van ongewervelden in zoetwaterecosystemen in rivieren. Extra maatregelen zijn nodig om de zoetwaterbiodiversiteit te stimuleren, schrijven Europese wetenschappers in een artikel dat is verschenen in het wetenschappelijke tijdschrift Nature.
De studie is gebaseerd op de analyse van een uitgebreide dataset, verzameld tussen 1968 en 2020 in riviersystemen in 22 Europese landen. Het onderzoek leerde dat in de jaren tot 2010 de biodiversiteit toenam. De invoering van de Kaderrichtlijn Water in 2000 gaf een impuls aan het herstel van de waterkwaliteit, te zien in toename van soortenrijkdom en -omvang van ongewervelden in riviersystemen.
“We zagen een algemene toename in taxonrijkdom (0,73% per jaar), functionele rijkdom (2,4% per jaar) en abundantie (1,17% per jaar). Deze toenames deden zich echter vooral voor vóór 2010 en zijn sindsdien gestabiliseerd”, schrijven de bijna honderd onderzoekers die zijn verbonden aan diverse onderzoekstinstellingen in Europa. Onder hen ook Piet en Ralf Verdonschot van Wageningen University and Research.
Ongewervelden als eendagsvliegen, steenvliegen en kokerjuffers spelen een cruciale rol in zoetwaterecosystemen, schrijft Wageningen University naar aanleiding van het onderzoek. “Ze zijn van vitaal belang voor de afbraak van organisch materiaal, waterfiltratie en de uitwisseling van voedingsstoffen tussen het water en het land.”
Extra maatregelen
De stagnatie in het herstel wijst erop dat de huidige maatregelen steeds minder opleveren, schrijven de onderzoekers. Gezien de nieuwe en aanhoudende druk op zoetwaterecosystemen, waaronder opkomende verontreinigende stoffen, klimaatverandering en de verspreiding van invasieve soorten, roepen ze op tot extra maatregelen om het herstel van de zoetwaterbiodiversiteit te stimuleren.
Volgens de auteurs zijn gerichte inspanningen nodig om te voorkomen dat afvalwaterzuiveringsinstallaties overstromen tijdens hevige regenval en om vervuilende stoffen effectiever uit zoetwatersystemen te verwijderen. Daarnaast bepleiten ze sterke afname van verontreiniging van de rivieren door meststoffen en pesticiden, betere verbinding van rivieren met uiterwaarden en aanpassing van riviersystemen aan de gevolgen van klimaatverandering.
Om de extra maatregelen te laten werken moeten ze op grote schaal worden toegepast, zegt Ralf Verdonschot. Dat wil zeggen: in het stroomgebied van de rivieren. “Dat betekent dat we landgebruik en waterbeheer in deze gebieden opnieuw moeten bekijken.”