Regenwatertanks bij woningen leveren een substantiële bijdrage aan besparing op drinkwater. En als de regenwaterberging groot genoeg is, kan ten alle tijde worden voldaan aan het vereiste bergingsvolume van de tank. De gemeenten moeten wel de eis laten vallen die ze stellen aan de tijd dat de tank leeg moet zijn, de zogenoemde ledigingstijd.
Dat stelt de expertgroep circulair water van Water Alliance in een zogeheten white paper. De expertgroep onderzocht het nut van regenwatertanks voor hemelwaterberging. Die vraag is relevant nu waterberging praktijk wordt door de hemelwaterverordening, wettelijk verplicht onderdeel van het gemeentelijk rioleringsplan.
De verordening maakt de perceeleigenaar verantwoordelijk voor de opvang en berging van regenwater. Doel daarbij is om wateroverlast bij extreme neerslag te voorkomen. Als elk perceel een eigen waterberging heeft, dan vormen die bergingen samen een groot waterbekken dat het watersysteem ontlast tijdens de almaar extremere piekbuien, zo is het idee. Hergebruik van het regenwater (tuin, toilet, wasmachine) leidt bovendien tot een besparing op het drinkwatergebruik.
Bergingseis
In de praktijk wordt in de hemelwaterverordening een zogenoemde bergingseis gesteld aan de regenwateropvang, meestal afgeleid van het dakoppervlak. De bergingseisen verschillen per gemeente. Zo eist Terneuzen 75 mm, wat inhoudt dat er bij een dak van 100 m2 7.500 liter bergingsvolume gecreëerd moet worden. Amsterdam rekent met 60 mm, de gemeente Bergeijk ook. De gemeente Zwolle hanteert bij nieuwbouwwoningen een bergingseis van 20 millimeter per vierkante meter.
Daarnaast stelt een aantal gemeenten eisen aan het leeg maken van de watertank, zodat de regenwaterberging weer tijdig het water van de volgende bui kan bergen. Deze zogenoemde ledigingseis varieert van 24 tot 72 uur, aldus de expertgroep, die vraagtekens plaatst bij deze eis. “Het verplicht ledigen van de regenwaterberging lijkt haaks te staan op het nuttig gebruiken van regenwater. Immers daarvoor wil de perceeleigenaar juist regenwater op voorraad hebben in de regenwatertank.”
Vlaanderen
In Vlaanderen geldt er al sinds 2005 een verplichting voor een regenwatertank. Dit jaar zijn de eisen nog eens aangescherpt. De expertgroep heeft de Vlaamse praktijk gebruikt om middels een simulatie voor Nederland in kaart te brengen wat de impact van de regenwatertank en het regenwatergebruik alhier is op de drinkwaterbesparing, de hoeveelheid afstromend regenwater en de piekintensiteit na plaatsing van dergelijke regenwatertank. “En daarmee kan geanalyseerd worden of voldaan kan worden aan de eisen voor de berging en lediging in Nederland.”
In de analyse werd uitgegaan van een dakoppervlakte woning van 60 m2, alsook verdamping (10 procent), filterverlies (5 procent) en een gezinsgrootte van 2,13 personen. Voorts werd er gerekend met regenwatertanks met oplopende inhoud: 0, 1.500, 3.000 en 15.000 liter.
Naast de aanzienlijke besparing op het drinkwatergebruik (46 m3/jaar) leverde het rekenwerk nog enkele conclusies op: regenwatertanks leveren een substantiële bijdrage aan de berging van hemelwater, ook in de bebouwde omgeving. En hoe groter de regenwatertank, hoe kleiner het aantal overstorten en hoe lager de piekoverstorten.
Groot genoeg
Daarmee wordt voldaan aan de eisen in de Nederlandse hemelwaterverordeningen, schrijft de expertgroep. “Als de regenwatertank groot genoeg wordt uitgevoerd, dan kan ten alle tijde het vereiste bergingsvolume worden gerealiseerd.”
Het enige dat gemeenten moeten loslaten is de absolute eis aan de ledigingstijd, schrijft de expertgroep. “Hoewel de idee daarachter logisch is, kan in ruime mate worden aangetoond dat er in grote regenwatertanks gemiddeld voldoende bergingscapaciteit beschikbaar blijft en het aantal overstorten en piekoverstorten tot een minimum beperkt blijft en beheersbaar zijn. En dat is exact het doel dat gemeenten nastreven.”