Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat houdt rekening met forse financiële tegenvallers bij de dijkversterkingen, de integrale aanpak van rivieren en de verbetering van de waterkwaliteit. Dit blijkt uit een in verband met de kabinetsformatie gemaakt overzicht.
Op verzoek van de formerende partij Nieuw Sociaal Contract heeft elk ministerie een lijst met mogelijke tegenvallers van meer dan 500 miljoen euro opgesteld. Toen informateur Ronald Plasterk de informatie doorgaf aan de onderhandelaars, was dat voor Pieter Omtzigt van NSC reden om op 6 februari plotsklaps afscheid te nemen van de besprekingen met PVV, VVD en BBB over een rechts kabinet.
Omtzigt betitelde de financiële situatie van het Rijk als veel ernstiger dan gedacht en was gepikeerd dat Plasterk deze informatie een tijdlang achter zou hebben gehouden. Die ontkende dit pertinent.
Een bundeling van de departementale brieven over de potentiële tegenvallers is als bijlage opgenomen bij het eindverslag over de eerste formatieronde die Plasterk afgelopen maandag (12 februari) naar de Tweede Kamer stuurde. Hij vermeldt dat een groot deel van de mogelijke tegenvallers en risico’s al op enigerlei wijze bekend was bij de Tweede Kamer, vertrouwelijk dan wel openbaar.
Vijf projecten van Deltafonds
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) leverde een overzicht van 22 projecten en onderwerpen aan. Daarbij wordt vaak verder gekeken dan 2028. De Volkskrant noemt het zelfs de meest bloedstollende lijst van alle ministeries, met een prijskaartje van in totaal 45 tot 60 miljard euro.
Er zijn vijf projecten op waterterrein opgenomen. Die vallen onder het Deltafonds: het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP), het programma Integraal Riviermanagement (IRM), de maatregelen in het kader van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW), de renovatie van de Afsluitdijk en een ecologische verbetering door Getij Grevelingen (onderdeel van de Programmatische Aanpak Grote Wateren).
Geen acute problematiek bij HWBP
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gaat uit van een aanzienlijke financiële tegenvaller bij de dijkversterkingen in het kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma tot en met 2050. Vorig jaar is een kosteninschatting gemaakt. “Daarbij is geschat dat bijna 2.000 kilometer aangepakt moet worden, met een grove schatting van de kosten tot 2050 tussen de 15,7 miljard en 32,9 miljard euro.” Voor deze periode is nu ongeveer 12 miljard euro beschikbaar.
Er wordt vermeld dat het niet om een acute problematiek gaat, omdat naar verwachting tot 2030 geen extra middelen nodig zijn. “In de periode van 2030-2036 zijn al wel aanvullende middelen (1,2 miljard euro) nodig, dit is onvermijdelijk.” Is hier binnen twee jaar geen zicht op, dan wordt het lastig om het programma op het noodzakelijke tempo te houden, wordt nog opgemerkt.
Extra dekking voor IRM-maatregelen nodig
In het programma Integraal Riviermanagement wordt volgens de departementale brief op dit moment nog onvoldoende rekening gehouden met de maatregelen die nodig zijn om de rivierbodemligging in de grote rivieren te verbeteren. “Dit is echter vanwege weerextremen (grotere afvoer in de winter, lagere in de zomer) wel noodzakelijk om het gebruik van de rivieren en de bevaarbaarheid in stand te houden.”
En dan het bedrag: “In de periode 2028-2038 is naar verwachting 750 tot 1.250 miljoen euro nodig als extra dekking voor maatregelen om bodemerosie tegen te gaan en om de bodemligging te herstellen.” Komt er een impuls tussen 2024-2028, dan zal die worden benut om planstudies op stoom te krijgen.
Tegenvaller bij KRW ‘onbekend’
Wat betreft de Kaderrichtlijn Water wordt de omvang van de tegenvaller als ‘onbekend’ omschreven. Er wordt verwezen naar de aanvullende verzamelbrief die minister Mark Harbers op 25 januari stuurde naar de Tweede Kamer in verband met het Wetgevingsoverleg Water van 29 januari. Hierin staat informatie over financiële prognoses, planning en scope voor de KRW-maatregelen die door Rijkswaterstaat moeten worden uitgevoerd.
Even verderop in de departementale brief wordt dit kort toegelicht. Met de huidige inzet is het momenteel onwaarschijnlijk dat de KRW-doelen voor de waterkwaliteit worden gehaald. Bovendien meldde Rijkswaterstaat Oost-Nederland in juli 2023 dat er een forse ‘budgetspanning’ van 100 tot 250 miljoen euro is in het Uitvoeringsprogramma KRW binnen het hoofdwatersysteem.
Horvat & Partners heeft de situatie in alle regio’s onderzocht. Er blijkt een budgetspanning van 133 miljoen euro te zijn, met een bandbreedte van 109 miljoen euro. “Deze budgetspanning wordt verder geduid de komende tijd waarbij besparingsopties worden onderzocht en uitgevoerd.”
Het ministerie wijst tot slot op de kans dat als Nederland in 2027 niet aan de kaderrichtlijn voldoet, er rechtszaken aangespannen zullen worden die bedrijvigheid in de buurt van de betreffende waterlichamen hinderen. Daarna zijn waarschijnlijk acuut maatregelen noodzakelijk.
‘Onvermijdelijke tegenvaller’ bij Afsluitdijk
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat noemt in het overzicht nog twee andere projecten van het Deltafonds: Afsluitdijk en Getij Grevelingen. Bij beide is sprake van ‘onvermijdelijke tegenvallers’. Bedragen en een groot deel van de toelichting zijn echter weggelakt bij de publicatie van de brief, omdat deze informatie als vertrouwelijk wordt aangemerkt.
Volgens een vandaag gepubliceerd bericht van de Volkskrant gaat de renovatie van de Afsluitdijk in het ergste geval nog eens minimaal een half miljard extra kosten. Hiermee wordt gedoeld op de opdracht om potentiële tegenvallers van meer dan 500 miljoen euro te melden. Het betekent ten minste een verdubbeling van de al flinke kostenoverschrijding.
Als de bron van de ellende wordt genoemd dat Rijkswaterstaat cruciale informatie over waterstanden en golfhoogtes vergat aan te leveren aan de bouwers wat tot aanzienlijke meerkosten leidde. Daarvoor is al een compensatieregeling met de bouwers getroffen.
De aanpak van de spuisluizen moest opnieuw worden aanbesteed. Het bedrag hiervoor dreigt fors meer te worden dan wat oorspronkelijk was begroot, aldus de Volkskrant. Het ministerie geeft in een reactie aan dat ook de kosten voor andere onderdelen van de Afsluitdijk hoger uitvallen.
Financiële situatie van Rijk ‘heel gezond’
Bij de exercitie van het ministerie van het Infrastructuur en Waterstaat en de andere ministeries zijn wel kanttekeningen te zetten. Er is alom verbazing dat de formerende partijen expliciet alleen om financiële tegenvallers vroegen. Meevallers die het beeld nuanceren, zijn daarom niet meegenomen. Ook worden in de departementale brieven de negatiefste scenario’s vermeld. De ervaring leert dat de soep meestal niet zo heet wordt gegeten, onder meer omdat projecten niet doorgaan of worden versoberd.
Demissionair minister Steven van Weyenberg van Financiën herkent zich niet in het sombere beeld dat Omtzigt schetst. Hij noemt in een interview met de NOS de overheidsfinanciën juist “heel gezond”. “Er zijn altijd tegenvallers en risico’s en die passen we netjes in in de begroting.”
Het was een open vraag aan alle ministeries naar een lijst met tegenvallers en risico’s. “Dan gaan ze heel lange lijsten aanleveren en dat snap ik.” Van Weyenberg ziet veel “stiekeme wensen” voorbijkomen, dingen die een ministerie graag wil veranderen. “Ik zag vergelijkingen met lijstjes van kinderen met Sinterklaas en dat herken ik wel als minister van Financiën.” Hij verwacht dat na overleg er ook dit jaar weer nette begrotingen van ministeries uitkomen.