De grondwaterstanden staan op heel wat plekken hoog of erg hoog voor de tijd van het jaar, blijkt uit een inventarisatie van ingenieursbureau Aveco de Bondt. De verwachting is dat zij in de komende maanden een vergelijkbaar niveau halen als in de voorgaande winterperiode. Dit zorgt vooral voor wateroverlast aan de flanken van de duingebieden en heuvelruggen.
Tekst: Hans Klip / Beeld: Aveco de Bondt
Vorig jaar zeer hoge waterstanden en nu weer, komen we er ooit nog vanaf? Dat wordt Maarten Kuiper vaak gevraagd. De directeur water en klimaat bij Aveco de Bondt antwoordt dan met ja. “Door de klimaatverandering zal er structureel grofweg 10 procent meer neerslag vallen in winterperiodes, maar bij de huidige grondwatersituatie gaat het hydrologisch om een incident.”
Kuiper verwacht dat de grondwaterstanden op zandgronden een vergelijkbare hoogte zullen bereiken als in de voorgaande winter. “Dit is nog steeds het gevolg van de extreme hoeveelheid regen die het afgelopen jaar is afgevallen. Als er in 2025 een lange droge periode is, kunnen de grondwaterstanden zich echter ook vrij snel normaliseren. Wordt het een zomer met een gewoon neerslagtekort, dan kan de grondwaterstand nog steeds wel wat verhoogd zijn in de winterperiode van 2025-2026.”
Afgelopen weken flinke stijging
De grondwaterstanden zijn momenteel flink aan het stijgen volgens de inventarisatie van het ingenieursbureau op basis van het eigen online waterdataplatform Argus. Hierin worden ‘real time’ de meetgegevens van zo’n 20 duizend peilbuizen bijgehouden. “Het is de afgelopen weken best snel gegaan”, aldus Kuiper.
De problematiek is weliswaar altijd lokaal maar ook ongeveer hetzelfde op vergelijkbare plekken, zegt Cedrick Gijsbertsen, specialist geohydrologie bij Aveco de Bondt. Hij wijst erop dat het grondwaterpeil nu al extreem hoog is in de duingebieden in het westen en op de heuvelruggen in het midden, oosten en zuiden (zie figuren 1 en 2).
Aanzienlijke wateroverlast in overgangsgebieden
Het leidt volgens Gijsbertsen tot aanzienlijke wateroverlast. Nog niet eens zozeer in de hoge gebieden zelf waar veel natuur en weinig bebouwing aanwezig is en de regenwateraanvulling van de grondwatervoorraad ook een goede zaak is. Maar vooral in de overgangsgebieden van hoog naar laag (zie figuur 3).
“Bijvoorbeeld waar de duinen richting de polders gaan, waar de Utrechtse heuvelrug richting de rivieren gaat en waar de Veluwe naar beneden afloopt. Zulke zeer grote watersystemen blijven gewoon leegstromen. Het grondwater komt op veel plekken dichtbij of zelfs tot op het maaiveld.”
Op dergelijke locaties lopen nu sinds 2023 ondergrondse ruimtes zoals kelders en souterrains onder, die daarvoor nooit nat waren. Gijsbertsen: “De bouwconstructies zijn eigenlijk lek, omdat ze niet erop zijn ingericht dat er water bij zou kunnen komen. Dat is het voorbije jaar echter wel gebeurd en gebeurt nu opnieuw. Sommige kelders staan al een jaar lang blank.”
Veel emotie bij bewoners
Het was de eerste keer schrikken voor veel bewoners, gemeenten en waterbeheerders, aldus Gijsbertsen. “Ik merk dat de problematiek eigenaren en gebruikers van gebouwen niet in de koude kleren gaat zitten. Dit geldt ook voor ambtenaren.” Waarop Kuiper toevoegt: “Zeker omdat grondwater zo ongrijpbaar is. Was het maar zo tastbaar als een regenbui op straat.”
Gijsbertsen en Kuiper krijgen dan ook veel vragen van gemeenten en bewoners of er maatregelen mogelijk zijn. “Bewoners zijn benieuwd aan welke bouwkundige maatregelen zij moeten denken of dat ze het nog een tijdje kunnen uitzingen. Gemeenten willen weten of het om een structurele situatie gaat en of maatregelen doelmatig zijn in het kader van hun grondwaterzorgtaak. Met informatie en tips kunnen zij ook bewoners helpen bij bouwkundige maatregelen.”
Er zijn ook diverse gebieden in Nederland waar de grondwaterstanden normaal voor de tijd van het jaar zijn, zoals de polders in West-Nederland (zie figuur 4). Kuiper licht toe: “Hier gaat het om dagkoersen. Als het vandaag regent, stijgt het grondwater direct. Is het morgen droog, dan is er meteen weer een daling. Mensen uit polders vertellen me dat het in de winterperiode eigenlijk altijd nat is en er al lang maatregelen zijn getroffen.”
Nog effect van vorige winterperiode zichtbaar
Volgens het tweetal is nog duidelijk het effect te zien van de natte periode die duurde van de herfst van vorig jaar tot in de zomer van dit jaar. Na de maanden oktober en november in 2023 waarin veel regen viel, constateerden zij dat de grondwaterstanden richting recordhoogtes gingen. Gijsbertsen blikt terug: “Gezien de toen bekende hydrologische scenario’s hielden we het niet voor mogelijk dat ze binnen twee maanden zo zouden stijgen. Maar het gebeurde wel.”
Het bleef aanhoudend nat. “De recordhoogtes zijn rustig blijven stijgen”, zegt Kuiper. “Op behoorlijk wat plekken stonden de grondwaterstanden in de zomer nog op winterniveau. Volgens het hydrologisch jaar hadden ze al langzamerhand moeten zijn gedaald.”
De daling zette uiteindelijk pas echt in toen het warm en droog werd en er veel verdamping was. “Dat was slechts gedurende een korte periode. Het betekent dat de grondwaterstanden die erg hoog stonden, vrij weinig tijd hebben gehad om naar beneden te gaan. Hierdoor zitten heel wat Nederlandse gebieden nog steeds in een lastige positie.”
Luisterend oor van belang
Kuiper raadt gemeenten en andere partijen aan om echt aandacht te hebben voor mensen die last hebben van hoog grondwater. “Luister goed en leg tegelijk op een begrijpelijke manier uit hoe het zit, gebaseerd op data. Het is zeker bij grondwater belangrijk om het feitelijke verhaal te vertellen.”
Doe het samen, benadrukken Gijsbertsen en Kuiper tot slot. “Hoe ingewikkeld en ellendig het soms ook is bij grondwater, maar partijen zullen elkaar moeten vinden. We zien steeds vaker voorbeelden waarbij gemeenten, waterschappen, drinkwaterbedrijven en bewonersvertegenwoordigingen elkaar goed helpen.”