secundair logo knw 1

Beeld van grote wateroverlast in de plaats Maasland in 1998 I foto: Roel Dijkstra (via Deltares)

Extreme regenval in heel Zuid-Holland leidt tot ongekende wateroverlast en een miljardenschade, blijkt uit een stresstest door kennisinstituut Deltares en provincie Zuid-Holland. Veel plekken komen onder water te staan. Het positieve nieuws: de kans op dodelijke slachtoffers is erg klein omdat de waterdieptes beperkt zijn.

In het onderzoek is gekeken naar wat er gebeurt als net als in juli 2021 in Limburg er een ‘waterbom’ valt op Zuid-Holland. Twee scenario’s zijn onder de loep genomen: 150 of 200 millimeter neerslag in twee dagen tijd. In beide gevallen zal in veel gebieden langdurig water op het maaiveld en de straat staan.

Dat heeft forse sociale en economische gevolgen. Zo zijn door ondergelopen weggedeeltes belangrijke locaties als ziekenhuizen en brandweerkazernes minder goed bereikbaar.

Karin de BruijnKarin de Bruijn

De totale schade wordt geraamd op 2 miljard euro. Het bedrag kan nog hoger uitvallen als bijvoorbeeld kades doorbreken en riooloverstorten verdrinken. “Het is natuurlijk een enorme schade”, zegt Karin de Bruijn, overstromingsexpert bij Deltares en een van de auteurs van de Case studie Zuid-Holland: ‘Analyse grootschalige wateroverlast’. “Vooral de landbouw- en glastuinbouwgebieden zullen hiermee te maken krijgen.”

Veel maatschappelijke ontwrichting
De grote schaal is volgens De Bruijn het voornaamste risico in Zuid-Holland. “Eigenlijk staat er slechts een beetje water maar wel op heel veel plekken. Dat zorgt voor veel maatschappelijke ontwrichting. Waterschap Hollandse Delta omschrijft het mooi: naar één uitgevallen lamp gaan we toe, bij vijf lampen wordt het al druk en bij honderd lampen weten we niet meer waar we moeten beginnen.”

De situatie verschilt wezenlijk van die in Limburg door andere landschapskenmerken. “Daar was het water al na een dag weg. In Zuid-Holland blijft het water veel langer staan omdat het allemaal weggemalen moet worden. In de meeste delen van Zuid-Holland duurt het enkele dagen voordat het water weg is en op laaggelegen plaatsen zelfs wel tien dagen.”

Na grootschalige neerslag komen veel waterdieptes niet uit boven vijf centimeter, blijkt uit de studie. “De ramp is daardoor in Zuid-Holland minder catastrofaal dan die van juli 2021, zeker vergeleken met België en Duitsland waar veel dodelijke slachtoffers vielen. Dat verwachten we hier niet.”

Impact in stedelijk gebied minder groot
De meeste problemen zullen zich voordoen in de landbouw – 43 procent van alle landbouwgrond krijgt te maken met wateroverlast – en de glastuinbouw (30 procent). In het stedelijk gebied is de impact van zware neerslag minder groot, omdat hier meer pompcapaciteit aanwezig is en de kades hoger zijn. De Bruijn: “Wij zijn er wel van uitgegaan dat alles functioneert zoals het bedoeld is. Want als gemalen uitvallen en boezemkades breken, worden erg veel waterstanden kritisch en zijn de gevolgen groter.”

 'In de meeste delen van Zuid-Holland duurt het enkele dagen voordat het water weg is en op laaggelegen plaatsen zelfs wel tien dagen'

Ook bestaat er het risico dat riooloverstorten niet meer functioneren. “We zagen op sommige locaties in Delft en bij Den Haag dat riooloverstorten kunnen verdrinken. Dan werkt het watersysteem minder goed. Zeker als dat dagen voortduurt, is de maatschappelijke impact aanzienlijk. Een simpel voorbeeld: mensen kunnen hun wc niet doortrekken.”

De Deltares-onderzoekers hebben niet specifiek gekeken naar de gevolgen van zware neerslag voor de rioolwaterzuiveringen. Zij adviseren om dit in een volgende analyse mee te nemen.

Eerste bovenregionale stresstest
Het onderzoek is een coproductie van Deltares en provincie Zuid-Holland, die dit ook gemeenschappelijk hebben gefinancierd. Zij werkten samen met de Zuid-Hollandse waterschappen (Delfland, Hollandse Delta, Rijnland en Schieland en de Krimpenerwaard), de gemeenten Dordrecht en Rotterdam en de veiligheidsregio’s.

Het gaat om de eerste bovenregionale stresstest. Dit is een uitvloeisel van de hackaton die Deltares eind 2021 hield naar aanleiding van de extreme neerslag in Zuid-Limburg. De Bruijn licht toe: “Wij concludeerden tijdens de hackaton dat zo’n weersgebeurtenis ook elders in Nederland mogelijk is en adviseerden om in een aantal delen van het land bovenregionale stresstesten te houden. Onze aanbeveling is overgenomen door de Beleidstafel wateroverlast en hoogwater. Provincie Zuid-Holland heeft nu de primeur.”

Duidelijke verschillen tussen waterschappen
Er blijken duidelijke verschillen te bestaan tussen de gebieden van de vier waterschappen. De gevolgen van een waterbom zijn bijvoorbeeld relatief klein voor het watersysteem in het werkgebied van Hollandse Delta, omdat dit gebied bestaat uit vijf eilanden die van elkaar onafhankelijk zijn. “Het water wordt rechtstreeks weggemalen naar de grote rivieren”, zegt De Bruijn. “Die stijgen niet door extreme neerslag.” In de gebieden van Delfland en Rijnland concentreert het water zich in de boezems. “De overlast is hier veel groter.”

In het onderzoek is ook gekeken naar het Amsterdam-Rijnkanaal en het Noordzeekanaal. “Dit watersysteem is erg kwetsbaar, omdat het systeem water uit Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Holland afvoert. Als in het hele afwateringsgebied van het systeem tegelijk veel regen valt, concentreert veel water zich in het kanaal en moeten er maalstops worden afgekondigd om te voorkomen dat de kades breken. De consequentie is dat ook de waterschappen die deels in Zuid-Holland liggen, geen water meer mogen malen naar het Amsterdam-Rijnkanaal en Noordzeekanaal.”

Daarom is dit watersysteem meegenomen, vervolgt De Bruijn. “Want juist bij zulke grote neerslaggebeurtenissen wordt de interactie tussen de waterschapsbeheersgebieden belangrijk. Er zijn sessies geweest waarbij ook Waterschap Amstel, Gooi en Vecht en Noord-Hollandse en Utrechtse partijen betrokken waren.”

Goede voorbereiding nodig
Wat raadt De Bruijn aan dat de provincie en de waterschappen nu moeten doen? “Allereerst: bereid je beter voor. Zorg dat de juiste informatie beschikbaar is en oefen ook een keer met de situatie van een extreme grootschalige regenbui. De crisisbeheersing gaat boven de organisaties uit. Zeker in het gebied van het Amsterdam-Rijnkanaal is het erg lastig om besluiten te nemen, omdat dit niet kan worden gedaan door één waterschap of één overheid maar samenwerking vereist.”

 'De wateroverlast is het grootst in gebieden die op zich niet erg kwetsbaar zijn, maar dat wel worden als ze worden volgebouwd'

Ook moet volgens De Bruijn in de ruimtelijke ordening rekening worden gehouden met zware neerslag. “Bouw nieuwe woningen en vitale infrastructuur op handige plekken. De wateroverlast is het grootst in gebieden die op zich niet erg kwetsbaar zijn, maar dat wel worden als ze worden volgebouwd.”

Het onderzoek is niet af. “Een aantal waterschappen gaat verder met de resultaten en de voorbereiding verbeteren. Provincie Zuid-Holland neemt zelf het onderwerp mee in het traject voor het uitwerken van het principe ‘bodem en water stuurt’.”

Meer stresstesten op komst
De komende tijd worden meer bovenregionale stresstesten uitgevoerd. “Wij vinden het belangrijk om ook te kijken naar een vrij afwaterend gebied, bijvoorbeeld van de Overijsselse Vecht.”

De kennis over het watersysteem zit nu vooral bij de waterschappen, besluit De Bruijn. “Dat moet ook bij andere partijen landen. Zeker omdat door de klimaatverandering er vaker extreme neerslaggebeurtenissen zullen zijn. Wij kunnen ze niet voorkomen maar ons wel erop voorbereiden, zodat we de goede beslissingen nemen om de overlast zoveel mogelijk te beperken.”


LUISTER OOK NAAR DE H2O PODCAST MET MARJOLIJN HAASNOOT (DELTARES)

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest. 
De heer Revis is afkomstig uit een openlijk natuurvijandige partij als de VVD. Ook als wethouder RO in Den Haag is van hem geen enkel, ik herhaal, geen enkel groen feit bekend, tenzij ik iets heb gemist. SBB heeft zware klappen opgelopen door de Bleker-bezuinigingen. Zo is in de provincie Zuid-Holland de subsidie voor onderhoud en beheer gedaald van 45% naar 25%. SBB staat op het punt om natuur- en recreatiegebieden af te sluiten. Om in kabinetstermen te spreken een natuurcrisis. Ondanks dat we van de heer  Revis qua achtergrond niets mogen verwachten, zou hij, je weet het maar nooit, juist vanwege zijn achtergrond, SBB goede diensten kunnen bewijzen. Ik wens hem uiteraard veel succes en waar wij als KNNV-afdelingen Zuid-Holland kunnen steunen, zullen we dat beslist doen.
Huub van 't Hart, secretaris Natuurbescherming KNNV Natuurlijk Zuid-Holland