Ondanks sombere berichten over lozingen van PFAS in de Rijn, blijft Gerard Stroomberg, directeur van RIWA-Rijn, hoopvol over de toekomst van de rivier. "Het is nog niet zo heel erg lang geleden dat de Rijn drinkbaar was. Daar kunnen we best naar terug", zegt hij in de H2O-podcast De Toekomst van ons Water. “Als we ons met elkaar aan alle afspraken houden over verbetering van de waterkwaliteit, dan koersen we weer richting een drinkbare Rijn.”
Elk najaar als Gerard Stroomberg het jaarverslag van RIWA-Rijn presenteert, is de teneur in zijn verhaal vrij somber. Altijd is er wel een stof waarover hij zich ernstig zorgen maakt, omdat het een bedreiging vormt voor de Nederlandse drinkwaterwinningen die gebruik maken van water uit het stroomgebied van de Rijn. Dan gaat het om PWN, Vitens, Waternet, Oasen, Evides en Dunea, die al met al 5 miljoen mensen bedienen met drinkwater waarvan de Rijn de bron is.
Lozingen
Dit jaar bond Stroomberg de kat de bel aan over PFAS. In de H2O-podcast geeft hij een nadere toelichting. Hij stuurde een brief op poten naar de Duitse minister van milieu in Berlijn, met de oproep om paal en perk te stellen aan PFAS-lozingen in industrieel afvalwater in de Rijn. Zo’n honderd Duitse chemiebedrijven beschikken over een vergunning om PFAS te lozen in afvalwater. Aan die vergunningen zijn geen grensnormen verbonden voor de hoeveelheden PFAS. Zulke normen (emmisssiegrenswaarden) zou de nationale overheid in Berlijn moeten instellen, vindt RIWA-Rijn.
De brief kreeg zowel in de Nederlandse als in de Duitse media veel aandacht. De Duitse industrie – met name op chemiepark Leverkusen in het Ruhrgebied – loost dagelijks honderden grammen PFAS in de Rijn. Soms gaat het per bedrijf om 400 gram op een dag, terwijl de vergunning als richtlijn 35 gram geeft. “Zulke overschrijdingen van de oriënteringswaarden met een factor tien hebben geen juridische consequentie. Daarom vinden we dat de Duitse federale overheid emissiegrenswaarden moet vaststellen”, zegt Stroomberg in een toelichting op het jaarrapport van RIWA-Rijn.
Stroomberg onderstreept dat Duitsland zich te houden heeft aan de afspraken in het internationale Rijnverdrag. In dat verdrag beloven de landen in het stroomgebied van de Rijn dat ze grenswaarden voor emissies vastleggen in vergunningen voor het lozen van afvalwater dat de waterkwaliteit nadelig beïnvloedt.
Medicijnresten
De landen die samenwerken in het stroomgebied van de Rijn hebben ook met elkaar afgesproken dat ze de lozingen van schadelijke stoffen in 2040 met dertig procent verminderen. Uit metingen van RIWA-Rijn blijkt dat voor 35 schadelijke stoffen dat doel gehaald kan worden en voor 21 stoffen niet. Stroomberg: “Sommige industriële stoffen en medicijnresten zien we zelfs stijgen. Medicijnresten komen via rioleringen en rioolwaterzuiveringen in de rivieren terecht. Voor het terugdringen van medicijnresten in ons rivierwater is het belangrijk dat vaart wordt gemaakt met het verbeteren van de rioolwaterzuiveringsinstallaties met een vierde reinigingsstap.”
Niettemin blijft Stroomberg hoopvol over de toekomst van de Rijn, vertelt hij in de podcast. “Soms hoor je dat er extra regels nodig zijn. Ik denk van niet. Als we ons met elkaar aan alle afspraken houden voor verbetering van de waterkwaliteit, dan gaat het de goede kant op. Dan bedoel ik de Europese Kaderrichtlijn Water, de nieuwe richtlijn voor stedelijk afvalwater, waarbij we inzetten over verbeteren van de rioolwaterzuiveringen. En de afspraken in het internationale Rijnverdrag, om de vervuiling van de rivier met 30 procent te verminderen. We hebben de middelen in handen om te komen tot een drinkbare Rijn. Het schort aan het uitvoeren van de afspraken.”
Anekdote
De directeur van RIWA-Rijn verbindt er een persoonlijke anekdote aan. Zijn vader was binnenschipper op de Nederlandse rivieren. Van de jaren dertig tot de jaren vijftig vulde hij een drinkwatervat aan boord met water uit de rivier. “Mijn vader vertelde dat er in de Nederrijn een plek was waar tot in de jaren vijftig het water drinkbaar was. Daar stroomde schoon water in de rivier vanuit de flanken van de Utrechtse Heuvelrug. Men wist toen: op deze plek kun je het water drinken. Dat is best bijzonder, want in de jaren vijftig hadden de drinkwaterbedrijven al zorgen over de kwaliteit van de Rijn. Het is nog niet zo heel erg lang geleden dat de Rijn drinkbaar was. Daar kunnen we best naar terug.”
In de H2O-podcast De Toekomst van Ons Water voert Wim Eikelboom een uitgebreid gesprek met Gerard Stroomberg