Rijkswaterstaat legt de loper uit voor natuurinclusieve boeren in de uiterwaarden. Hermen Vreugdenhil – directeur van het agrarisch Collectief Rivierenland – grijpt die kans met beide handen aan, vertelt hij in de H2O-podcast De toekomst van ons water. "We geven allerlei planten en vogels weer kansen."
Met de ingrepen van Ruimte voor de Rivier en Kaderrichtlijn Water zijn heel wat uiterwaarden onttrokken aan de landbouw en volledig omgevormd tot waterrijk natuurgebied. Toch is nog altijd naar schatting 60 procent van de uiterwaarden boerenland. Soms zijn het weilanden met hoogproductief gras, soms akkers met mais.
Rijkswaterstaat heeft als ambitie om meer boerenland in de uiterwaarden om te vormen tot boerennatuur. Dat is goed voor de biodiversiteit en voor de hoogwaterveiligheid (want natuurlijk grasland geeft minder weerstand dan struweel en bos). Bovendien komt het de waterkwaliteit ten goede. Want bij natuurinclusieve landbouw is zware bemesting en het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen in de uiterwaarden taboe en daar profiteren de rivieren van.
Collectief Rivierenland
De eerste afspraken zijn gemaakt in Gelderland, met boeren van Collectief Rivierenland, een coöperatie voor agrarisch natuurbeheer. “Langs de Maas krijgen wij een rol in het beheer en onderhoud van de uiterwaarden tussen Kerkdriel en Wijk en Aalburg”, vertelt Hermen Vreugendhil in de podcast ‘De toekomst van ons water’.
Hij ziet dit als een belangrijke stap in de ontwikkeling van de uiterwaarden naar natuurvriendelijk beheerde gebieden, waarin koeien een rol spelen in het stimuleren van botanische waarden die gunstig zijn voor insecten en vogels. “Wij gaan het beheer zo inzetten dat er allerlei types soortenrijke graslanden ontstaan, met elk eigen biodiversiteit: stroomdalgraslanden, kruiden- en faunarijk hooiland en glanshaverhooiland.”
Veldleeuwerik
Het Collectief Rivierenland gaat als onderaannemer aan de slag voor Maaskracht, het bedrijf dat voor Rijkswaterstaat verantwoordelijk is voor het (natuur)beheer en onderhoud langs de Maas. In de gemaakte afspraak draait het om gegrazing door koeien en op uitgekiende tijdstippen maaien en afvoeren. Bemesting en bestrijdingsmiddelen zijn verboden. “Zo geven we allerlei planten en vogels weer kansen”, zegt Vreugdenhil.
Zelf is hij fan van de veldleeuwerik, een typische vogel van natuurlijke graslanden. “De veldleeuwerik is met 95 procent afgenomen in ons land door intensivering van de landbouw. Het zou mooi zijn als we deze vogel met agrarisch natuurbeheer terugbrengen in de uiterwaarden. Voor mensen die op de dijk fietsen is een zingende veldleeuwerik altijd een belevenis.”
Lokale boeren
Rijkswaterstaat is eigenaar van ruim drieduizend hectare uiterwaarden waarop deels een agrarische bestemming rust. Het Rijksvastgoedbedrijf onderzoekt of de omvorming mogelijk is van de bestaande pachtcontracten naar natuurinclusief boeren. “Wij zijn voorstander van meer natuurinclusieve landbouw in de uiterwaarden, want dat draagt bij aan een duurzaam voedsel- en ecosysteem”, zegt omgevingsmanager Koen Grob op de website van Rijkswaterstaat. “Maar dat kan niet van vandaag op morgen. Samenwerkingen met boeren en andere betrokkenen vraagt tijd.”
Rijkswaterstaat wil met name lokale boeren de kans geven in agrarisch natuurbeheer in de uiterwaarden. “Vanuit een natuuroogpunt zien we liever dat boeren in de buurt grond pachten dan tientallen kilometers verderop”, aldus Grob. “De gebieden in de buurt kennen ze goed en ze kunnen makkelijker overleggen met lokale natuurorganisaties. Met al deze kennis kunnen ze hun bedrijf zo inrichten, dat de natuur ervan profiteert én dat ze er een eerlijke boterham aan verdienen.”
Beluister het gesprek met Hermen Vreugdenhil over de rol van natuurinclusieve landbouw in de uiterwaarden in de H2O-podcast ‘De toekomst van ons water’: