Trekvissen hebben baat gehad bij de hoge Rijnafvoer in het natte eerste halfjaar. Hierdoor stonden de Haringvlietsluizen in Zuid-Holland aanzienlijk vaker en langer op een kier dan in voorgaande jaren en konden vissen gemakkelijker heen en weer zwemmen. Dit is volgens Rijkswaterstaat vooral gunstig voor jonge en kleine volwassen vissen zoals de glasaal.
Rijkswaterstaat zet sinds 2019 de Haringvlietsluizen – onderdeel van de Deltawerken – regelmatig op een kier. In het voorjaar kunnen trekvissen dan met de stroom mee vanaf de Noordzee optrekken naar hun paaigebieden. Die liggen in Nederland maar ook verderop langs de Rijn en de Maas.
1.415 uur op een kier in eerste halfjaar
De sluizen stonden op een kier in 99 procent van de vloedperiodes in de eerste zes maanden van dit jaar. Ter vergelijking: in de eerste helft van 2023 ging het om 95 procent en in de eerste helft van 2022 om 84 procent. Het verschil is fors groter als naar uren in het eerste halfjaar wordt gekeken: 514 (2022), 786 (2023) en 1.415 (2024).
Het heeft te maken met de vele neerslag. Hierdoor was er vaker sprake van een hogere afvoer van de Rijn en ook van andere rivieren, inclusief een aantal hoogwatergolven. Rijkswaterstaat kon door de grote hoeveelheid zoetwater meer zoutwater binnenlaten, zonder dat het water te zout werd bij de oostelijk gelegen inlaatpunten voor zoetwater in verband met drinkwater en landbouw.
Gunstig voor jonge en kleine volwassen vissen
De opening van de Haringvlietsluizen bij vloed waardoor vissen kunnen meezwemmen met de stroom, is vooral gunstig voor jonge en kleine volwassen vissen. Voorbeelden zijn de glasaal, bot, driedoornige stekelbaars en spiering. Voor deze soorten is het lastig om tegen de stroom in te zwemmen. Maar ook andere vissen die dat wel goed kunnen, hebben volgens Rijkswaterstaat baat bij de sluisopening met vloed.
Rijkswaterstaat verwacht een betere intrek van vissen maar geeft nog geen cijfers. Er wordt nu nader onderzocht of en in hoeverre vissen gebruik maakten van het veel vaker en langer openstaan van de Haringsluizen. Daarvoor worden de gegevens van de vismonitoring onder de loep genomen.