De Nijmeegse hoogleraar invasiebiologie Rob Leuven bepleit een deltaplan voor de aanpak van invasieve exoten. Zo’n plan is nodig om de stijgende maatschappelijke kosten, risico’s voor volksgezondheid en ongewenste milieueffecten van gevaarlijke exoten te beteugelen, aldus de hoogleraar.
Leuven lanceert zijn idee in zijn inaugurele rede ‘Over grenzen van soorten’ op 7 september aan de Radboud Universiteit. Volgens de bioloog is er sprake van een snelle toename van schadelijke uitheemse soorten door klimaatverandering en verdergaande globalisering. Invasie exoten zorgen ook in het waterbeheer voor flinke problemen. Zo verhogen de Japanse duizendknoop en de Reuzenbalsemien het overstromingsrisico als deze planten in de uiterwaarden de natuurlijke overplanten overwoekeren en voor dichte vegetaties zorgen.
Leuven stelt voor om een nationale lijst van risicovolle exoten voor natuur, milieu, economie en volksgezondheid op te stellen om zo exoten te kunnen bestrijden. Er bestaat een Europese exotenverordening, maar daarmee kunnen veel invasieve soort niet worden geweerd, aldus de bioloog.
Leuven is voorts voorstander van het invoeren van een landelijk verplichte ‘exotenvrij’-verklaring bij grondverzet, grondtransacties en de inzet van beheermachines. Daarmee worden snelle en verdere verspreiding van probleemsoorten tegengegaan. Bovendien beveelt hij waterbeheerders en ook gemeenten en terreinbeheerders aan gebiedsgerichte plannen van aanpak voor schadelijke exoten op te stellen.
Om de kosten van monitoring en beheer van exoten te verminderen oppert de hoogleraar in zijn rede onder de noemer van citizen science om burgers in te zetten. Deze vrijwilligers moeten wel worden geschoold en begeleid door professionals.
Lees ook: Invasieve Japanse duizendknoop verhoogt overstromingsrisico