Voer zuiveringsslib niet af naar de landbouw, maar ‘steek de fik erin’. Dat zei afvalwaterhoogleraar Merle de Kreuk gisteren op een bijeenkomst over slib. Het slib bevat nog zo veel microplastics, zware metalen en verdere antropogene micro-verontreinigingen dat gebruik in landbouw ‘tegen het gevoel van duurzaamheid ingaat’, betoogde De Kreuk.
De hoogleraar Environmental Engineering aan de TU Delft sprak gisteren in Amersfoort tijdens de tweede editie van het House of Inspiration van Royal HaskoningDHV. Het symposium stond deze keer in het teken van slib, met het vizier op de toekomst van de verwerking.
Uitsmijter
De waarschuwing om slib niet naar landbouw af te voeren was de uitsmijter van het betoog van De Kreuk. De wetenschapper haakte, zo maakte ze duidelijk, in op de trend die begint te ontstaan om slib weer af te zetten in de landbouw.
Niet alleen waarschuwde ze omwille van de microplastics (“Negentig procent van de microplastics komt in het slib terecht, dat is 5,3 procent van het plastic zwerfafval in Nederland”), maar ook omdat er nieuwe stoffen in het slib kunnen zitten die we nog niet kennen. “Hou die uit de natuur”, zei ze in reactie op de opmerking dat in Engeland onder een kwaliteitssysteem veel slib in de landbouw wordt afgezet, met een besparing op de invoer van kunstmest tot gevolg.
Mitsen en maren
Hoogleraar De Kreuk, die in mei haar inaugurele rede hield, schetste voor een zaal met slibexperts op basis van een literatuurstudie de ontwikkelingen in de voorbehandelingstechnieken van zuiveringsslib. Een verhandeling met de nodige mitsen en maren en geen eenduidige trend, omdat de processen nog altijd omgeven zijn met veel vragen, ook voor wat betreft de rendementen.
De waterschappen, die in 2020 minstens 40 procent van het energieverbruik zelf willen opwekken, zoeken nog altijd naar voorbehandelingstechnieken om efficiëntie en investeringskosten te verbeteren. Door toepassing van voorbehandelingstechnieken kan meer zuiveringsslib in het gistingsproces worden omgezet in biogas. Hiervoor zijn verschillende technieken en uitvoeringsvormen op de markt.
TPAD
De vraag welke de beste is, is moeilijk te beantwoorden, zo stelde De Kreuk. Maar op basis van de literatuurstudie kwam ze toch uit op een biologische voorbehandeling die in een matrix met parameters als beste boven kwam drijven: temperatuur gefaseerde anaerobe gisting (TPAD).
Een conclusie die door de experts in het publiek van de opmerking werd voorzien dat slibverwerkers in de Verenigde Staten weer afstappen van deze techniek omdat ze te duur is. Daarbij werd gezegd dat het de moeite loont om de prestaties van technieken die op een rij zijn gezet in een studie, in de praktijk te vergelijken ('benchmarken').
Kennistafels
In de opzet van het symposium werd aan zogeheten kennistafels gedebatteerd over de toekomst van de slibverwerking, met onder meer een ideeënuitwisseling over een 'nationale slibstrategie in 2050'. Daarbij werd de experts gevraagd om de slibverwerking van de toekomst te schetsen en daarbij keuzes te maken voor wat betreft onder meer de behandelingstechniek, te winnen grondstof en afzetgebied, schaalgrootte en energiesoort.
In de ideeënuitwisseling werd een voorschot genomen op mogelijke ontwikkelingen zoals een gerichte behandeling van het slib met genetisch gemanipuleerde bacteriën. Ook werd waterstof als energiesoort van de toekomst veel genoemd, in tegenstelling tot groen gas en biogas dat door de nodige experts vooral als 'tijdelijke energiesoort' werd gezien in de periode van de energietransitie.
De weerslag van de kijk in de toekomst van de slibverwerking zal ter inspiratie worden voorgelegd aan de Vereniging van Zuiveringsbeheerders, zo liet Paul Roeleveld van Royal HaskoningDHV weten.