De investeringen, die nu gedaan worden binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma, kunnen meer maatschappelijke kwaliteit opleveren als de verschillende overheden slimmer samenwerken en als er meer oog is voor effecten op de langere termijn. Dit blijkt uit het advies Van ‘sober en doelmatig’ naar ‘slim en doelmatig' dat het College van Rijksadviseurs onlangs publiceerde.
Het College van Rijksadviseurs (Cra) bestaat uit de Rijksbouwmeester, Floris Alkemade, en twee Rijksadviseurs, Berno Strootman en Daan Zandbelt. De Rijksadviseurs geven advies over de ruimtelijke kwaliteit van de stad en het landschap. Omdat de omgang met water deel uit maakt van de ruimtelijke inrichting van Nederland, heeft het college nu in een onderzoek het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) onder de loep genomen.
Waarde van Hoogwaterbeschermingsprogramma
Binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma werkt de Rijksoverheid samen met waterschappen en overheden als gemeenten en provincies om in 2050 alle primaire waterkeringen te laten voldoen aan de wettelijke normen. Volgens het adviescollege is het HWBP een groot project, hoewel het niet altijd dat imago heeft omdat er zoveel verschillende projecten mee gemoeid zijn. Naar verwachting zal voor 2050 meer dan duizend kilometer waterkeringen worden verbeterd. De totale kosten worden geschat op 9,57 miljard euro. Daarmee is het HWBP qua investeringen veel groter dan het programma Ruimte voor de Rivier (2,3 miljard euro).
Kansen op meerwaarde
Deze investeringen bieden, zo schrijft het Cra, naast het doel van verbeterde veiligheid, ook ruimschoots kansen om maatschappelijke meerwaarde te realiseren. Dat is bijvoorbeeld mogelijk door de bredere maatschappelijke en economische belangen, zoals de kwaliteit van het landschappen, dorpen en steden, te betrekken bij de verbeteringen van de waterkeringen. In haar globale verkenning onderzocht het Cra de kansen om met deze miljoeneninvesteringen een zo groot mogelijk rendement voor het publieke belang te verwezenlijken.
Vergelijking Ruimte voor de Rivier
Het College van Rijksadviseurs kwam tot de conclusie dat het binnen de huidige opzet niet mogelijk is dat de HWBP-projecten een vergelijkbare meerwaarde kunnen opleveren als gerealiseerd bij het programma Ruimte voor de Rivier. Daarvoor is de opzet te veel gericht op de korte termijn en zijn sectorale en lokale benaderingen te dominant.
Slimmer en regionaler
Het zou volgens het Cra tot oplossingen leiden als overheden slimmer zouden samenwerken. Zo adviseert het college een gezamenlijke doelstelling voor alle waterschappen en zou de Rijksoverheid sturend moeten optreden door eisen rond ruimtelijke kwaliteit te verbinden aan de investeringen. Concreet adviseert het college om lokale projecten op regionale schaal te verbinden en meer oog te hebben voor de opbrengsten van investeringen op de langere termijn.
MEER INFORMATIE
Het advies 'Hoogwaterbeschermingsprogramma: van ‘sober en doelmatig’ naar ‘slim en doelmatig'