De bedrijven die zich bezighouden met innovatieve technieken om dijken en keringen te versterken, stonden afgelopen week op InfraTech. Op de beurs in Rotterdam hield het Hoogwaterbeschermingprogramma (HWBP) een kennistour die langs vier van deze bedrijven leidde. H2O liep mee.
Het HWBP staat voor een omvangrijke opgave. In 2050 moeten alle primaire waterkeringen in Nederland voldoen aan de nieuwe normering voor de waterveiligheid. Dat betekent dat de komende jaren ruim 1.100 kilometer waterkering en meer dan 200 waterkerende kunstwerken op de schop gaan. Om de klus te klaren zoekt het HWBP nieuwe technieken.
"Innoveren is keihard nodig om kosten beheersbaar te houden", zei Jorg Willems, teammanager Techniek, Kennis & Innovatie vorig jaar tegen H2O. Ondernemers die die innovaties ontwikkelen krijgen steun van het programma. Een aantal staat op InfraTech en geeft inzicht in hun nieuwe technieken tijdens de kennistour van het HWBP aan een groep belangstellenden.
In hal 1 staat Jos Karsten. Hij is een bevlogen verteller en de ontwikkelaar van de JLD Dijkstabilisator die in Amsterdam in de Ringdijk wordt geplaatst om de waterkering te versterken. Het project in de hoofdstad is het begin van de marktdoorbraak waar Karsten naar op zoek is met zijn innovatieve techniek.
De van gerecycled materiaal gemaakte stabilisator is gebaseerd op het Amerikaanse klapanker. Karsten bracht het idee in en werkte tien jaar aan de ontwikkeling en marktintroductie van stabilisatietechniek. Hij werd daarin financieel gesteund door het HWBP, dat met de innovatie een nieuwe techniek erbij heeft om de dijken in Nederland weer op sterkte te krijgen.
Weinig ruimte
De stabilisator vernagelt de kering onder spanning aan de ondergrond en is vooral geschikt voor dijken met weinig ruimte. De techniek maakt de kering zo’n 35 tot 40 procent sterker, vertelt Karsten aan het publiek van de kennistour. “Dat is meer dan we hadden gedacht, we gingen uit van zo’n 15 procent.”
De werking van de stabilisator wordt met sensoren in de techniek gemonitord, zodat de beheerder zicht heeft op de staat van de kering. De data zijn op een platform voor iedereen toegankelijk, vertelt Karsten. "We maken deze innovatie voor de BV Nederland."
Markermeerdijk
Karsten zegt dat de stabilisator ook in de Markermeerdijk ingebracht zal worden. Het is een bijzin in zijn betoog voor de kennistourgroep, maar een belangrijke stap in de ontwikkeling van de dijkstabilisator. Contracten zijn nog niet getekend, legt hij later desgevraagd uit, maar besprekingen zijn een eind op streek en opdrachtgever Alliantie Markermeerdijk heeft het al aangekondigd in de krant, vertelt de ondernemer niet zonder trots.
Het was juist die dijk, waarvan de versterking al jarenlang inzet is van discussies en juridische strijd, die hem inspireerde om de nieuwe techniek te ontwikkelen. “De Markermeerdijk is mijn dijk! Ik speelde in mijn jeugd achter die dijk.” Als de ankers de dijk ingaan is de cirkel rond, zegt Karsten.
Hugo Ekkelenkamp van Netics staat in dezelfde hal en vertelt: “Bagger wordt een bouwstof, dat is circulaire economie!” De civil engineer maakt dijken van slib. Of muurkades en beschoeiingen. Vogeleilanden ook. “Daarvan hebben we er in Noord-Holland drie aangelegd voor Natuurmonumenten.”
Ekkelenkamp vertelt hoe slib tot bouwelementen wordt geperst. De kennistourgroep krijgt beelden te zien.
“Elk type baggerspecie is te stabiliseren”, zegt de ceo van Netics. In het laboratorium in Alblasserdam heeft het jonge bedrijf bouwblokken gemaakt bestaande uit 95 procent slib. Met toevoeging van bindmiddel worden de blokken sterk.
Cellulose
Nieuwe stap is toevoeging van cellulose, het hoofdbestanddeel van wc-papier dat op rwzi's teruggewonnen wordt bij de zuivering van afvalwater. Ekkelenkamp is enthousiast: “Met cellulose worden de blokken sterk. Dat gaat richting beton, qua sterkte.”
Het proces van persen en stabiliseren van het slib is gepatenteerd, vertelt de civil engineer. Op de vraag hoe lang de blokken meegaan, zegt hij dat testen van TNO hebben uitgewezen dat de blokken weinig eroderen. Het instituut geeft garanties voor dertig jaar, staat in het projectenboek voor 2019 van HWBP.
De kansen voor de baggerblokken liggen met name over de grens, vertelt Ekkelenkamp. “In Azië ligt een enorme opgave.” Daar is veel slib en weinig beton.
Maar ook in Nederland ziet Ekkelenkamp kansen voor toepassing van de circulaire techniek. Hij noemt beschoeiingen, waarvan het hout kan worden vervangen door de slibblokken. Mogelijkheden ziet het bedrijf ook in de wegen- en huizenbouw.
"Het is niet eerder toegepast in een waterkering”, zegt omgevingsmanager Leanda Boogaards van Mourik Groot-Ammers in hal 6 als haar vanuit de kennistourgroep de vraag wordt gesteld wat er nou nieuw is aan de innovatieve dijkversterkingsmethode die ze toelicht. Boogaerds vertelt over de Cutter Soilmix-techniek, een grondverbeteringstechniek waarbij grond wordt gemengd met cement.
De werkzaamheden maken deel uit van het project Dijkverbetering IJsseldijk Gouda (VIJG) met Hoogheemraadschap van Rijnland als opdrachtgever. De IJsseldijk heeft een ondergrond die bestaat uit slappe lagen veen en zand. “En in de binnenstad is er weinig ruimte om de dijk te versterken”, vertelt Henk Weijers van Rijnland.
Verzin de beste oplossing
De versterking vroeg om een innovatieve aanpak, vertelt de projectmanager. Rijnland wilde die toepassing niet zelf bedenken. Weijers: “We zijn de markt opgegaan met de vraag: verzin de beste oplossing.” Het hoogheemraadschap zocht daarbij naar een aanpak met zo min mogelijk overlast voor de omgeving. “Daarbij wilden we een innovatie die al ver in ontwikkeling was.”
Zo kwam Rijnland uit bij Mourik Groot-Ammers die met de soilmix-techniek aan de slag ging. De techniek is niet nieuw en heeft zich bewezen in grondlichamen onder spoorlijnen, tunnels en wegen, maar werd wel voor het eerst in een primaire waterkering toegepast. In de binnenberm van de dijk werd een aantal proefpanelen soilmix aangebracht en op basis van de resultaten kon het ontwerp worden geoptimaliseerd.
Zo werden panelen gemaakt van 55 centimeter dik en 2,4 meter lang met een mix van cement, klei en veen. Ze werden haaks in de dijk geplaatst tot maximaal 20 meter diep. De dijk werd versterkt zonder gebruik van damwanden, met weinig trillingen en geluid, vertelt Boogaards. Een werkwijze zonder veel overlast, zoals gewenst. Boogaards: “En het is duurzaam, je kunt de versterking uitbreiden door panelen bij te plaatsen.”
HWBP zoekt vernieuwing niet alleen in innovatieve technieken, maar ook in processen. Voor de dijkversterking Gorinchem-Waardenburg, onderdeel van het Hoogwaterbeschermingsprogramma, is Waterschap Rivierenland in zee gegaan met het ‘Waalensemble’, een combinatie van de bedrijven Heijmans, GMB en De Vries & Van de Wiel met inbreng van Royal HaskoningDHV. Onder de naam Graaf Reinaldalliantie zijn de betrokken partijen een nieuwe vorm van samenwerking aangegaan: het hele project van verkenning, uitwerking en realisatie wordt als één team uitgevoerd.
“We zijn geïnspireerd door projecten zoals de Markermeerdijk en dachten: waarom gaan we niet vanaf het begin samenwerken”, legt omgevingsmanager Leonie de Jong van Rivierenland uit aan de kennistourgroep.
Risico's
Projectmanager Jan van Dijk van GMB vertelt waarom zijn bedrijf deze opzet van aanbesteding en uitvoering als een voordeel ziet afgezet tegen de traditionele manier met opdrachtgeven. Door de samenwerking liggen risico's niet expliciet bij de aannemer. “We beheersen de risico’s op projecten niet goed. En we willen als marktpartijen in ieder geval geen verlies maken. Als je dat overkomt op één project, dan moet je op zés projecten winst maken om dat weer te compenseren.”
De realisatie van dijkversterking Gorinchem-Waardenburg begint in 2020. De dijkversterking ligt gevoelig, er is nog altijd onbegrip over de snel uitgevoerde dijkverbeteringen na het hoogwater van 1995, schrijft HWBP in zijn projectenboek voor 2019. Op diverse locaties staat bebouwing dicht tegen de dijk.
Partners, geen partijen
De dijkvakken zijn afgekeurd op hoogte, binnenwaartse stabiliteit en piping en buitenwaartse stabiliteit en piping. Herstel vergt naar verwachting een investering van 200 miljoen euro. Al met al een groot en complex project, maar de risico’s worden gelijkelijk verdeeld, zegt ook omgevingsmanager De Jong. Van Dijk vult aan: “We zijn partners, geen partijen.”
Door te werken als een team, wordt kennis snel gedeeld. De werkwijze komt de snelheid ten goede, zo is de verkenningsfase volgens schema op 15 november afgerond, zegt Van Dijk. Toch zijn er ook wel verschillen waaraan partijen moeten wennen. Van Dijk: ”Als wij er bij ons twee dagen over doen om een besluit te nemen, dan is dat lang. Als het waterschap binnen twee weken een besluit neemt, dan is dat snel.”
MEER INFORMATIE
HWBP: nu écht aan de slag