Verzilting, de toename van het zoutgehalte in de bodem, het grondwater en het oppervlaktewater, komt in Nederland vooral door indringend zeewater en door brak grondwater dat omhoog komt (zoute kwel). De impact van verzilting op kleigrond is onderwerp van onderzoek in Kollumerwaard.
“Het veranderende klimaat maakt dat agrariërs, zeker bij de noordelijke kust, meer rekening moeten gaan houden met verzilting”, zegt projectleider Carina Rietema van Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw (SPNA). “Op ons proefveld in Kollumerwaard hebben we de afgelopen 3 jaar bekeken wat er nu precies gebeurt met de bodem, het water en het gewas als verzilting optreedt.”
Daarbij is verzilting gesimuleerd op een proefveld door het ondergronds te irrigeren met zout water. Het naastgelegen proefveld wordt geïrrigeerd met zoet water. “Naar verwachting is zoute kweldruk in Noord-Nederland in de toekomst een belangrijke bron van verzilting en daarmee een grote uitdaging. Daarom hebben we voor deze invalshoek gekozen, waarbij watervraagstukken vanuit oppervlaktewater ook op andere plekken onderzocht worden, bij proefboerderij Rusthoeve in Zeeland bijvoorbeeld.”
Op de proefvelden is er door SPNA niet voor gekozen met lamsoor of andere zilte teelten te experimenteren, maar voor aardappelen, graan en ui. “Dat zijn gewassen die hier in de regio worden geteeld en we waren en zijn er juist in geïnteresseerd wat verzilting hier in de praktijk gaat betekenen.”
“De aanvulling van zoet water vanuit neerslag maakt een enorm verschil”, concludeert Rietema. "2021 was een nat onderzoeksjaar. Dan zijn de effecten van de drainage met zout water nauwelijks vast te stellen, omdat dit zoute water niet de kans krijgt omhoog te komen. In 2022 en 2023 was dit wel het geval, maar alleen in de zomermaanden. Kijk je dan naar de gewassen, dan zie je in juli en augustus eigenlijk geen grote effecten meer.”
In groei en aantallen van de gewassen ziet Rietema geen zichtbare en nauwelijks meetbare verschillen tussen het zoete en zoute deel van het proefveld. “We zien wel enkele verschillen als het gaat om de inhoudsstoffen in het gewas. Maar daar is ook geen sprake van een duidelijke rode draad, je ziet meer verschillen tussen de gewassen onderling.”
In het vervolg van het project hoopt Rietema over de verschillen in inhoudsstoffen meer kennis op te doen. “Gelukkig kunnen we met steun van Zoet op Zout, waarbij verschillende waterschappen betrokken zijn, en brancheorganisatie BO Akkerbouw, door met dit project. We gaan daarbij in elk geval proberen om de simulatie met zoute kweldruk nog beter te realiseren, door het druppelregime beter af te stemmen met de capilaire vraag ondergronds.”
In de komende tijd hoopt Rietema ook meer kennis te vergaren over de langjarige effecten van verzilting. “Daar is nog weinig over bekend. Welke effecten zal het zoute water, dat we de afgelopen 3 jaar irrigeerden onder het proefveld, hebben op de meer jaarlijkse opbouw van verschillen tussen zoet en zout? Dat wordt heel boeiend om te volgen.”