In totaal 60 innovaties dingen mee naar de Waterinnovatieprijs. De inschrijving is gesloten en onder de inzendingen zitten bekende maar ook innovaties die ‘nog onder de radar zitten’. Het zijn zeer uiteenlopende projecten: van zandbatterij tot veenmotor en van innovatieve dijkhuizen tot hydrosociale kijk op water en bodem sturend.
De inzendingen zijn verdeeld over 4 categorieën: briljantjes, gezonde leefomgeving, water en bodem sturend, en dijken van de toekomst. Per categorie worden de beste 3 inzendingen genomineerd. In de week van 18 december worden de 12 genomineerden bekend gemaakt. Naast de waterinnovatieprijs wordt een publieksprijs uitgereikt. Dat gebeurt op het Waterinnovatiefestival dat donderdag 1 februari 2024 wordt gehouden in de Werkspoorkathedraal in Utrecht.
Het is aan de jury om in eerste instantie de nominaties te bepalen. Deze bestaat uit Annemieke Nijhof (algemeen directeur Deltares), Merle de Kreuk (hoogleraar waterkwaliteit aan de TU Delft), Katja Portegies (directeur Veiligheid en Water bij Rijkswaterstaat), Lidwin van Velden (CEO bij de Nederlandse Waterschapsbank), Cees Buisman (wetenschappelijk directeur bij Wetsus) en Katheleen Poels (hoofd adviesgroep watermanagement bij Royal HaskoningDHV).
Klimaatboeren
Onder de 60 inzendingen zitten bekende maar ook innovaties die ‘nog onder de radar zitten’. Voorbeeld daarvan is ‘klimaatadaptatie door boeren in overstromingsgevoelige polders’. In dit project bieden 'Klimaatboeren' de oplossing door land beschikbaar te stellen voor waterberging, in de vorm van natuurvriendelijke oevers. Deze zorgen ook voor betere waterkwaliteit, biodiversiteit en CO2-opslag, aldus de initiatiefnemers Bart Specken en Peter Philipsen van Nature at Work.
"Met deze innovatie worden een aantal problemen tegelijkertijd opgelost. Wateroverlast (schade aan gebouwen en gewassen) tijdens piekbuien wordt hiermee voorkomen (klimaatadaptatie). Andere problemen die hiermee worden opgelost zijn: afkalving van oevers, schade door exotische rivierkreeften, slechte waterkwaliteit, verlies van biodiversiteit, isolatie van natuurgebieden."
Zandbatterij
Ook SanderCo, een zandbatterij voor de opslag van warmte, is nieuw. Het betreft een alternatieve inzet van zand afkomstig uit rioolwaterzuiveringsinstallaties, dat nu nog als een afvalstof wordt gezien. Het zand is een ideaal medium om warmte op te slaan, zeggen de bedenkers, schijft Saskia Hanneman verbonden aan Waterschapsbedrijf Limburg (WBL). De warmte kan weer worden ingezet zodra dat nodig is.
Daarnaast is het mogelijk om met de inzet van mycelium in combinatie met de andere al aanwezige stoffen in het zand, het zand te reinigen gedurende het verblijf in de silo. Zo is het zandvangerzand na gebruik als zandbatterij geschoond en geschikt voor een hoogwaardige toepassing, passend bij de ambitie van de waterschappen om circulair te worden.
Dijkhuizen
Het idee ‘dijkhuizen van de toekomst’ is ingebracht door Maaike Roij (waterschap Aa en Maas). “Daar waar huizen de dijk(versterking) in de weg zitten, kunnen deze geïntegreerd worden in de dijk. Het huisje heeft dan meteen een groen dak en is geïsoleerd, zoals de vroegere aardewoningen.”
Dijkscheuren
Met toepassing van kunstmatige intelligentie scheuren in dijken detecteren, is ook een nieuwe toepassing, stelt indiener Erik Vastenbrug (Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier). Met een AI-model wordt aan de hand van dronebeelden waterkeringen gescand, zodat dijkinspecteurs gericht kunnen monitoren.
Het algoritme legt alle gedetecteerde scheuren geografisch vast in GIS. Hierdoor wordt het eenvoudiger om de ontwikkeling van deze scheuren in de tijd te volgen en vergelijkingen te maken met voorgaande jaren of vergelijkbare waterkeringen.
De watermoestuin
In het project de watermoestuin wordt 'ruimte voor water gecombineerd met extensieve natte landbouw'. "Dit is de natte variant van het voedselbos", schrijft Annelies Balkema van waterschap De Dommel. Doel is om te bepalen of watermoestuinen ingezet kunnen worden voor extensief gebruik van natte gronden en tegelijkertijd eetbare gewassen kunnen worden geproduceerd die 'een verrijking zijn aan ons menu'.
Het project is een ontdekkingstocht, schrijft Balkema. "We experimenten met plant methoden, kijken hoe verschillende gewassen het doen, proberen te voorkomen dat alleen watervogels van de eetbare gewassen kunnen genieten, en we haken koks aan."
VeenMotor
De ‘VeenMotor’ is ook nog onder de radar, schrijft Marc Bouwmeester van Stichting Ambassade. De innovatie betreft drijvende levende blokken bestaande uit wortelmassa van riet. Met de blokken, ‘veen in wording’, willen de initiatienemers van de Stichting Ambassade dijken, parken, weilanden en woongebieden 7 meter ‘omhoog laten groeien’.
“We willen de veenvegetatie rehabiliteren. Via onderzoek naar verschillende kweekprocessen om wortelbeton te optimaliseren werken we toe naar toepassing mogelijkheden zoals de VeenMotor, drijfdijken en biobased bouwmateriaal en naar de mogelijkheden om stadsparken en weilanden te laten stijgen, opnieuw vorm te geven en in te richten, zodat we het lager gelegen gedeelte van Nederland kunnen behouden voor de toekomst.”
Percolaat
Joost Tieland van waterschap De Stichtse Rijnlanden brengt een pompsysteem in waarmee perssappen en percolaat vanuit opslagen ruwvoeder wordt verspreid op graspercelen. Nu wordt dit percolaat vaak via de hemelwaterriolering op het oppervlaktewater geloosd. “Zo komen hoge vrachten aan stikstof en fosfaat in het oppervlaktewater terecht.”
Het nieuwe concept behelst een volautomatisch pompsysteem, waarmee het water naar de percelen wordt gepompt. Daar wordt het percolaat door een slang met gaatjes verspreid over het grasperceel. Zo worden de nutriënten uit het percolaat circulair en wordt grote winst behaald op de lokale waterkwaliteit, aldus Tieland.
Slimme sturing
Vanuit waterschap Brabantse Delta is het project ‘slimme sturing van pompen’ ingebracht als vernieuwing. “Het R&D-team is erin geslaagd om met hun eigen machine learning techniek machines zo aan te sturen dat we de efficiëntie in realtime kunstmatig hoog kunnen houden, zonder daarbij het proces te schaden, bijvoorbeeld bij pompen in een gemaal, vijzels, compressoren, enzovoort”, schrijft René de Ren, die het algoritme in een tijdsspanne van enkele jaren zelf heeft geschreven.
Het R&D-team gebruikt realtime data, verwerken en valideren deze om zo het zelfgemaakte algoritme steeds slimmer te maken, aldus de toelichting. “Het is dus in staat om realtime de machine curves bij te werken en voorspellingen te doen. Indien deze afwijken weten we ook nog dat er onderhoud nodig is om na te kijken waar dit zit. De hele stack heeft ons R&D team zelf gebouwd om dit te faciliteren en staat los van onze reguliere infrastructuur.”
Hydrosociale kijk
Onder de inzendingen die nog onder de radar zitting ook ‘een hydrosociale kijk op water en bodem sturend’. Antropoloog Marit Jansen vraagt tegenover de heersende technische benadering van waterbeheer, aandacht voor de sociale kant van water en co-creatie tussen inwoners en omgeving, schrijft indiener Phebe Kloos.
“Waterbewustzijn en gedragsverandering maken echt impact. Juist door aandacht te vragen voor cultuur, gedrag, perspectieven en belangen kan toegewerkt worden naar een meer duurzaam en inclusief watermanagement.”
Het initiatief maakt slim gebruik van kwalitatieve data: diverse perspectieven krijgen een stem, aldus Kloos. “Die van hydrologen, (politieke) bestuurders, ecologen, boeren, kwartiermakers, recreatie-ondernemers en zelfs niet-mensen zoals de beek en haar bewoner de beekprik.”
Bekende innovaties
Bij de ingediende projecten zitten ook bestaande en bekende innovaties zoals PHA2USE, de productie van een natuurlijk plasticvervanger uit organische reststromen; TORWASH, het drogingsconcept waarmee slib wordt omgezet in herbruikbare producten; het Prolock Filterscherm tegen piping dat wordt toegepast in het dijkversterkingsprogramma 'Sterke Lekdijk’ en de Craybar, de milieuvriendelijke, effectieve bestrijding van Amerikaanse rivierkreeften.
Ook het onderzoek naar getijdenzand in 'Innovatie pipingproef Hedwigepolder' dingt mee naar de Waterinnovatieprijs. Dijken waarvan de ondergrond is opgebouwd uit getijdenzand (zand afgezet in een getijdengebied) bieden meer weerstand tegen ‘piping’ dan dijken op rivierzandafzettingen, is de uitkomst. "Dankzij dit project wordt minimaal 160 miljoen euro op landelijk niveau bespaard, hebben omwonenden minder overlast van dijkversterkingsprojecten en wordt het milieu minder belast."