Een proefperceel met pootaardappelen op Texel waar ondergronds opgeslagen water is gebruikt voor irrigatie, laat een flink hogere gewasopbrengst zien. Dat stelt landbouworganisatie LTO Noord, die spreekt over een groot succes. “Dit is een absolute doorbraak”, zegt directeur Jouke Velstra van het Acacia Institute.
De landbouw op Texel is kwetsbaar. Er is geen sprake van externe wateraanvoer op het eiland, bovendien is het grond- en oppervlaktewater vrijwel overal te zout en geldt er een permanent beregeningsverbod. De boeren op Texel, met name akkerbouwers en bollentelers, hebben daarom grote behoefte aan innovatieve irrigatiemethoden.
En de mogelijkheden zijn er, want jaarrond valt er voldoende neerslag op Texel om te kunnen voorzien in de zoetwatervraag van de landbouw. Ondergrondse opslag van zoetwater wordt gezien als oplossing.
Een eerste proef geeft de boeren hoop. De resultaten van een proefperceel met pootaardappelen waar geïrrigeerd is met het ondergronds opgeslagen water, laten zien dat er sprake is van flinke meeropbrengsten - meer dan 20 procent per hectare.
“Daarmee is bevestigd dat ondergrondse opslag een belangrijke bijdrage kan leveren aan de beschikbaarheid van zoetwater: droogteschade wordt voorkomen wat resulteert in meeropbrengsten”, schrijft LTO Noord.
Om te kijken of opschalen van het opslagsysteem mogelijk is, is meer onderzoek en monitoring nodig, aldus de landbouworganisatie. Zo moet onderzocht worden hoe het systeem zich technisch gedraagt als het op grotere schaal wordt toegepast. Daarbij moet ook meer inzicht verkregen worden in de kosten en opbrengsten voor verschillende teelten.
Als het systeem op grotere schaal ook voldoet, willen de boeren middels zoetwatercoöperaties de opslagsystemen gaan beheren.