Het kabinet stopt met het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Dat meldt de NOS op basis van niet nader genoemde bronnen. Het besluit staat haaks op de inzet van de provincies, die veel tijd en geld hebben gestoken in de provinciale uitwerking van het NPLG.
De plannen van de provincies zouden aanvankelijk op 1 oktober klaar moeten zijn, maar BBB-minister Femke Wiersma van Landbouw liet afgelopen juli weten dat provincies daar uitstel voor kregen. Nu zou er sprake zijn van afstel.
Verwonderlijk is het niet, want in het hoofdlijnenakkoord dat PVV, VVD, NSC en BBB hebben gesloten voor de komende kabinetsperiode, staat dat het budget van ruim 20 miljard euro voor het NLPG wordt geschrapt. Dit terwijl provincies eerder hadden aangegeven dat voor de realisering van de provinciale uitwerking juist veel meer geld nodig was.
In reactie op het hoofdlijnenakkoord vragen de provincies om heroriëntatie op de aanpak landelijk gebied, zo staat in een op 30 augustus door koepelorganisatie IPO gepubliceerd position paper dat als inbreng dient voor het overleg dat de Tweede Kamercommissie Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur vandaag heeft over onder meer het NPLG.
Dat programma is onder het vorige kabinet opgezet om te komen tot natuurherstel, vermindering van de stikstofuitstoot, verbetering van de waterkwaliteit en realiseren van klimaatdoelen. Dat moest in integrale gebiedsprocessen door provincies worden gerealiseerd.
In hun nota roepen de provincies het kabinet op de integrale aanpak van de gebiedsinrichting voort te zetten. ”Terugvallen op een sectorale aanpak heeft te grote risico’s, biedt onvoldoende koers en perspectief voor inwoners en ondernemers en is slecht voor de toekomst van het landelijk gebied.”
De provincies stellen voor om, ‘gezien de beperkte middelen’, focus aan te brengen en prioriteit te geven aan (zoet) water, landbouw en natuur. Dat zijn ‘bij uitstek ruimtelijke opgaven die gebiedsgericht moeten worden uitgewerkt’. Daarbij moet het principe ‘water en bodem sturend’ worden toegepast ‘ten behoeve van de klimaatadaptatie’.
Ze bepleiten gerichte inzet van het beschikbare geld. “De middelen die volgens het hoofdlijnenakkoord zijn gereserveerd voor landbouw en voor agrarisch natuurbeheer en ecosysteemdiensten kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het realiseren van de doelstellingen.”
De provincies gaan ervan uit dat de emissiereductie van broeikasgassen en stikstof nu weer op het bordje ligt van het Rijk en via landelijke generieke maatregelen wordt gerealiseerd. “Generieke maatregelen zijn, over het algemeen, kosteneffectiever om stikstofdepositie op natuurgebieden te reduceren in vergelijking met gebiedsgericht sturen op verplaatsing of beëindiging van bedrijven.”
'Het programma stopt, de middelen verdampen, maar de urgentie blijft'
Op X reageert watergraaf Erik de Ridder (CDA) van het Brabantse Waterschap De Dommel op het schrappen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied: